‘Ik had het gevoel er alleen voor te staan.’ Wessel Bantema (32) kan zich zijn startperiode als leraar, inmiddels ruim vier jaar geleden, nog goed herinneren. ‘Ik kwam net van de pabo. Op een basisschool in Leeuwarden waar ik mijn eerste baan kreeg, werd ik meester van groep 7.’ Het was meteen in het diepe, zonder zwembandjes, zegt hij. ‘Ik kreeg een overdracht en dat was het. Daar stond ik dan ineens voor mijn eerste eigen groep. Binnen het team was niemand beschikbaar voor begeleiding. Hier was geen tijd voor. Iedereen had het druk.’ Bantema begon met veel zin aan zijn eerste baan, maar liep al snel vast in dingen. ‘Ik wilde het graag goed doen. Een leuke, lieve leraar zijn voor de kinderen en op hoog niveau lesgeven zodat ze veel leerden. Ik wou, kortom, alles in één zijn, en wist niet goed welke rol ik moest aannemen. Ik vond het bijvoorbeeld moeilijk om orde te houden. Steeds probeerde ik het op een andere manier, maar het leek alleen maar averechts te werken. Het lukte me niet om de klas rustig te krijgen.’
Twijfel
Hij sprak er soms over met collega’s, die allemaal al langer voor de klas stonden. ‘Ik vond eigenlijk dat ik alles al moest kunnen en schaamde me dat ik nog zoekende was. Maar zij zeiden: je moet het als een vijfjarenplan zien. Het eerste jaar is loodzwaar, daarna wordt het steeds wat minder heftig.’ Bantema nam voor zichzelf een beslissing: ‘Ik geef het drie jaar. Als het dan nog steeds niet goed voelt, stop ik ermee.’ Hij ging inmiddels het tweede schooljaar in. ‘Dat was nog steeds heel pittig. Ik ging meer en meer twijfelen aan mezelf en voelde me machteloos. Stiekem dacht ik: wanneer zullen ze erachter komen dat ik eigenlijk helemaal niet geschikt ben voor dit vak?’
Stoppen
Verhalen als van Bantema zijn helaas geen uitzondering, weet Roelie Zijlstra van Leerkrachtcoach. Ze werkt als pabo-studentenbegeleider op NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden en coacht daarnaast leerkrachten, waaronder veel starters. ‘Zij komen vaak bij mij als het al bijna te laat is’, zegt ze. ‘Ze zijn dan al zo ontmoedigd dat ze erover denken te stoppen.’ Dat startende leraren zich niet goed raad weten in de beginperiode, is heel begrijpelijk, stelt Zijlstra, die zelf 17 jaar voor de klas stond. ‘Het is een complex vak dat heel overweldigend kan zijn als je net begint. Denk aan het voorbereiden van lessen, een klas draaien, omgang met ouders en de extra taken. Als je in al die zaken nog geen routine hebt opgebouwd, wat bij startende leraren het geval is, kost dat veel energie.’