Het CNV-team dat misstanden in de uitzendbranche onderzoekt, kreeg eerder dit jaar een signaal over een groep van ruim 30 Oekraïense werknemers in het Westland. De contracten die ze bij Janpol hadden ondertekend om hier in Nederland aan het werk te kunnen, waren ‘volstrekt immoreel en verwerpelijk’, aldus CNV-bestuurders Henry Stroek destijds. In de contracten stonden meerdere boetebepalingen, waarschuwingen en dreigingen.
Veel media-aandacht
Ook RTL Nieuws en het Algemeen Dagblad brachten het nieuws indertijd naar buiten. Daarbij werden stevige kwalificaties gebruikt, die waren gebaseerd op eigen onderzoek. Ook andere media besteedden er vervolgens aandacht aan. Er werden zelfs Kamervragen over gesteld. Het tuindersbedrijf Vreugdenhil, dat de Oekraïners had ingehuurd, reageerde geschokt en bekende zich niet goed te hebben verdiept in de contracten van de Oekraïners.
Janpol eist rectificatie
Janpol verzette zich tegen de publicaties en startte een juridische procedure tegen CNV Vakmensen. Daarin eiste Janpol onder meer dat de bond de eerdere berichtgeving van de website zou verwijderen en rectificeren.
CNV betwist beschuldiging van Janpol
Het CNV heeft tijdens de juridische procedure betwist onrechtmatig te hebben gehandeld. Stroek zegt hierover: ‘We hebben de situatie en de contracten eerst grondig onderzocht. Vervolgens hebben we geprobeerd om dit goed op te lossen met Janpol en inlenende bedrijven. Pas toen dit niet lukte, hebben we de publiciteit gezocht.’
Rechtbank wijst alle eisen van Janpol af
De rechtbank heeft alle eisen van Janpol afgewezen. Volgens de rechtbank had het CNV ‘een gerechtvaardigd belang om deze situatie aan de kaak te stellen’. Inhoudelijk zegt de rechtbank hierover:
‘De verklaringen van de personen die met CNV hebben gesproken en de overeenkomsten tussen Janpol en deze werknemers geven inderdaad reden tot zorg. Zo staan er allerlei boeteclausules in, zelfs tot 20%, mogen de werknemers geen contact hebben met de Nederlandse werkgever, en wordt gedreigd met ‘deportatie naar Polen of Oekraïne’ bij niet naleving van de regels. Daarbij heeft een aantal van hen tegenover CNV verklaard dat salaris werd ingehouden voor huisvesting en vervoer, dat zij geen geld hadden om eten te kopen en dat zij niet bij de voor hen geopende bankrekening konden. Ook konden zij niet terug naar Polen wanneer ze dat zouden willen, omdat Janpol bepaalde wanneer de terugreis zou plaatsvinden.’
Vrijheid van meningsuiting
Volgens de rechtbank staat het de vakbond – als belangenbehartiger van werknemers – vrij om hierover in het openbaar stevige uitspraken te doen. ‘Het belang van het CNV gaat hier boven het belang van Janpol op bescherming van haar eer en goede naam. De publicaties zijn dus niet onrechtmatig en de vorderingen zullen worden afgewezen.’
Volgens de rechtbank moet de vrijheid van meningsuiting van het CNV worden bezien in het licht van de vakbondsvrijheid (artikel 11 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens).