Van der Kinderen en Oele zijn collega’s van elkaar. Ze werken alle twee bij scholenbestuur SKO Hulst in het gelijknamige Zeeuws-Vlaamse vestingstadje. Van der Kinderen op basisschool De Nobelhorst en Oele op Sint Willibrordus. Zij begon daar zo’n zes jaar geleden, werd ondertussen moeder van dochter Fiene (1,5) en is inmiddels 26 weken zwanger van de tweede. Van der Kinderen is al 35 jaar bij haar werkgever in dienst en stond voor de klas op alle vier de vestigingen van de scholengroep. Ze heeft twee dochters, van 29 en 32, die inmiddels het huis uit zijn.
Jullie zijn beiden moeder. Zijn jullie minder gaan werken toen de kinderen kwamen?
Van der Kinderen: ‘In de jaren tachtig toen ik op mijn 29ste in verwachting was van de eerste, was het zwangerschapsverlof veel korter dan nu. Na zes weken stond je alweer voor de klas. Ouderschapsverlof bestond nog niet, net als kinderopvang. Voor mij was het duidelijk: ik wilde er echt zijn voor mijn kind en ben toen helemaal gestopt met werken. In die tijd keek niemand daar van op. Het was heel normaal om als vrouw zo’n keuze te maken. Ik heb er ook nooit spijt van gehad. Niets is mooier dan je eigen kind zien opgroeien. Ik ben er in totaal zes jaar uit geweest. Toen mijn jongste dochter vier was, begon het weer te kriebelen en ben ik parttime ingestroomd naar uiteindelijk een volledig dienstverband toen de meiden groot waren.’
Oele: ‘Mijn wereld zou te klein worden als ik niet meer zou werken. Ik wil maatschappelijk iets betekenen en ook nog iets hebben om over te praten als ik ’s avonds met mijn man zit. Na de geboorte van mijn dochter ben ik wel parttime gaan werken, in combinatie met ouderschapsverlof: de ene week sta ik drie dagen per week voor de klas, de andere week twee.’
Sta je anders in je werk sinds je moeder bent geworden?
Oele: ‘Voor mijn zwangerschap maakte het me niet zoveel uit hoe laat ik thuis was uit school. Ik bleef tot het werk voor mijn gevoel klaar was. Ook ‘s avonds nog doorgaan en thuis van alles doen voor school was geen punt. Na de komst van mijn dochter veranderde dat. Ik heb nu ook rekening met haar te houden en wil van de tijd met haar genieten. Dat betekent dat ik veel meer moet afbakenen: bijtijds weg van school om bij de kinderopvang te zijn bijvoorbeeld. Mijn leven wordt nu veel meer geregeerd door de klok.’
Hoe gaan jullie om met stress?
Oele: ‘Dat is in deze fase van mijn leven echt een leerdoel. Sinds de komst van mijn kind ervaar ik veel onrust en is het zoeken naar balans. In mijn hoofd speelt zich een oneindige to-do list af, die nooit klaar is. Ik wil het graag goed doen: voor mijn kleutergroep, mijn collega’s, de ouders én ik wil een goede moeder zijn. Maar wanneer ben je dat überhaupt allemaal? En wat is goed genoeg? Dat zijn vragen die ik mezelf ben gaan stellen. Ik ben gaan inzien dat het om loslaten gaat, vooral van de verwachtingen die je hebt over hoe dingen zouden moeten of behoren te gaan. Jezelf niet te veel vergelijken met anderen, maar je eigen weg daarin bewandelen. Daarin ligt de rust.’
Van der Kinderen: ‘Het heeft ook met vertrouwen te maken. Vertrouwen dat je goed genoeg bent en dat je niet meer dan je best kunt doen. Het onderwijs bestaat uit improviseren, een dag verloopt zelden zoals gepland. Dat accepteren en het niet als falen zien als je een planning daardoor niet haalt, doet al veel.’
Hoe bewaken jullie de privé-werkbalans?
Oele: ‘Ook dat is nog lastig voor mij nu ik moeder ben geworden. Het begin was heel zwaar. Mijn hormonen gingen nog alle kanten op. Als ik thuis bij m’n kind was, was ik met werk bezig en als ik het op werk was, wilde ik bij m’n dochter zijn. Ik had het gevoel dat ik steeds faalde: op het werk en als moeder. Ik zat er echt mee. Nu ik steeds beter kan loslaten, lukt het me om ook meer te genieten van mijn mamadagen. Al blijft dat een uitdaging. We hebben bijvoorbeeld een groepsapp van school, die ook doorgaat als ik vrij ben. Voor je het weet, word je tijdens zo’n dag toch weer het werk ingezogen. Ik probeer daar tegenwoordig wel minder vaak op te kijken, op de momenten dat het me past.’
Van der Kinderen: ‘Het heeft ook te maken met de levensfase waarin je zit. En de werkdruk bij parttime werk is sowieso hoger, is mijn ervaring: relatief meer vergaderingen, de administratie, overdrachten aan je duo-partner, noem maar op. Er moet heel veel in de dagen dat je er bent. Voor mij is het in deze fase van mijn leven goed te doen. Ik weet wat ik kan en wil; dat geeft rust. Ik maak wel gebruik van de regeling voor oudere werknemers om een halve dag minder te werken.’
Waarin zit volgens jullie het geheim om het lang vol te houden in het vak?
Van der Kinderen: Ik kan voor mijn gevoel nog wel tien jaar door. Dat het mij zo makkelijk afgaat, komt denk ik vooral omdat ik doe waar mijn hart ligt. Het was mijn droom om kleuterjuf te worden en die is uitgekomen. Er is veel veranderd in het vak door de tijd heen. Zo zijn de ouders steeds mondiger geworden en de kinderen veel assertiever. Maar al die dingen hebben mij nooit in de weg gezeten. Ik kan daar goed mee omgaan.’
Oele: ‘Zo kwiek als Els nog in haar werk staat, is natuurlijk een prachtig voorbeeld. Voor mij is dit vak ook het mooiste dat er bestaat. Hoe ik het voor mijzelf op de lange termijn zie? Voorlopig blijf ik parttime werken. Als de tweede er straks is, ga ik misschien naar nog iets minder uren. Ik denk aan twee dagen per week. Hoe het daarna gaat als de kinderen groter worden, zie ik dan wel weer. Ik ben niet iemand die dat van te voren al uitstippelt.’
Waarin hadden jullie achteraf je grenzen moeten bewaken?
Van der Kinderen: ‘Ik had lang de neiging om nog dingen thuis te doen waar ik niet aan toe kwam op school. Daar had ik eerder mee moeten stoppen.’
Oele: ‘Ik had ooit gescheurde enkelbanden en kon niet lopen. Een werkgever, mijn allereerste, eiste dat ik toch kwam werken. Ik werd opgehaald en thuis gebracht en zat in een rolstoel voor de klas, stijf van de stress in mijn lijf! Lachend: in dit vak moet je wel een beetje gek zijn, maar dat was wel heel erg over mijn grenzen, realiseerde ik me later.’
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in WNL 2 Onderwijs, december 2021.