‘In het onderwijs gaat men er vanuit dat je leerlingen vroeg in de tienertijd eigen verantwoordelijkheid moet geven. Terwijl allerlei hersenfuncties zich nog doorontwikkelen tot ver na het twintigste jaar, zoals zelfinzicht, het oordeelsvermogen en motivatie.’ Het verbaast neuropsycholoog Jelle Jolles niet dat kinderen zo buiten de boot vallen tijdens de middelbare schooltijd.
Tekst: Peter Magnée
Een kind begint de weg naar volwassenheid volgens Jolles vanaf het achtste levensjaar, en heeft die pas na het twintigste jaar volledig bewandeld. En juist daar wordt volgens hem in het onderwijs te weinig rekening mee gehouden. Hij pleit daarom voor een attitudeverandering in zijn nieuwste boek Leer je kind kennen. Over ontplooiing, leren, denken en het brein. ‘Scholen zijn te veel gericht op cognitieve vaardigheden. Kennis en informatie zijn uiterst belangrijk, maar executieve vaardigheden en het fysiek, emotioneel en sociaal functioneren zijn dat ook: ze zijn essentieel voor het leren. Ze zorgen ervoor dat we kunnen plannen, organiseren, problemen oplossen, denken en overwegen en voor zelfinzicht en het reguleren van het eigen gedrag.’
Juiste spoor
‘Ik heb zelf ongelooflijk veel geluk gehad op de middelbare school. Ik ben met verschrikkelijk slechte cijfers blijven zitten in de tweede klas van het gymnasium. Laat die jongen toch gaan, zeiden ze. Hij kan het niveau niet aan. Gelukkig kreeg ik steun van mijn docent schei- en natuurkunde die wist dat ik vele interesses en hobby’s had. Ik heb daarna een redelijke middelbare schooltijd gehad met steeds een paar vijven en vieren op mijn rapport. Het was net voldoende om over te gaan. Ik begreep pas waar het allemaal om draaide zo rond mijn 22ste jaar’, zegt de emeritus hoogleraar neuropsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en tevens directeur van het Centrum Brein & Leren. ‘Daarvoor was ik met zoveel dingen bezig. En dat geldt voor heel veel jongeren die eigenlijk niet weten waar school voor is. Die beslissing over het opleidingsniveau komt vooral bij jongens vaak te vroeg.’
De titel van zijn boek slaat daarom net zo goed op leraren. ‘Er zijn docenten die didactisch heel goed zijn in hun vak, maar opvoeden iets voor de ouders vinden. De pedagogische functie van onderwijs bestaat echter al duizenden jaren. Het gaat om begeleiding, feedback geven, richting geven. Een leraar is ongelooflijk belangrijk om kennis over te dragen. Maar doe dat op een inspirerende manier, zodat je kinderen die wat achterlopen of nog chaotisch zijn op hun veertiende wel degelijk met wat aanmoediging in het juiste spoor kunt krijgen.’
Oliedomme dingen
‘Ik heb de afgelopen 15 jaar met alle geledingen van het onderwijs gewerkt, van basisonderwijs tot hoger onderwijs. Overal hoorde ik dat we de leerlingen/studenten vrij moesten laten, ze moesten explorerend leren. Dat was de beste methode, zo was “bewezen”’, verzucht Jolles. ‘Dat is dus niet zo. Dat vrije leren, de regie bij het kind, kenden we tot in de jaren zestig, toen ik op de middelbare school zat, niet. Er was toen veel meer structuur. Niet dat ik naar die tijd terug wil, het is goed dat leerlingen een stuk vrijheid houden. Maar de leraar moet wel veel meer in de rol van leider en inspirator kruipen, omdat hij ook een stuk regie heeft. Vraag je af waarom een leerling onderpresteert, terwijl het zo goed leek te gaan. Die 14-jarige ziet er misschien ouder uit maar kan nog een kind zijn in de verpakking van een 16-jarige, soms slim, maar hij doet ook oliedomme dingen, omdat hij veel zaken eigenlijk nog niet goed begrijpt en eigen verantwoordelijkheid vaak nog niet aan kan.’
'Als je een kind van 15 jaar straft omdat hij zich niet aan de afspraak heeft gehouden, ben je een rups aan het verwijten dat hij niet kan vliegen'
Differentiëren
‘We vinden pubers vaak lastig, want ze komen hun beloftes niet na. Ik hoorde een leraar in een klas met 15-jarigen zeggen: “We hebben die en die afspraak gemaakt, dat netjes opgeschreven, maar jij bent dat niet nagekomen.” Maar dat hoort voor een deel bij die leeftijd, omdat ze de consequenties van hun handelen nog niet goed overzien. Dus als je zo’n kind straf geeft, ben je een rups aan het verwijten dat hij niet kan vliegen. Ik was een middelmatig voetballer in de jeugd. Er waren kleinere jongetjes die minder hard liepen dan ik, maar beter pingelden en daardoor naar een hoger elftal mochten. Dat is in alle sporten zo en ook in de muziek. Waarom kan dat differentiëren in niveau daar wel, maar niet in het onderwijs? Laat leerlingen voor bepaalde vakken bijtanken in een lager tempo en na verloop van tijd weer opstromen en het maximale halen uit de vakken waar ze wel goed in zijn.’
Mentorlessen
‘In de opleidingsboeken voor de pabo of lerarenopleiding zie je dat de ontwikkeling van een kind/tiener er maar bekaaid afkomt. Mijn pleidooi is dat er veel meer begrip voor de adolescent aan moet worden toegevoegd, vooral over zijn sociale en emotionele ontwikkeling en over de executieve vaardigheden’, zegt Jolles. ‘Het is een fase van groei. Mentorlessen zijn daarom hartstikke belangrijk. Dan kun je het hebben over concentratie, aandacht en afgeleid worden, over zelfinzicht (een hersenfunctie!) en hoe je je huiswerk moet doen, hoe je het aanpakt. Je kunt een IQ hebben van 130 en tienen op je eindlijst, maar ben je als 18-jarige emotioneel en sociaal (nog) niet op orde, dan heb je daar niet veel aan, omdat het er om gaat dat je je kennis kunt toepassen.’
Schrale afspiegeling
‘Ik maak me zorgen over de gevolgen van corona voor mbo en hbo’, vervolgt Jolles. ‘Het voortgezet onderwijs gaat gelukkig weer helemaal open en ontspringt de dans, maar ik hoorde hbo-bestuurders zeggen dat ze zich door corona nog beter kunnen concentreren op afstandsonderwijs. Thuis achter je computer zitten en af en toe inloggen is een schrale afspiegeling van de werkelijkheid. Je krijgt cognitieve kennis, maar de levendige actie is beperkt tot 20 procent schoolbezoek. Dat heeft invloed op wat je met die kennis kunt doen. Dat is geen meninkje, daar is behoorlijk wat onderzoek naar gedaan. Dat mentorschap zoals ik het zie past daarom ook in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en zeker in het mbo en hbo. Daarover ben ik met een aantal roc’s en hbo-instellingen in gesprek. Leren is niet alleen de kennisoverdracht, maar de lerende ook leren hoe hij daarmee omgaat en hoe deze toe te passen in de sociale werkelijkheid.’
Leer je kind kennen. Over ontplooiing, leren, denken en het brein. Uitgeverij: Pluim, prijs: €24,99, ISBN: 9789083045931