Coronazorgen in het onderwijs groter

Binnen het onderwijs zijn er veel vragen sinds het kabinet nieuwe maatregelen heeft geadviseerd om het coronavirus weer onder de duim te krijgen. Hebben mondkapjes in de wandelgangen en kantines effect? En wanneer zijn de lokalen goed geventileerd? Sommige scholen wachten nieuwe maatregelen niet langer af, maar kiezen zelf uit voorzorg weer voor afstandsonderwijs

Sinds de scholen volledig open zijn en het nieuwe schooljaar van start is gegaan, grijpt het hardnekkige coronavirus opnieuw om zich heen. Waar het onderwijspersoneel over het algemeen blij was om weer voor de klas te staan, is een aantal scholen intussen noodgedwongen overgestapt op digitaal onderwijs, zoals het Griftland College in Soest. Wat begon met twee  positief geteste leerlingen uit 6-vwo, eindigde in het naar huis sturen van de hele klas. Maar er volgden meer positieve testen. Rigoureus ingrijpen was daarom vereist, vertelde rector Kees Versteeg op 1 oktober aan de Volkskrant. Sindsdien krijgen 650 leerlingen van de bovenbouw afstandsonderwijs.

Het Griftland College is niet de enige school waar het coronavirus het onderwijs in de war schopt. Dat blijkt ook uit de lijst op de website Scholenmeldpunt.nl. Die houdt bij op welke onderwijsinstellingen besmettingen zijn geconstateerd. Op het moment van schrijven, 9 oktober, staat de teller al bijna op 300 scholen. Besmettingen zijn gemeld op zowel basisscholen (94) als middelbare scholen en mbo- en hbo-instellingen (198).

Ziekmeldingen flink hoger

Ook op CBS De Wadden, locatie Boerhaavewijk, in Haarlem heeft het coronavirus gevolgen voor het onderwijs. Basisschoolleraar Mandy van der Stel-Van Raaij ziet dat steeds meer collega’s zich ziek moeten melden vanwege verkoudheidsklachten en dat leerlingen vaker thuisblijven. ‘Bij mij op school zijn er gelukkig nog geen coronabesmettingen. Wel valt mij op dat er de afgelopen periode meerdere collega’s getest moesten worden, waaronder ikzelf. Op het moment van de test, kregen leraren nog geen voorrang. Ik heb mij daarom drie dagen ziek moeten melden, totdat ik de negatieve uitslag kreeg. Voor corona zou ik met een lichte verkoudheid gewoon aan het werk zijn gegaan.’
Door de hoeveelheid ziekmeldingen op scholen, laait ook de angst voor de gevolgen van slechte ventilatie op. Het kabinet heeft vanwege zorgen om de verspreiding van het coronavirus, €360 miljoen beschikbaar gesteld om gebrekkige ventilatie in de gebouwen aan te pakken. ‘Het speelt al lang. Het is jammer dat het virus de aanleiding moest zijn’, vindt de leerkracht van groep 3 en 4.

Goed doorluchten

Sinds er twijfels bestaan of het gebrek aan frisse lucht een rol speelt bij de verspreiding van Covid-19, is er flink meer aandacht voor ventilatie. Of deze angst gegrond is, daar is nog veel discussie over. Het RIVM heeft tot op heden nog geen nieuwe, strengere normen opgesteld. Maar uit onderzoek van het Landelijk Coördinatieteam Ventilatie op Scholen (LCVS) blijkt dat een deel van de scholen de bestaande normen niet haalt. Van de circa 9.300 schoolgebouwen in het basis- en voortgezet onderwijs hebben 2.800 de ventilatie goed op orde. Elf procent (ruim 800 gebouwen) voldoet nog niet aan de gestelde richtlijnen. Minister Slob verwacht dat het percentage scholen dat de ventilatienormen niet haalt, nog zal oplopen. Ongeveer de helft heeft de ventilatie nog niet doorgemeten, bleek op 1 oktober toen scholen op last van het ministerie een inventarisatie moesten hebben gemaakt. Wat de status is van de ventilatiesystemen op haar
school, weet Van der Stel-Van Raaij niet. ‘Ik heb er nog niets over gehoord. We worden wel regelmatig geattendeerd op het ventileren van de lokalen door ramen en deuren zoveel mogelijk open te zetten. Dit deed ik eigenlijk altijd al. Goede ventilatie vind ik belangrijk. Ik heb het geluk dat ik ook nog een buitendeur in mijn lokaal heb. Daardoor kan het echt even goed doorluchten in de pauzes en voor en na de schooldag.’

Zorgen over welzijn

De Haarlemse lerares is lichtelijk ongerust over de komende winterperiode. ‘Ik vraag nu al aan leerlingen om een vest of trui mee te nemen. De ouders zijn gelukkig heel begaan en reageren er vooralsnog positief op. Als het kouder wordt, moeten we kijken wat haalbaar is. Maar terug naar onderwijs op afstand? Nee, als het niet hoeft, dan liever niet. Fysiek onderwijs is belangrijk voor het welzijn van de leerlingen.’
Daar is onderwijsdeskundige en vakleraar Ingeborg Dijkstra-Verbeek het mee eens. Ze is werkzaam op verschillende basis- en middelbare scholen in de regio Maastricht. ‘Ik was blij dat de scholen weer opengingen en ken geen leerkracht die destijds zei: “Doe dat maar niet”. Ik was ook best bezorgd over het welzijn van sommige kinderen. Daar had je minder grip op in de periode van afstandsonderwijs. Aan het begin van het schooljaar was er nog een lange  absentielijst. Veel kinderen onder de 12 jaar moesten zich afmelden vanwege een snotneus. Een derde van de klas was er gewoon niet. Die lege stoelen en tafels waren confronterend om te zien. Gelukkig zijn de regels nu versoepeld. Maar,’ zegt ze, ‘ik maak mij wel zorgen over de werkdruk en hoge uitval van leerkrachten. In vergelijking met voorgaande jaren ligt het aantal ziekmeldingen hoger dan normaal.’

Dringend mondkapjesadvies

Vanwege de toenemende zorg en onduidelijkheid rondom de verspreiding van het coronavirus, wilden CNV Onderwijs en de VO-raad een landelijke richtlijn voor het gebruik van mondkapjes, omdat door scholen een verschillend beleid werd gevoerd over het dragen daarvan. Het kabinet kwam daarom met een dringend advies aan leerlingen en docenten om met ingang van 5 oktober mondkapjes te dragen in de wandelgangen en aula’s van middelbare scholen. Toch riep dit advies ook vragen op. Hoeveel mondkapjes moet je als leerling en docent meenemen naar school voor effectief gebruik? En, tot verbazing van CNV Onderwijs: Waarom geldt er alleen een dringend advies op middelbare scholen, maar niet op mbo- en hogescholen?
‘Een aantal scholen waar ik lesgeef adviseerden al om mondkapjes te gebruiken. Maar ik ken ook leraren die lesgeven met een spatscherm op met een spatschot op hun bureau. Baat het niet dan schaadt het niet’, vindt Dijkstra-Verbeek. ‘Ik vind dat het op de scholen waar ik kom, goed is geregeld. Ik kan mij aan die anderhalve meter afstand houden en ben daar ook streng in.’

Steeds dezelfde mondkapjes

Niet iedereen vindt de huidige maatregelen op middelbare scholen haalbaar. Zo zijn er docenten die zich openlijk afvragen of het verstandig is om de lokalen met 30 scholieren te vullen. Voor hoe lang kan het nog goed gaan? Ook op SG De Rietlanden in Lelystad zijn er klassen van meer dan 30 leerlingen. Geschiedenisdocent Suzan Mateboer geeft daar drie dagen in de week les aan scholieren in de onderbouw. ‘Het is tegenstrijdig. Ik ga niet naar de verjaardag van mijn moeder, maar geef wel zeven lessen op een dag aan meer dan 30 pubers.’ Ze merkt dat ze moeizaam met de maatregelen uit de voeten kan. ‘Het schoolbestuur heeft als maatregel een vak afgeplakt met tape en daar zou ik in moeten blijven staan. Maar als er een akkefietje is achter in de klas, dan loop ik daar toch echt naartoe. In de gangen is het al helemaal niet te doen om je aan die anderhalve meter afstand te houden. Een dringend advies voor mondkapjes kan daar misschien bij helpen, maar ik heb er mijn twijfels over.’ Ze wijst op een bericht van het RIVM waarin werd benadrukt dat niet-medische mondkapjes weinig effect hebben. ‘Je loopt zo vaak even het lokaal uit of met een leerling mee. Dan zou je voor elke keer een nieuw mondkapje moeten dragen. Ik zie dat veel leerlingen het laten hangen onder hun kin en dan schuiven ze het voor zodra ze de gang op moeten. Aan het einde van de dag bergen ze het weer op en de volgende dag zie je ze weer met hetzelfde mondkapje om.’

Op de tocht

‘Er zijn kortgeleden twee leerlingen positief getest op het coronavirus’, vertelt Mateboer. ‘Ik vind het verontrustend dat ik niet goed aan de maatregelen kan voldoen, vooral nu het virus ook binnen de school is. Collega’s die in een risicogroep vallen, maken zich echt zorgen over hun welzijn. Daar zijn best verhitte discussies over tijdens vergaderingen. Ook vallen steeds vaker collega’s uit door verkoudheden.’
Het schoolgebouw waarin ze lesgeeft is erg oud. ‘Het ventilatieprobleem speelt hier al zo lang. Tijdens een hittegolf is het een ramp. Je zit dan met 30 zwetende pubers in een lokaal en er is geen mogelijkheid om het goed te luchten. Qua arbeidsomstandigheden vind ik daar wel wat van. Er worden nu regelmatig metingen gedaan en lessen worden niet gepland in lokalen die niet aan de eisen voldoen. Dus in principe voldoen we wel aan de ventilatienormen. De ramen en deuren staan ook tijdens de lessen open voor het doorluchten van de lokalen. Daardoor wordt het wel steeds kouder en zit je de hele dag op de tocht. Ik vrees daarom dat het aantal ziekmeldingen alleen nog maar gaat stijgen.’