Bij GGD Brabant-Zuidoost in Eindhoven werd de minister aan het begin van het werkbezoek bijgepraat over het gecombineerde licht-/luchtreinigingssysteem van Signify, het voormalige Philips Lightning. In het pand van de dienst waar ook tuberculosepatiënten worden behandeld, hoorde hij dat het daar al jaren naar tevredenheid wordt gebruikt. Mogelijk een optie voor het onderwijs waar snel oplossingen moeten komen voor betere ventilatie en luchtreiniging in de vaak verouderde schoolgebouwen, ook met het oog op nieuwe coronabesmettingen. Hoewel de minister heeft toegezegd dat de aanpak van dit probleem voor hem prioriteit heeft, onderstreepte CNV Onderwijsvoorzitter Daniëlle Woestenberg nog eens het belang van frisse en schone lucht en een veilige leer- en werkomgeving. Daarbij is het niet goed voor leerlingen en studenten als scholen en instellingen bij een nieuwe grootschalige uitbraak van corona weer voor lange tijd dicht zouden moeten.
Kansenongelijkheid
Wat later op de ochtend werd een bezoek gebracht aan vmbo/mbo-school SintLucas, om nog eens het belang te onderstrepen van doorlopende leerlijnen en een goede aansluiting van het voortgezet onderwijs op het vervolgonderwijs. Iets wat juist op deze school succesvol is aangepakt, omdat het vmbo hier naadloos aansluit op het mbo. Woestenberg vond de school een mooi voorbeeld, ook voor de aanpak van kansenongelijkheid. Juist omdat leerlingen die moeite hebben in het reguliere onderwijs, met de nadruk op cognitieve vaardigheden, hier hun andere talenten kunnen ontplooien.
Saai kantoor
De minister, die zelf een vakbondsachtergrond heeft, was positief over het gezamenlijke werkbezoek met CNV Onderwijs. ‘Bij de vakbonden werken mensen die het beste voor hebben met het onderwijs en daar ook heel uitgesproken ideeën over hebben. Ik denk dat het onderwijs daar alleen maar beter van wordt en het is aan mij om dat bij elkaar te brengen.’
Volgens Wiersma is zo’n bezoek als gisterochtend de beste manier om met het onderwijs kennis te maken. ‘Zien wat er goed gaat en wat misschien juist beter moet. Niet in een saai kantoor in een vergaderzaaltje, maar juist daar waar het gebeurt en waar we er ook iets van kunnen leren.’