Annemiek vertelt haar verhaal in haar appartement in een portiekflat in een grote stad. Hond Blondy zit in de bench in de gang en zou maar wat graag vrij rondlopen. Maar dat gaat niet, ‘want anders leidt zij ons alleen maar af’. Annemiek is 60 jaar en woont alleen. In haar woonkamer liggen op de eettafel en op een stoel netjes geordende stapels papieren, waarvan ze tijdens het interview geregeld een stapeltje pakt om een jaartal te controleren. Haar geheugen en concentratie werken niet meer zo goed, en ze wil graag de juiste informatie geven.
Noodgedwongen verhuizen
Het verhaal van Annemiek begint rond 2014. Ze is dan al een poosje mantelzorger voor haar moeder. Annemieks moeder is altijd al een beetje ziek geweest, maar met Alzheimer en na een val gaat haar gezondheid verder achteruit. In 2014 krijgt Annemieks man een hersenbloeding en raakt deels verlamd. Na een ziekenhuisopname komt hij in een revalidatiekliniek terecht. ‘Daar zat hij dus echt niet op zijn plaats. (…) Mijn man probeerde daar ook twee keer een einde aan zijn leven te maken. Het is niet gelukt.’ Haar man wil iedere keer mee naar huis en Annemiek moet smoesjes verzinnen om hem daar toch weer iedere keer alleen achter te laten: ‘Ik vond het verschrikkelijk.’ Ook maakt haar man zich zorgen over de hond, die alles voor hem betekende, zo vertelt Annemiek. ‘Nou, toen kreeg ik haar (Blondy) onder mijn hoede. Ik denk: oh mijn hemel, hoe ga ik dit doen? Nou, we zijn nu net Jut en Jul.’ Annemiek verhuist in 2015 noodgedwongen van een kleine provinciestad naar de grote stad. Ze vertelt dat ze niet meer in het huis van haar man kon blijven wonen. In hetzelfde jaar gaat haar vertrouwde werkgever in de zorg failliet en wisselt ze van werkgever.
Opstapeling van problemen eist tol
In Annemieks woorden begint ‘al haar ellende’ vanaf 2016. In de lente van dat jaar overlijdt eerst haar moeder en vier maanden later haar man, na een tweede hersenbloeding. Ook start ze bij haar nieuwe werkgever. Ze komt daardoor niet aan rouwen toe. ‘Het stapelt zich maar op. Dat je niet eens toekomt aan jezelf. En dan blijf je op je tenen lopen met een masker voor.’ Annemiek werkt al veertig jaar onafgebroken bij verschillende zorginstellingen, de laatste jaren als huishoudelijke hulp. In tegenstelling tot haar eerdere werkgever, die begrip had voor haar thuissituatie met dubbele mantelzorg, voelt ze zich door haar nieuwe werkgever niet goed begrepen. Ze gaat een tijd minder uren werken, totdat een nieuwe arbo-arts vindt dat het zo niet langer kan en Annemiek in juni 2022 100% ziek meldt. Over deze arbo-arts zegt Annemiek: ‘Jammer dat ik haar nooit eerder heb gehad.’ Annemiek is ontzettend moe en werken gaat niet meer.