‘Ze keek me aan met mijn bril op en zei: ik zie het nu veel beter!’ Dat moment bevestigde wat Erik van Halewijn al vermoedde. Als begeleider van een naschools programma op een basisschool in Den Haag viel het hem op dat sommige kinderen moeite hadden met meedoen tijdens de les. ‘Ze staarden gespannen naar het bord en konden niet lezen wat er stond’, vertelt hij. ‘Om te testen of slecht zicht de oorzaak was, leende ik daarom mijn bril - met sterkte min vier - uit aan een leerling.’
Verstrekkende gevolgen
Deze ervaring op de Haagse school zette hem aan het denken: hoeveel kinderen kampen onopgemerkt met oogproblemen? Na wat onderzoek ontdekte Van Halewijn dat basisschoolkinderen geen structurele oogcontroles krijgen. ‘We hebben bijvoorbeeld de Poetsbus voor het gebit, maar voor ogen is er niets.’ Dit terwijl slecht zicht verstrekkende gevolgen heeft, zowel op school als daarbuiten. Het zorgt niet alleen voor problemen met lezen, maar ook met schrijven en het begrijpen van lesstof. Van Halewijn: ‘Dit kan leiden tot leerachterstanden en versterkt de kansenongelijkheid.’ Daarnaast veroorzaakt het fysieke klachten, zoals hoofdpijn en duizeligheid, en kunnen er sociaal-emotionele problemen ontstaan, zegt hij. ‘Het tast het zelfvertrouwen aan en het plezier in activiteiten. Denk aan spelen op het schoolplein of de gymles; dat is minder leuk als je alles vaag ziet. Het maakt je wereld letterlijk kleiner.’
Oogzorg
Van Halewijn en Tamimy, samen al langer actief in projecten tegen kansenongelijkheid, besloten in actie te komen. Volgens Tamimy zijn er verschillende redenen waarom kinderen niet de juiste oogzorg krijgen. ‘Een bril wordt vaak niet vergoed, waardoor gezinnen het niet kunnen betalen. De aanschaf loopt al snel in de honderden euro’s.’ Bovendien merken ouders soms niet dat hun kind slecht ziet of dat de oogsterkte is veranderd. ‘En sommigen weten simpelweg niet waar ze terechtkunnen, bijvoorbeeld door een taalbarrière.’
Ouders
De Brillenbus is de oplossing die Van Halewijn en Tamimy bedachten. ‘We hebben nog geen echte bus, maar daar werken we aan.’ De eerste pilot vond plaats in Heerhugowaard, waar ze samen met opticien Dylan van Ewijck (33) drie scholen bezochten om de ogen van kinderen in groep 3 en 4 te controleren. Van Ewijck legt uit: ‘Eerst doe ik een basis oogtest. Als blijkt dat verder onderzoek nodig is, komen we op een andere dag terug met een orthopist.’ De kinderen kunnen daarna direct een montuur uitzoeken, uiteraard in overleg met de ouders. ‘We hebben voor dit project subsidie weten te regelen, samen met het schoolbestuur’, voegt Van Halewijn toe.