Bij de start hebben vakbonden direct aangegeven dat er, naar aanleiding van de uitkomst van de ledenbijeenkomst, wat vakbonden betreft geen verdere verkenning naar een werkgelegenheidsgarantie hoeft te komen.
PGGM had de werkgelegenheidsgarantie graag verder met bonden willen uitdiepen, wetende dat er ook haken en ogen aan zo een afspraak zitten. In goed overleg hebben beide partijen daarop besloten dat een werkgelegenheidsgarantie nu geen begaanbare weg is en dat we ons wederom gaan focussen op een sociaal plan.
Sociaal Plan
In dat kader hebben CNV Vakmensen, FNV en De Unie direct weer aangegeven dat het sociaal plan wat ons betreft niet gewijzigd hoeft te worden. De uitspraak van PGGM dat leden bij het huidige sociaal plan niet in beweging komen, is wat ons betreft nergens op gestoeld. Daarnaast is de transitievergoeding een minimale vergoeding en heeft de wetgever de ruimte gelaten om af te kunnen wijken.
PGGM geeft aan naast bovenstaande reden het sociaal plan ook uit kostenoverwegingen te willen versoberen en mede daarom ook aan te willen sluiten bij de transitievergoeding.
Voorstel vakbonden
Om uit deze impasse te geraken hebben vakbonden daarop het volgende voorstel aan PGGM gedaan dat het huidige sociaal plan enigszins benadert:
- De beëindigingsvergoeding niet conform de transitievergoeding 2020 (zoals voorgesteld door PGGM), maar conform de transitievergoeding 2015 berekenen. Zie ook de toelichting hierna;
- Over deze berekening een correctiefactor van 1,8 toepassen;
- De peildatum die gebruikt wordt om het maandsalaris, leeftijd en aantal dienstjaren voor de berekening wordt niet meer bevroren (zoals in het huidige sociaal plan op 1 januari 2018), maar de daadwerkelijke datum einde dienstverband als peildatum gebruiken;
- Het verschil tussen de beëindigingvergoeding gebaseerd op het huidige sociaal plan en de vergoeding gebaseerd op ons voorstel mag niet meer dan 6 maandsalarissen minder bedragen.
Toelichting
Bij de transitievergoeding 2020 ontvangt iedere medewerker voor elk dienstjaar 1/3 maandsalaris. Bij de transitievergoeding 2015 ontvangt een medewerker voor de eerste tien dienstjaren per dienstjaar 1/3 maandsalaris. Voor alle andere dienstjaren ontvangt hij een vergoeding van 1/2 maandsalaris per dienstjaar. Medewerkers vanaf 50 jaar en die meer dan 10 jaar in dienst zijn, ontvangen voor ieder dienstjaar na hun 50ste een maandsalaris per dienstjaar.
Reactie PGGM
PGGM heeft hierop aangegeven dat zij akkoord gaan met een berekening van de beëindigingsvergoeding op basis van de transitievergoeding 2015. Voordat zij op alle andere punten kunnen reageren dienen zij een en ander na te rekenen en met hun bovenban te bespreken. Zij zullen op ons voorstel een verdere reactie geven tijdens de volgende onderhandelingsronde. Deze volgende onderhandelingsronde is op 25 november.
Ik ga ervan uit u met dit bericht voor nu voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u echter nog vragen en/of opmerkingen hebben, dan hoor ik het graag.
Klazina Tulner,
Bestuurder CNV Vakmensen
M 316 22 48 6274
E k.tulner@cnvvakmensen.nl