De nieuwe 'Wet Internationalisering' brengt een complexe uitdaging aan het licht binnen het Nederlandse hoger onderwijs: het vinden van een balans tussen internationalisering en toegankelijkheid. Deze kwestie, die recentelijk veel aandacht kreeg tijdens de verkiezingen, raakt aan zowel de toename van internationale studenten als de mogelijke verdringing van het Nederlands in bacheloropleidingen. Minister Dijkgraaf streeft naar een evenwichtige aanpak, met een wetsvoorstel dat deel uitmaakt van een breder pakket aan regulerende maatregelen.
Diverse politieke standpunten over Internationalisering in onderwijs
Tijdens de verkiezingsperiode hebben politieke partijen hun visies gedeeld over internationalisering in het hoger onderwijs. Voorstellen variëren van het volledig in het Nederlands aanbieden van bacheloropleidingen tot het beperken van de instroom van internationale studenten door taaleisen.
CNV-enquête onderwijsmedewerkers: Verschillende perspectieven
In een enquête onder haar leden, werkzaam in het hoger onderwijs, heeft CNV Onderwijs de impact van deze maatregelen verkend. Vragen over onderwijskwaliteit, werkgelegenheid en werkdruk stonden centraal. De resultaten tonen een duidelijke divergentie tussen stedelijke en grens- en krimpregio's aan. In steden zoals Groningen, Twente, Maastricht en Brainport Eindhoven worden internationale studenten gezien als essentieel voor de regionale economie en werkgelegenheid, terwijl de druk op huisvesting en verhoogde werkdruk in andere gebieden als zorgwekkend worden beschouwd.
Reacties op taalbeleid en impact op onderwijskwaliteit
Opvallend is de kritische houding tegenover het idee om alle bacheloropleidingen uitsluitend in het Nederlands aan te bieden. Veel respondenten, zowel van hogescholen als universiteiten, zien deze aanpak niet als wenselijk of haalbaar, gezien de internationale aard van veel wetenschappelijke vakgebieden. Ook wordt de impact van een dergelijke maatregel op het personeelsbestand en de onderwijskwaliteit in twijfel getrokken.
Zorgen over vermindering van internationale studenten
Een aanzienlijk deel van de respondenten uitte ook bezorgdheid over de mogelijke negatieve gevolgen van het verminderen van het aantal internationale studenten. Ervaringen uit Denemarken, waar soortgelijke maatregelen tot problemen leidden, worden als waarschuwend voorbeeld aangehaald. Nederland is een open economie, waar kennis een belangrijke economische factor is. Nederland Kennisland.
Oproep tot differentiatie en maatwerk in onderwijsbeleid
De onderwijsinstellingen in steden als Amsterdam en Rotterdam hebben behoefte aan instrumentarium om zelf de instroom binnen sommige studierichtingen te beperken. Dit in overeenstemming met huidige bezetting aan onderwijsprofessionals en de aanwezige faciliteiten of spreiding van studenten te bewerkstelligen.
Het verdienmodel, gebaseerd op financiering van het aantal studenten, lijkt doorgeschoten. Er is behoefte aan maatregelen als het invoeren van een numerus fixus en het beperken van het aantal Engelstalige bacheloropleidingen. Ook is meer Nederlandstalig onderwijs in de bachelor een onderwerp, zodat studenten uit het mbo beter kunnen doorstromen.
Daarentegen willen de onderwijsinstellingen in de krimp- en grensregio zelfs meer studenten aantrekken. We hebben het dan over bijvoorbeeld Maastricht en de Brainport Eindhoven. Zij trekken veel studenten vanuit de omgeving aan en dat is al gauw van over de grens. Het beperken van de instroom heeft gevolgen voor onderwijskwaliteit, de werkgelegenheid in deze regio’s en zorgt daar voor achteruitgang van de economie en leefbaarheid. Het hoger onderwijs is in deze regio sterk verbonden met het bedrijfsleven. Alleen al de aankondiging van de wet heeft invloed op het aantrekken van getalenteerde studenten en hoogleraren. Minder staf betekent minder onderzoek. Gemeenten in de grensregio Maastricht onderschrijven dit beeld in hun brief met gelijke oproep aan de formateur.
Conclusie: Noodzaak van zelfregie, maatwerk en duurzame balans
CNV Onderwijs concludeert dat deze complexe kwestie een afwegingskader noodzakelijk maakt, dat uitgaat van maatwerk en balans. De plannen lijken ondoordacht en raken de onderwijskwaliteit en arbeidsmarkt, nationaal en regionaal. Leden pleiten voor zelfregie en autonomie bij het bedenken van oplossingen, met een focus op een duurzame balans tussen nationale en internationale studenten. Het werkveld (lees werknemerszijde) is totaal niet betrokken geweest bij de totstandkoming van dit wetsvoorstel. CNV Onderwijs roept daarom in een brief aan de demissionair minister Dijkgraaf op tot betere betrokkenheid van de beroepsgroep bij het opstellen en implementeren van de wetgeving.