Annemiek ‘Ik had een ander soort begeleiding nodig gehad’

Annemiek werkt al veertig jaar lang bij verschillende zorginstellingen, de laatste jaren als huishoudelijke hulp. Ze is daarnaast mantelzorger van haar moeder en haar partner. Wanneer beiden kort na elkaar overlijden, Annemiek van werkgever moet wisselen en zelf met gezondheidsproblemen kampt, raakt ze uitgeput. Haar huidige werkgever toont weinig begrip. Een nieuwe arbo-arts meldt haar uiteindelijk volledig ziek. Ze heeft een depressiestoornis en last van paniekaanvallen. Annemiek kreeg wel ondersteuning, maar de juiste hulp komt pas laat op haar pad.

Annemiek vertelt haar verhaal in haar appartement in een portiekflat in een grote stad. Hond Blondy zit in de bench in de gang en zou maar wat graag vrij rondlopen. Maar dat gaat niet, ‘want anders leidt zij ons alleen maar af’. Annemiek is 60 jaar en woont alleen. In haar woonkamer liggen op de eettafel en op een stoel netjes geordende stapels papieren, waarvan ze tijdens het interview geregeld een stapeltje pakt om een jaartal te controleren. Haar geheugen en concentratie werken niet meer zo goed, en ze wil graag de juiste informatie geven.

Noodgedwongen verhuizen

Het verhaal van Annemiek begint rond 2014. Ze is dan al een poosje mantelzorger voor haar moeder. Annemieks moeder is altijd al een beetje ziek geweest, maar met Alzheimer en na een val gaat haar gezondheid verder achteruit. In 2014 krijgt Annemieks man een hersenbloeding en raakt deels verlamd. Na een ziekenhuisopname komt hij in een revalidatiekliniek terecht. ‘Daar zat hij dus echt niet op zijn plaats. (…) Mijn man probeerde daar ook twee keer een einde aan zijn leven te maken. Het is niet gelukt.’ Haar man wil iedere keer mee naar huis en Annemiek moet smoesjes verzinnen om hem daar toch weer iedere keer alleen achter te laten: ‘Ik vond het verschrikkelijk.’ Ook maakt haar man zich zorgen over de hond, die alles voor hem betekende, zo vertelt Annemiek. ‘Nou, toen kreeg ik haar (Blondy) onder mijn hoede. Ik denk: oh mijn hemel, hoe ga ik dit doen? Nou, we zijn nu net Jut en Jul.’ Annemiek verhuist in 2015 noodgedwongen van een kleine provinciestad naar de grote stad. Ze vertelt dat ze niet meer in het huis van haar man kon blijven wonen. In hetzelfde jaar gaat haar vertrouwde werkgever in de zorg failliet en wisselt ze van werkgever.

Opstapeling van problemen eist tol

In Annemieks woorden begint ‘al haar ellende’ vanaf 2016. In de lente van dat jaar overlijdt eerst haar moeder en vier maanden later haar man, na een tweede hersenbloeding. Ook start ze bij haar nieuwe werkgever. Ze komt daardoor niet aan rouwen toe. ‘Het stapelt zich maar op. Dat je niet eens toekomt aan jezelf. En dan blijf je op je tenen lopen met een masker voor.’ Annemiek werkt al veertig jaar onafgebroken bij verschillende zorginstellingen, de laatste jaren als huishoudelijke hulp. In tegenstelling tot haar eerdere werkgever, die begrip had voor haar thuissituatie met dubbele mantelzorg, voelt ze zich door haar nieuwe werkgever niet goed begrepen. Ze gaat een tijd minder uren werken, totdat een nieuwe arbo-arts vindt dat het zo niet langer kan en Annemiek in juni 2022 100% ziek meldt. Over deze arbo-arts zegt Annemiek: ‘Jammer dat ik haar nooit eerder heb gehad.’ Annemiek is ontzettend moe en werken gaat niet meer.

‘Ik heb veertig jaar gewerkt; ik ben nog nooit bij deze uitkeringsinstantie geweest. Voor mij is het echt abracadabra'

Annemiek

Het ging voor het overlijden van haar moeder en man al niet goed met Annemieks gezondheid. In 2015 trekt ze bij haar huisarts aan de bel en krijgt ze eerst kalmeringsmiddelen en daarna antidepressiva voorgeschreven. Later, zo vertelt ze, wordt haar diagnose aangepast van depressie naar depressiestoornis en haar medicatie verdubbeld. Ze krijgt last van paniekaanvallen. In 2019 krijgt Annemiek een TIA als ze van een cliënt onderweg is naar huis. Omdat ze haar hoofd niet vertrouwt en bang is dat ze de ziekte van haar moeder – Alzheimer – krijgt, laat ze zich testen. Ze vertelt dat in 2021 uit deze test blijkt dat ze een beperking heeft en daardoor moeite heeft met taal en rekenen. Ze kan zich nog wel herinneren dat ze als kind na twee jaar basisschool naar een speciale school is gegaan en ze vertelt dat ze toen ook in het ziekenhuis altijd van die plakkertjes op haar hoofd kreeg. ‘Maar waarvoor dat was, dat moet je me niet meer vragen, want dat weet ik niet.’

Hulp uit verschillende hoeken

Annemiek heeft momenteel nog last van veel spanningen, van paniekaanvallen die geregeld terugkomen en een depressiestoornis die af en toe in ernst toeneemt. Ze krijgt de afgelopen jaren hulp vanuit verschillende hoeken: maatschappelijk werk, drie ggz-instanties, rouwverwerking aan huis en van het eerdergenoemde testcentrum, dat haar beperking constateerde. ‘Ik heb wat lopen praten!’ Ook heeft ze steun aan haar broer, met wie ze nog een tijdje samen in haar huis woont.

Oerwoud aan regels

Een belangrijk moment in haar zoektocht naar herstel lijkt begin 2022 te zijn, wanneer een van de ggz-instellingen haar in het afrondende gesprek adviseert om contact te zoeken met een cliëntondersteuner. 'Misschien had ik daar wel eerder moeten zijn', zegt ze. De cliëntondersteuner helpt haar praktisch met van alles en neemt haar veel geregel uit handen, zoals met de problemen op haar werk, met de arbodienst en de uitkeringsinstantie. Over de laatstgenoemde instantie zegt Annemiek bijvoorbeeld: ‘Ik heb veertig jaar gewerkt; ik ben nog nooit bij (deze uitkeringsinstantie) geweest. Voor mij is het echt abracadabra. Ik snap er niks van.’ Daarnaast zorgt de ondersteuner voor een begeleider vanuit het wijkteam, die bijvoorbeeld samen met Annemiek naar belangrijke gesprekken gaat. Verder krijgt Annemiek nu nog hulp van een sociaal raadsvrouw, die voor haar het een en ander uitzoekt over de diverse gemeentelijke en landelijke toeslagen. Zo kan Annemiek het voor haar ontoegankelijke oerwoud aan regels en procedures deels aan anderen overlaten. Ze heeft daar vertrouwen in en dat geef rust. ‘Ik ben blij dat ze er zijn.’

Ander soort begeleiding nodig

Annemiek geeft aan met haar verhaal niet te willen suggereren dat de andere instanties haar niet hebben geholpen. En ook haar huisarts, die zich best veel zorgen maakt, heeft volgens Annemiek ‘ook maar lopen zoeken, zoeken waar ze mij kon helpen. Maar ik had een ander soort begeleiding nodig gehad.’ Alleen heeft niemand haar daar eerder op gewezen, en zelf wist ze al helemaal niet van het bestaan van cliëntondersteuning af. En dat terwijl haar werkgever ironisch genoeg al jaren in hetzelfde gebouw gehuisvest was als haar cliëntondersteuner. Ze wil met haar verhaal proberen te voorkomen dat anderen in eenzelfde situatie terechtkomen.

Had zover niet hoeven komen

Ze vertelt dat ze heftige dingen heeft meegemaakt bij allerlei ggz-instanties waar ze liever niet over in detail wil treden, maar die ze niemand gunt. ‘Ik hoop dat jullie er allemaal nooit in komen, het is verschrikkelijk. Ik heb zoveel dingen gezien.’ Ook hoopt ze dat er bij werkgevers en arbo-artsen meer begrip en betere begeleiding komt voor mensen zoals zij, die met depressies en paniekaanvallen kampen. Ze gaf bij allebei aan dat het niet goed met haar ging, maar moest desondanks toch haar uren proberen te maken. Er werd niet echt naar haar geluisterd, vindt ze. Annemiek denkt dat als de cliëntondersteuner eerder op haar pad was gekomen het niet zover was gekomen. ‘Als er ook wat meer gesprekken waren gevoerd met de werkgever, dan had dit niet zo hoeven lopen met mij. Dan waren misschien mijn klachten minder, of niet, want een depressiestoornis gaat nooit meer over. En mijn paniek, ik weet hoe ik het moet onderdrukken. Ik weet het heel goed. Ik weet niet of het dan zo was gelopen bij (Annemieks werkgever).’ Haar verhaal wil ze ook nog met haar huisarts bespreken: ‘Voor de toekomst, voor andere mensen.’

‘Als er ook wat meer gesprekken waren gevoerd met de werkgever, dan had dit niet zo hoeven lopen met mij.'

Annemiek

Werkgever had beter moeten begeleiden

Binnenkort heeft Annemiek een afrondend gesprek met haar werkgever. In een eerder gesprek gaf haar werkgever toe dat ze onderschat hebben hoe Annemiek eraan toe was en dat ze haar beter hadden moeten begeleiden. Haar cliëntondersteuner gaf de werkgever terug dat dat wel een beetje laat is, wat Annemiek hartgrondig onderschrijft: ‘Ja, wat heb ik daar nou aan.’ Annemiek wil liever niet meer van doen hebben met haar werkgever. Ze wil vooral rust aan haar hoofd en alles achter zich kunnen laten. Maar nu moeten er nog wat laatste zaken geregeld worden. Eerst met haar werkgever en dan met de uitkeringsinstantie. Annemiek denkt dat het wel goed komt. Mocht er dan toch weer iets niet kloppen, dan vertrouwt ze op de steun van haar cliëntondersteuner. ‘En dan mag zij weer voor me strijden.’

Naar de vogeltjes luisteren

Als dit allemaal voorbij is, hoopt Annemiek dat haar leven er vrolijker uit gaat zien, ‘dat de zon voor me gaat schijnen. Dat ik wat meer zin krijg in het leven en dat ik wat meer kan doen in mijn huis.’ Annemiek kon zich er de afgelopen tijd niet toe zeten om iets te doen in haar huis, maar dat komt volgens haar wel weer goed. Van een ggz-hulpverlener heef ze geleerd hoe ze rust kan vinden. Dan gaat ze op haar balkon staan, even mediteren en naar de vogeltjes luisteren.

Bij het afscheid aan de deur, waar hond Blondy weer langzaam wakker wordt, wijst ze naar zichzelf. ‘Het is nu eindelijk tijd voor mezelf.’ Om te gaan wandelen, met haar puzzelboekje aan de slag te gaan, om te rouwen en de draad van haar leven weer op te pakken. Ze heeft buurvrouwen om haar heen die goed op haar letten, een broer in de buurt en een bonus-familie via haar overleden man. Deze nieuwe fase van haar leven – zonder werk, maar met meer rust – ziet ze optimistisch tegemoet.

Wil jij ons jouw verhaal vertellen? Stuur dan een mail naar: p.magnee@cnv.nl en zet in de onderwerpregel 'uitgeschaafd'.

Laat je stem horen en sluit je aan!

Samen staan we sterker. Tijdelijk betaal je in totaal € 24 voor de eerste zes maanden.

  • Betere arbeidsvoorwaarden
  • Hulp bij professionele ontwikkeling
  • Juridische ondersteuning als het tegenzit