Uitwisseling informatie over criminele studenten mbo

ROC’s worden steeds vaker geconfronteerd met studenten die in de criminaliteit belanden. De behoefte aan informatie-uitwisseling over deze jongeren tussen instanties groeit. Grote steden, waaronder Rotterdam, namen dit mee in een convenant om het lokale netwerk te versterken rond veiligheid op school. Gezocht wordt naar een modus om dat binnen wettelijke grenzen te doen. Hoe lastig gaat dat worden?

Het Rotterdamse convenant werkt aan extra ondersteuning en een sterk lokaal netwerk om de scholen heen, zoals politie en jongerenwerkers. Situaties rond veiligheid kunnen per school verschillen. Daarom komen er regisseurs schoolveiligheid die scholen helpen met het opstellen van schoolveiligheidsplannen. Zij bieden ondersteuning bij heftige incidenten, zoals bijvoorbeeld het uithalen van drugs uit containers in de haven.

Daarnaast verbinden ze partners uit het veiligheidsnetwerk aan de school om beter samen te werken. Vanuit de politie worden vaste contactpersonen per school aangewezen. Daarnaast breidt de gemeente het aantal jongerenwerkers in scholen uit. Ook komt er meer voorlichting aan leerlingen en docenten, gericht op weerbaarheid en signalering van problemen en passend bij de situaties waar de school mee kampt.

Jaarlijks wordt een gezamenlijke werkagenda opgesteld waarin acties en maatregelen worden opgenomen. Verbetering van samenwerking tussen scholen en veiligheidspartners bij problemen rond leerlingen is een belangrijke doelstelling. Gegevensdeling is hierbij een randvoorwaarde. De huidige wet- en regelgeving maakt dit lastig.

Juiste begeleiding

Een bestuursvoorzitter van een Rotterdams ROC, dat niet bij naam wil worden genoemd, noemt het in het convenant mooi dat de gemeente samen met onderwijsinstellingen en betrokken instanties wil kijken hoe de betrokken partijen elkaar van cruciale informatie kunnen voorzien. Doel is dat jongeren vanuit de onderwijsinstelling de juiste begeleiding en aandacht kunnen krijgen.

Om de veiligheid op school te vergroten en meer grip te krijgen op jongeren die afglijden of ernstige delicten plegen, willen de grote Rotterdamse VO- en mbo-scholen informatie-uitwisseling over risicostudenten, bijvoorbeeld over studenten die op straat worden geronseld om drugs uit havencontainers te halen.

De afspraken en de samenwerking tussen partners worden tussentijds geëvalueerd, zodat er snel ingespeeld kan worden op actuele veiligheidsvraagstukken.

Vaste aanspreekpunten

Tussen mbo-instellingen worden landelijk afspraken gemaakt op het gebied van schoolveiligheid, waaronder ook informatie-uitwisseling met de politie en de gemeente valt. In verschillende steden krijgen scholen vaste aanspreekpunten bij de politie, met wie zij situaties kunnen bespreken, die wijzen op criminele activiteiten van leerlingen. Daarbij wordt binnen de wettelijke grenzen naar een modus gezocht.

‘In hoeverre het delen van dit soort informatie uitvoerbaar is, zal de praktijk uitwijzen,’ zegt een woordvoerder van de gemeente Rotterdam, ‘maar dit convenant is geen grondslag voor het verstrekken van persoons- en/of politiegegevens tussen de deelnemende partijen. Zij zijn gehouden aan de voor hen geldende wet- en regelgeving.’

‘In dringende situaties zou informatie-uitwisseling tussen politie en scholen wettelijk mogelijk gemaakt moeten worden’

Dimmen Smolders, adviseur privacy en AVG

Gemiste kans

‘Het waarborgen van de veiligheid en het opbouwen van een vertrouwensband moet altijd centraal staan,’ vindt Abhilash Sewgobind, bestuurder Arbeidsvoorwaarden CNV Onderwijs. Hij vindt het jammer dat docenten niet als specifieke categorie in het Rotterdamse convenant vertegenwoordigd zijn.

‘Terwijl zij kunnen aangeven waar de behoeften liggen. Vanuit de vakbond zie ik vaak dat docenten bij dit soort zaken worden vergeten. Een gemiste kans. Hoeveel maatschappelijke problemen gaan we nog in het schoolgebouw oplossen? De docent is er voor onderwijs in een veilige werkomgeving, die buiten de schooldeuren moet worden gecreëerd.’

Privacy

Privacy-advocaat Soumya Patnaik vindt het belangrijk dat bij het vinden van een wettelijke modus voor informatie-uitwisseling oog is voor de garantie van het recht op privacy van jongeren. Deze vallen onder de VN-conventie van het recht op privacy, de Rechten van het Kind en het Handvest van de EU over fundamenteel recht.

‘Het moet in verhouding zijn met de ernst van de situatie, waarin de belangen van de jongere centraal staan. De school moet studenten die dreigen af te glijden beschermen in plaats van informatie over hen uit te wisselen met de politie, zeker als het alleen nog om een vermoeden gaat.’

Bewakingscamera’s

Dimmen Smolders, adviseur op het gebied van privacy en AVG, onder meer in het onderwijs: ‘Hoe sterker het vermoeden van criminaliteit is, des te sterker moet het bewijs zijn. Daarbij moeten docenten of veiligheidsfunctionarissen, na signalen van betrokkenheid van studenten bij criminele activiteiten, helder voor ogen hebben welke informatie ze willen uitwisselen en met welk doel.’

‘Ze hoeven geen irrelevante informatie met de politie uit te wisselen. In sommige gevallen is het niet nodig om de naam van een student te noemen. Scholen hebben vaak 24/7 bewakingscamera’s aanstaan, waarbij allereerst de vraag is met welk doel elke camera beelden opslaat. Als volgende stap moet natuurlijk worden beoordeeld welke beelden relevant zijn om door te geven aan de politie. Als er een diefstal of een vechtpartij op staat, beperk je dan tot die beelden.’

Efficiënter helpen

Smolders pleit ervoor om in de wet te regelen dat uitwisselen van persoonsgegevens tussen onderwijs en politie in uitzonderlijke dringende situaties mogelijk moet zijn: ‘Bijvoorbeeld in het sociaal domein, waarbij in gevallen van meervoudige problematiek uitwisseling met betrokken instanties wettelijk is geregeld. De privacyregels worden dan overschreden om iemand efficiënter te kunnen helpen. Dat zou in dringende gevallen ook kunnen met informatie-uitwisseling tussen onderwijs en politie. Daarbij moet de privacywet altijd leidend blijven.’