De start was best wel pittig. Mijn duo en ik waren allebei starters, met dezelfde kennis en ervaring’, zegt Milou de Kleijn (24) leerkracht op basisschool De 4 Heemskinderen in Deursen-Dennenburg en docent kleuterstage op de Radboud Universiteit in Nijmegen. Na een jaar pabo en een studie pedagogische wetenschappen primair onderwijs begon ze met een oud-studiegenoot als duo op haar oude basisschool. Dat was ruim anderhalf jaar geleden. ‘Het begin was echt wel spannend. Want als stagiair draai je gewoon mee en hanteer je de bestaande regels en routines van de klas. Dat was wel even zoeken. Hoe gaan we het samen aanpakken. Wat hebben de kinderen nodig en op welke manier gaan we lesgeven. Een hele uitdaging. Maar als ik dan zie hoe de klas geniet van het uitdagende onderwijs dat we ze bieden, dat geeft me dat zoveel energie.’
Met plezier werken
Welke visie heb je, welke doelgroep past bij je en welke werkcultuur vind je prettig? Vragen die volgens Milou passen bij een goede voorbereiding op je eerste baan in het onderwijs. ‘Een professionele cultuur of juist een meer sociale, familiecultuur? En vooral ook: wat wil je bereiken met jouw onderwijs en voor welke doelgroep? Bedenk ook wat je nog wilt leren en of de school daarin kan voorzien. Belangrijk, want het zorgt er wel voor dat iemand met plezier blijft werken. Uiteraard heeft dat ook te maken met waardering, in welke vorm dan ook.’ Maar, tipt Milou: ‘Zorg goed voor jezelf en zoek de juiste balans. Je besteedt heel veel uren, ook in je vrije tijd, aan lesgeven. En omdat iedereen hart heeft voor het onderwijs en de kinderen, vergeet je jezelf al snel.’
Perfectionistisch
Voor Eva Schoffelmeer (24) uit Haarlem, werkzaam als orthopedagoog bij het Pedagogen Collectief in haar woonplaats, was de hoge werkdruk reden om na de universitaire pabo aan de Universiteit van Amsterdam een eenjarige master orthopedagogiek te volgen. ‘Ik vond fulltime voor de klas staan nog te veel werkdruk geven. Ik ben erg perfectionistisch, wil altijd alles tot in de puntjes voorbereid hebben en alle leerlingen het beste bieden. Hiervoor gebruikte ik tijdens mijn studie ook de avonden en weekenden. Dat wilde ik mezelf als starter niet aandoen en daarom koos ik ervoor om verder te studeren. Als orthopedagoog wil ik meer kennis opdoen over kinderen met extra onderwijsbehoeften.’