Als Bjorns vrouw, Inge, 28 weken zwanger is van de tweeling Anna en Lynn gaat het allemaal nog goed. Ze besluiten daarom op babymoon te gaan. Op de terugweg gaan ze voor een controle nog langs het ziekenhuis. Daar blijkt dat Lynn geen vruchtwater meer had en dat Anna juist zwom in het vruchtwater. Ook is hun hartslag heel onregelmatig. De alarmbellen gaan af; de tweeling moet met spoed worden gehaald. Anna en Lynn hebben slechts twee dagen geleefd en zijn kort na elkaar overleden aan een hersenbloeding. Bjorn: ‘En dan kom je in een landschap terecht dat men rouw noemt’.
Gemaskeerd gedrag
Bjorn merkte tijdens zijn rouwproces dat voorheen gemaskeerde gedrag opeens allemaal naar boven kwam. ‘Ik heb bijvoorbeeld altijd geleerd om niet boos te zijn. Mijn opgekropte woede kwam nu naar boven. Je krijgt niet alleen te maken met rouw, maar je moet ook ineens heel hard werken aan jezelf. Tot 10 tellen lukte niet, zelfs niet tot 1.’
Ook ging de communicatie tussen hem en zijn vrouw minder. ‘Zij wilde verbinding en verdriet delen. Ik wilde haar pijn en verdriet wegnemen, maar dat kan helemaal niet. Wat ik niet wilde was haar ook nog belasten met mijn verdriet. Een coach leerde mij hoe ik mijn verdriet kon delen en mezelf kwetsbaar kon opstellen. Niet meer doen alsof het goed gaat.’
Rouwrevolutie
Bjorn: ‘Heel veel vaders voelen zich enorm eenzaam. Er wordt vaak gevraagd hoe het met je vrouw gaat, bijvoorbeeld na een bevalling of miskraam. Er moet ook eens gevraagd worden hoe het met jou gaat. En spreek ook over de kinderen die er niet meer zijn. Geen kind is zo aanwezig als het kind dat wordt gemist. Pijn en gemis blijft, en het kan je zomaar overvallen als je bijvoorbeeld spelende kinderen ziet.’
‘Ik droom weleens van een rouwrevolutie. Dat het onderwerp bespreekbaar wordt. Ik gun vaders op de werkvloer ruimte en veiligheid om er te kunnen zijn. Een gezonde werkomgeving zorgt immers voor gezonde werknemers. Werkgevers spelen daarin een cruciale rol.’