Anoushka is een jonge vrouw met een tot in de puntjes verzorgd uiterlijk. Ze loopt achter haar rollator naar de spreekkamer van de welzijnsorganisatie waar ze vrijwilligerswerk doet en waar dit gesprek plaatsvindt. Anoushka werkte voorheen fulltime in sales management, tot ze zes jaar geleden plotseling verschillende lichamelijke klachten in haar benen en haar bekken ervaart. Haar klachten verergerden, maar artsen stellen volgens haar lange tijd niet de juiste diagnose. Anoushka vertelt dat ze vaak ‘gezien wordt als jonge vrouw. (…) Dat zal wel goed komen met die meid, het zal niet zo ernstig zijn.’ Haar klachten zijn complex en ze ontving – zo oordeelt haar huidige behandelaar – niet op tijd de juiste zorg en medicatie, waardoor ze snel achteruit ging.
Leven met chronische ziekte
Anoushka moet in deze periode veel medische controles ondergaan: ‘Ziekenhuis in, ziekenhuis uit.’ Haar klachten spelen ook op het werk: ‘Soms viel ik flauw van de pijn.’ Dit maakt dat ze noodgedwongen moet stoppen met werken. Anoushka vertelt dat ze zich schuldig voelt omdat ze graag wil werken. Ook ervaart ze veel onzekerheid door het gebrek aan een diagnose: ‘Waar komt het nou vandaan? Je begint aan jezelf te twijfelen: wat gebeurt er nou met mijn lichaam?’
Een jaar of vier nadat haar klachten begonnen, belandt Anoushka in de ziektewet. Ze kan op dat moment al niet meer zelfstandig lopen door verlammingen in haar benen en maakt gebruik van een rollator. Thuis is ze afhankelijk van de ondersteuning van haar man bij haar persoonlijke verzorging en met koken en boodschappen doen. Ook brengt haar man haar naar haar medische afspraken. Ze vertelt dat artsen in deze periode denken dat het tussen haar oren zit. Anoushka zegt dat ze toen op een punt kwam waarop ze eigenlijk niet meer wilde leven en afscheidsbrieven schrijft. Ze vraagt zich af: ‘Hoe moet ik dit doen allemaal, waar moet ik aankloppen, wat voor opties heb ik nog?’ Een hulpvraag komt niet altijd vanzelf.
Partner stopt met werken
Anderhalf jaar geleden komt Anoushka bij een nieuw team van artsen terecht, die haar weten te diagnosticeren. Ze heeft een complexe en zeldzame aandoening, die ook chronisch blijkt: ‘Weg gaat het niet, ik moet ermee leren leven.’ Haar huidige flat is echter niet geschikt voor Anoushka. Ze kan bijvoorbeeld niet met haar rollator naar de badkamer en het toilet. ‘Ik ben niet echt een klager, ik probeer altijd van alles iets positiefs te maken. Maar ik kan het niet lang volhouden, de wc is te laag, ik kan me nergens aan vasthouden.’ Haar man is zzp’er in de bouw maar de zorg voor Anoushka eist nu al zijn tijd op, waardoor hij volledig stopt met werken. ‘Mijn man moest zich volledig op mij focussen en dat heeft hij met alle liefde gedaan, dus daar zal ik hem altijd dankbaar voor zijn.’