Toen de klachten begonnen – ‘opvliegers, slecht slapen, vermoeidheid’- was Anneke Heijkers (60), ib’er op basisschool Den Doelhof in Meijel, begin vijftig. ‘Ik wist natuurlijk wel dat dat te maken had met de overgang. Maar ik werd op een gegeven moment echt depressief! Als ik collega’s hoorde lachen, dacht ik echt: “Lachen? Oja, er is nog zoiets als lachen!” Ik voelde me somber, depressief, incapabel om mijn werk te doen. Ik ging zelfs naar een coach om te bespreken of ik mijn werk nog wel aankon. Uiteindelijk heb ik me huilend ziek gemeld bij mijn schoolleider. Ik kon niet meer. Ik ging naar de huisarts en zei: “Schrijf maar burn-out op ofzo.”’
Hormoonpillen
De huisarts schreef Heijers pillen voor tegen opvliegers. Toen ze daar meer over las, besloot ze die niet te nemen en eerst naar een overgangsconsulent te gaan. ‘Twee jaar daarvoor had een neuroloog, waar ik kwam voor mijn migraine, me daar al op gewezen. Bij de overgangsconsulent moest ik een lijst invullen met dertig mogelijke kenmerken van de overgang en ik had ze allemaal, behalve hartkloppingen. Mijn ogen gingen open! Dus ook depressie, stemmingswisselingen, onzekerheid en concentratieproblemen zijn verschijnselen van de overgang! Ik vind eigenlijk dat elke vrouw dat moet weten. Ik had dus geen burn-out! Ik kreeg hormoonpillen voorgeschreven en dat was mijn redding. Ik voelde me veel beter’, - met een lach – ‘zelfs beter dan normaal. Ik ging weer aan het werk, wat nogal gek was voor iemand waarvan gedacht werd dat ze een burn-out had. Niet al mijn klachten zijn weg: het gaat allemaal wat minder snel dan voorheen, ik ben wat vergeetachtiger en kan me minder goed concentreren. Maar van de depressie ben ik af.’
Openheid
De aandacht die het CNV besteedt aan de overgang doet Heijkers goed. ‘Het helpt om meer openheid te creëren. Om de lacherigheid eraf te krijgen. Het helpt vrouwen denk ik ook om te accepteren dat ze veranderen, dat ze niet meer de vrouw zijn die ze waren, maar dat het oke is. We hoeven ons zelf niet af te schrijven als we in de overgang komen en ook niet door anderen afgeschreven te worden. Ik ben er heel open over op school. En hoop dat dat andere vrouwen ook helpt. Mijn schoolleider heeft inmiddels contact gehad met het CNV, om meer te horen over de overgang en over mogelijkheden om er aandacht aan te besteden op school, daar ben ik heel blij mee.’