Het klimaat, het milieu en grensoverschrijdend gedrag. Dat zijn de onderwerpen die Kimberly Snijders, voorzitter van de NJR, direct noemt als haar wordt gevraagd waarvoor jongeren massaal op de bres springen. Ook via social media. CNV Jongeren-voorzitter Justine Feitsma noemt daarnaast ook het leenstelsel en de woningnood als onderwerpen die jongeren op de been krijgen. ‘Jongeren komen in actie voor concrete onderwerpen die hen direct raken.’
Klimaat en milieu
Dat jongeren in actie komen voor klimaat en milieu, weet Winnie Oussoren als geen ander. Ze is de voorzitter van Milieudefensie Jong. Zij ziet dat de deelnemers allerlei redenen hebben om mee te doen aan klimaatacties. ‘Bijvoorbeeld om klimaatrechtvaardigheid. De klimaatcrisis wordt ook hier gevoeld, maar vaak intensiever in armere landen. Dat is een reden om deel te nemen aan een actie. Een ander zoekt het dichterbij en doet mee vanwege de energiecrisis in Nederland, waarbij mensen die het minder breed hebben het hardst worden getroffen. Of neem het effect van klimaatverandering op het dierenwelzijn.’
De manier waarop er voor het klimaat actie wordt gevoerd, is soms anders dan de wijze waarop vakbonden actievoeren. Zo verenigen verschillende organisaties zich. Oussoren: ‘Bijna honderd organisaties hebben bijvoorbeeld meegedaan aan de solidariteitsdemonstratie naast de A12 waar activisten van Extinction Rebellion actie voerden. Die deden dat op basis van geweldloze burgerlijke ongehoorzaamheid, de organisaties steunden hen, maar gingen de weg niet op.’
Eigen focus
‘Bonden blijven altijd binnen de lijnen. Milieudefensie ook, maar die ondersteunt bijvoorbeeld de acties van Extinction Rebellion. Dat gaat over de kern van het probleem en klimaatrechtvaardigheid’, zegt Oussoren. Dat is een intersectionele strijd, ook om gelijke rechten voor vrouwen, mensen van kleur en werkomstandigheden. Elke organisatie heeft zijn eigen focus.’
Overeenkomsten tussen vakbonden en de klimaatbeweging ziet Oussoren ook. Op 1 mei bijvoorbeeld, liep zij mee in de 1 Mei-staking. ‘De bonden liepen mee, wij liepen als klimaatblok, maar we voerden actie voor hetzelfde doel en op basis van non violence. Marsen en stakingen, ook in massa, werkt nog steeds als vorm van actievoeren.’
Tot haar spijt moet ze zeggen dat vooral hoger opgeleide jongeren in actie komen. ‘Hoe dat precies komt, weet ik niet. Ik wou dat ik kon zeggen dat wij alle jongeren bereiken. Binnenkort praat ik erover met een gedragspsycholoog.’
Maatschappelijk kompas
Volgens NJR-voorzitter Snijders hebben jongeren een uitstekend maatschappelijk kompas ontwikkeld en weten zij goed en slecht heel goed uit elkaar te houden. Grensoverschrijdend gedrag bijvoorbeeld is ook een onderwerp waarvoor jongeren actie ondernemen, signaleert zij. ‘Deze generatie handelt snel, maar jongeren kunnen ook bevriezen als ze met dergelijk gedrag te maken krijgen. Studentenverenigingen en jongerenorganisaties willen protocollen ontwikkelen om ervoor te zorgen dat grensoverschrijdend gedrag niet onder de radar blijft. Een protocol geeft houvast aan wat wel en niet acceptabel is. In vriendengroepen is het soms lastiger; de setting is informeler. De scheidslijn tussen wat toelaatbaar is en niet, kan daardoor vervagen. Daarnaast is het lastig vrienden aan te spreken op bepaald gedrag.’
Justine Feitsma, voorzitter van CNV Jongeren, ziet dat jongeren vaak kort zijn betrokken bij onderwerpen. ‘Voor het leenstelsel, het woonprotest of eenmalig meedoen aan een klimaatprotest gaat het goed. Maar voor projecten waarvoor je een paar maanden naar bijeenkomsten gaat, wordt het moeilijker.’ Sinds de pandemie valt het haar op dat jongeren minder vaak fysiek komen opdagen. ‘Online heeft een omslag gemaakt. Voor die tijd ging je gewoon, door weer en wind op de fiets naar bijeenkomsten. Nu is er het digitale alternatief en ga je minder makkelijk de drempel over om erop uit te gaan.’
Concrete onderwerpen
Verder ziet Feitsma, net als Snijders, dat jongeren op de bres springen voor concrete onderwerpen. Ook als het gaat om arbeid. ‘Op het moment dat het op het werk concreet wordt, willen zij wel deelnemen aan acties’, stelt de CNV Jongeren-voorzitter. ‘Stel dat je een baan hebt bij een supermarkt en het gaat om de toeslag voor de zondagdienst, dan is het concreet en komen jongeren in actie. Maar voor pensioen voeren jongeren geen actie. Arbeidsvoorwaarden staan verder van ze af. Misschien zijn deze ook minder bekend bij ze.’
Feitsma begrijpt ook wel waarom jongeren minder betrokken zijn bij acties van de bonden en dat je ze daar minder ziet. Voor veel jongeren is werk een bijbaan. Een studie en, of, zelfontplooiing staan op de eerste plaats. ‘Dat kost veel energie, ook mentaal.’ Verder kan zij zich voorstellen dat een leidinggevende die niet wil dat een jongere deelneemt aan een actie, meer indruk maakt als je minder mondig bent. ‘Maar bij de jongerenorganisaties zitten over het algemeen mondige jongeren. Tegen de tijd dat ze eind 20, begin 30 zijn, ontstaat meer interesse voor de thema’s van de vakbonden.’
Stoffig
Dat heeft volgens Feitsma te maken met een nieuwe levensfase die dan aanbreekt. ‘Mensen hebben een salaris nodig, krijgen misschien een kind en vinden dan dat het ouderschapsverlof bijvoorbeeld wel erg kort is. Je krijgt gewoon te maken met meer situaties.’
Snijders vermoedt dat jongeren kunnen bevriezen als het gaat om actievoeren voor loonsverbetering of arbeidsvoorwaarden. ‘Helemaal als ze niet weten wat hun rechten zijn. Ik kan me voorstellen dat ze denken: ik wil mijn extra geld niet verliezen.’
De NJR-voorzitter merkt op dat vakbondswerk niet in het onderwijs zit. ‘Eigenlijk zou het een onderdeel moeten zijn van de informatie die jongeren krijgen als zij ergens gaan werken. Of maak het op een leuke manier bespreekbaar in het onderwijs. Misschien vinden jongeren vakbonden wel wat stoffig. Maar het is een actiebereidwillige generatie die in beweging is te krijgen.’
(Foto bovenaan dit artikel is gemaakt op 16 maart in het Haga Ziekenhuis in Den Haag tijdens de acties rond de cao Ziekenhuizen.)