Bert is formeel zo’n vier jaar adviseur. ‘Ik ben gevraagd door één van de bestuurders met wie ik geruime tijd samenwerkte voor de gemeente Rotterdam. Kennelijk heb ik kwaliteiten die goed van pas komen als adviseur. Ik ben van nature heel leergierig. Dat heeft me ver gebracht.’ Om een rol als adviseur goed in te vullen, moet je volgens Bert vooral empathisch vermogen bezitten én snel gevolgen kunnen inzien van besluiten of ingezette ontwikkelingen. ‘Verder moet je kunnen sparren, coachen en onderhandelen. Het is prettig als je van nature over deze eigenschappen beschikt. Mocht dat niet het geval zijn, is bijscholing een mooi middel om deze aspecten eigen te maken. Het is als adviseur daarnaast handig als je interesse hebt voor wat er speelt in de samenleving.”
Raakvlakken en verbinding
De vader van Bert speelde een grote rol in de keuze om zich te verbinden aan CNV. ‘Hij was actief lid van het CNV en bracht mij maatschappelijke betrokkenheid bij.’ Iets kunnen betekenen voor de ander. Ik wil in een situatie ook graag aan de knoppen kunnen draaien, zodat er verbetering ontstaat.’ Daarbij is hij zich bewust van de deelbelangen van medewerkers en onderneming, maar kijkt hij altijd naar het totaalbeeld. ‘Ik ga in gesprek met mensen, houd ze een spiegel voor en ga altijd op zoek naar raakvlakken en verbinding. In het verleden ben ik nauw betrokken geweest bij de reorganisatie van een ingenieursbureau. Zoiets doet altijd pijn. Doordat wij in het centrale inrichtingsteam zaten, konden we invloed uitoefenen op het vervolgtraject van de werkgever. Want er moest afscheid genomen worden, maar ook iets nieuws worden opgebouwd. Aan het einde van rit konden we handen schudden en zeggen: ‘Dit was niet eenvoudig, maar we hebben elkaar gevonden’. Dat zijn de mooie dingen van het vak.’
Meedenken over nieuwe functies
Op dit moment is Bert als lid van het lokale overleg betrokken in de gemeente Rotterdam. ‘Met de collega’s van FNV en CHMF zijn we met de werkgever in gesprek over de vraag hoe we mensen intern kunnen laten meebewegen van vraag naar aanbod (interne mobiliteit). Door de inzet van een strategische personeelsplanning naast andere HR-instrumenten, trachten wij zo veel als mogelijk reorganisaties in de toekomst te voorkomen. In het verlengde hiervan zijn we ook in gesprek over organisch veranderen. Op dit moment maak ik deel uit van een landelijke werkgroep voor hybride werken. Van de werkgroep moet een advies komen waarbij we samen met VNG naar de nieuwe positionering van het thuiswerken kijken. Op lokaal niveau wordt al veel gedaan, maar is er behoefte aan een collectieve richtlijn waarop beleid kan worden afgestemd. Daarbij zoeken we naar de deelbelangen. Thuiswerken heeft voordelen, maar kan bijvoorbeeld ook mentale problemen veroorzaken. Hoe vind je als organisatie balans? Dat zijn voor mij als adviseur de krenten in de pap om bij betrokken te zijn.’
Resultaat op voorhand niet bekend
‘Wat ik heb geleerd in de afgelopen jaren, is dat een resultaat niet altijd de uitkomst is die je op voorhand voor ogen had. Soms moet je tijd in je voordeel laten werken. Als vandaag iets nog niet kan omdat de geesten nog niet rijp zijn voor het omarmen van een nieuwe stap, dan moet je je daarbij neerleggen. Dan kom ik weer terug bij mijn liefde voor sport. Ook daarin moet je wel eens een nederlaag erkennen. Maar er zijn ook altijd weer momenten dat je kunt winnen.’