Vinger aan de pols: Vraag groter dan aanbod
CNV heeft de minister er al eerder op gewezen dat de vraag groter is dan het aanbod aan ondersteuning. Naar aanleiding van de huidige subsidieverstrekking hebben meer dan 5200 scholen aangegeven hiervoor in aanmerking te willen komen om de leerachterstanden (taal en rekenen) in te halen. Al deze scholen hebben ook een verbetervraag, die tijdens de huidige ronde niet allemaal gehonoreerd kunnen worden. Slechts 645 scholen komen hiervoor in aanmerking en 144 scholen krijgen het basisteam op bezoek.
Vertrouwen versus wantrouwen
Hoe ga je kennis delen, die tijdens dit traject wordt opgedaan? Daar is nog steeds geen goed antwoord op gegeven, buiten het inzetten van de kenniskaart. CNV heeft minister Wiersma gevraagd om de focus te leggen op het versterken en verbreden van het project, in plaats van een focus op inspectie en controleren. De monitoring en verplichte peilingsonderzoeken zijn te belastend en vergroot de regeldruk bij leraren. Ook de deskundigen die in de basisteams participeren zijn immers uit het werkveld afkomstig. CNV heeft de minister gevraagd om samen te werken met de scholen, op basis van vertrouwen. Dat bespaart tijd en zorgt voor een effectievere tijdbesteding bij het verbeteren van de huidige situatie.
Gerichte financiering
In de brief van 21 november jl. geeft hij aan dat het financieringssysteem structureel veranderd wordt en er een meer gerichte financiering sprake zal zijn. Jammer genoeg gaat dat pas in 2026 voor alle scholen van start. Er komt dan een systeem met een basisbedrag voor iedereen en een aanvullend bedrag, op basis van behaalde prestaties. Hiervoor ontwikkelt de minister een prestatie indicator basisvaardigheden. In het primair onderwijs geldt dan de doorstroomtoets als selectiecriterium en in het voortgezet onderwijs het centraal examen. Door de corona is de data nu niet correct en is het afgelopen jaar dit via loting gegaan.
Subsidiesysteem 2023
Voor voorjaar 2023 loopt de subsidieverstrekking nog een laatste keer via het huidige subsidiesysteem, waarbij de CBS-indicator - die iets zegt over de sociaaleconomische positie van leerlingen op een school - als toetsingscriterium gaat gelden. Kennis wordt gedeeld met scholen door de basisteams uit te breiden waarbij risicoscholen dan het eerst in aanmerking komen. De minister kondigt voor hen een regeling aan. Verder worden middelen uit het groeifonds Ontwikkelkracht en de Nationaal Programma Onderwijs-pilot Kansrijk Investeren ingezet. Scholen die goed op weg zijn krijgen de kosten van de NPO-interventies terug, zodat ze verder kunnen met hun ontwikkeling. Ook wordt er duidelijkheid gecreëerd over de monitoring van de voortgang en de verwachtingen ten aanzien van de leraren en het curriculum.
Gecentreerde gegevensverwerking
De gecentreerde gegevensverwerking (leerlingvolgsysteem) waarover de minister in de brief het heeft, kan volgens CNV goed als spilfunctie functioneren tijdens het verbetertraject om tot een lerende organisatie te komen. Maar de monitoring via peilingsonderzoek moet niet als controlerend instrument ingezet worden om binnen twee jaar tot resultaat te komen. Dat is volgens de scholen onhaalbaar.