Op de vraag Hoe vaak neem je echt tijd voor jezelf?, zeggen de meeste van de 140 deelnemers ‘regelmatig en ‘soms’ of ‘wisselend’. De vraag Hoe vaak zeg je ja tegen dingen die je eigenlijk liever niet wilt doen?, scoort echter ook hoog op regelmatig, soms en wisselend. Nee zeggen is dus een dingetje. Ook het energielevel van de vrouwen houdt niet over en scoort tussen een 5 en een 7. Irma Leijten, trainer bij Lijv (Lekker in je vel), zegt: ‘Er is dus ruimte voor winst.
Vermijden
‘Na acht uur werken, rijd ik naar de supermarkt, boodschappen doen, naar huis, koken, snel eten, vervolgens helpen op de boerderij. Ik zou graag op de bank ploffen, een momentje voor mezelf, maar dat kan pas om 22 uur’, schetst een deelnemer in de chat het probleem van tijd voor jezelf nemen. Leijten zegt: ‘Erken het probleem en onderzoek het. Waarom ga je bijvoorbeeld altijd te laat weg van je werk? Of waarom zeg je geen “nee” als iemand iets vraagt. Vul eens aan: “Ik ga liever over mijn grens dan … Ik zeg liever ja op dat verzoek dan dat ik …” Na een pauze en veel reacties in de chat: ‘Ja, we gaan over onze grenzen omdat we iets anders willen vermijden. De confrontatie, gedoe, gezeur, kritiek. Negentig procent van ons gedrag “doen” we automatisch, zonder erover na te denken. Maar waarom doe je wat je doet?’
Grenzen aangeven
‘Als je over je grens gaat, levert dat stress op, vermoeidheid, kort lontje, fysieke klachten, burnouts. Maar we doen het zelf’, constateert Leijten. ‘Daar moeten we ons bewust van worden.’ Actrice Isa Hoes beaamt dat: ‘Wij zijn opgevoed met het idee dat je gezin altijd op één staat. Ik heb moeten leren om mezelf ook af en toe bovenaan te zetten, maar daar moet je echt over nadenken.’
Protesteren
Maar waar krijg je wel energie van, wil Leijten weten. Natuur, dansen, sport, als alles op rolletjes loopt, mijn kinderen, antwoorden de vrouwen. ‘Voor al die dingen wil je méér ruimte maken. En dus moet je leren nee zeggen. Maar hoe doe je dat, grenzen aangeven? Communiceer duidelijk, doe dat als je rustig bent, niet als je net een opvlieger hebt’, lacht Leijten. ‘Spreek verwachtingen uit. Check het effect bij de ander. Doe een concreet voorstel. En verwacht vooral geen 100% begrip. En reken op onrust bij jezelf, want je brein is dit niet gewend en gaat protesteren. Maar ga het gewoon doen! Anders kom je er nooit achter wat het je brengt.’
Meer tijd
Sybren Visser, de man bij CNV die het meest van de overgang weet, peilt de stemming. Tijd voor jezelf in de overgang? ‘Lukt me best vaak’ en ‘Andere dingen zijn belangrijker’ strijden om de eerste plaats. En wat zou je dan als je meer tijd had voor jezelf? Daar poppen vooral de woorden lezen, wandelen, sporten, rusten, ontspanning omhoog. Op de vraag Hoeveel tijd wil je dan hebben? Verliezen de antwoorden ‘Een dag per week, een uur per dag, een paar minuten per uur’ het allemaal van ‘Veel meer dan hier staat’.
Ontploffing
In de chat schrijft een deelnemer dat het haar maar niet lukt om tijd voor zichzelf te maken. Leijten: ‘Ga werken met haalbare stapjes. Evalueer en wees niet teleurgesteld als het niet meteen lukt.’ CNV-projectmanager Open over de Overgang, Anneke Scheurink, verhaalt ter illustratie van een enorme ontploffing bij haar zelf toen ze met haar gezin een spelletje deed en de spelregels maar niet snapte. ‘Op dat moment luchtte het op, maar achteraf schaamde ik me enorm’, lacht ze. ‘Ook ontploffingen mogen er zijn’, besluit Leijten.