Hoe draag jij in coronatijd bij aan het draaiende houden van de maatschappij?
‘Door te blijven werken en het gewone leven van kinderen zoveel mogelijk door te laten gaan. In de eerste golf zijn we heel snel overgeschakeld naar online onderwijs. Daardoor hebben we voorkomen dat leerlingen grote achterstanden opliepen en dat hun ontwikkeling stokte. Zo is het onderwijs: altijd zorgen dat kinderen ergens niet de dupe van worden. Ook al ga je daarmee misschien net even over je eigen grenzen van werkdruk of risico op besmetting.’
Wat maakt jouw werk mooi en belangrijk?
‘Mijn werk is onmisbaar voor het leggen van een goede basis voor elk kind. Het onderwijs bereidt kinderen voor op de rest van hun leven, niet alleen cognitief, maar ook sociaal en emotioneel. Je bent ook een vraagbaak, een soort rots in de branding voor je leerlingen: ze kunnen bij mij terecht met vragen of zorgen over Corona of de verkiezingen in Amerika of wat dan ook. En mooi vind ik de reacties van kinderen: maken wij ons druk over mondkapjes dragen, zeggen zij dat ze het een mooi mondkapje vinden.’
Waarom verdient de publieke sector meer?
‘Omdat de waarde van de publieke sector dit jaar dubbel en dwars bewezen is. En omdat de ogen van de politiek nu wel geopend zijn voor de personeelstekorten in de sector. Applaudisseren moet vertaald worden in investeren. Geen woorden maar daden. Dus kom nou eens door met alles wat de afgelopen jaren is beloofd: meer handen in de klas, kleinere klassen, passend onderwijs doen slagen, minder werkdruk. En ja, salaris hoort daar ook zeker bij. Daar is al wel het een en ander bereikt, maar we zijn er nog niet. Maar de zorg heeft daar zeker ook recht op!’