Lerarentekort blijft onverminderd groot

Ondanks noodplannen in grote steden en extra aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden die heel veel scholen bieden, blijft het lerarentekort in het primair onderwijs onverminderd groot. Landelijk kijkt het basisonderwijs aan tegen een gemis van 9.100 fte. ‘Het is een hardnekkig tekort.’

Een verdere toename van het lerarentekort wordt zelfs voorzien. Aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden zoals extra toeslagen, voorrang en hulp bij het vinden van een woning in grote steden en leraren uit invalpools een baan aanbieden, moeten het tij doen keren. In Zwolle had basisschool De Toonladder de formatie voor dit schooljaar voor de zomervakantie rond. Een beetje tot haar eigen verbazing, zegt intern begeleider Marieke Carpay. Er zijn niet eens extra maatregelen getroffen om nieuwe leerkrachten aan te trekken. Toch betekent dit niet dat de school geen wervingsdruk kent, of geen moeite oeft te doen leerkrachten binnenboord te houden. Nieuw personeel is weliswaar op tijd, maar niet gemakkelijk gevonden.

Vertrouwde leraar

‘Wij zijn een school waarop veel kinderen met hechtingsproblematiek zitten’, verklaart Carpay. ‘Het gedrag dat daarbij hoort, wordt versterkt door wisselende leerkrachten voor de klas. Als een leraar een andere baan krijgt, is het moeilijk een passende vervanger te vinden. Ook ligt er direct meer druk bij het team als een collega ziek wordt. Ze melden zich dus niet snel ziek.’ Daarbij komt het moeizaam opgebouwde vertrouwen bij de leerlingen onder druk te staan als een vertrouwde leraar (tijdelijk) uitvalt. ‘Je kunt een invalkracht voor de klas hebben die het niet meer trekt. Dan zoek je weer een ander uit een invalpool. Bij kinderen met hechtingsproblematiek trekt dat een wissel op hun vertrouwen.’

Risico

Omdat de school behoort tot de 15 procent (1.300 scholen in het land) scholen die extra risico lopen op achterstanden, krijgen de leraren wel extra loon. ‘Ze krijgen bij ons meer betaald dan op een andere basisschool. Het geld komt uit de NPO-gelden. Maar daarmee is niet geworven’, vertelt Carpay. Met het Nationaal Plan Onderwijs wil het ministerie van Onderwijs corona-achterstanden wegwerken. Op scholen met zoals het ministerie ‘uitdagende leerlingen‘ noemt, is het extra ingewikkeld om leervertragingen in te halen. Daarom krijgt personeel op deze scholen gemiddeld 8 procent extra salaris zolang het programma loopt. Begin dit jaar is besloten het NPO twee jaar te verlengen. De bedoeling is dat scholen er makkelijker nieuwe leerkrachten mee aantrekken en behouden. De Toonladder heeft in het afgelopen jaar ook snel een vast contract aangeboden aan een nieuwe, uitstekende leerkracht om die toch vooral te behouden. Maar Carpay is vooral blij dat haar school de formatie rond heeft. ‘In vergelijking met het westen zitten wij redelijk goed in de leraren.’

Noodplannen

In het westen hebben grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag noodplannen en convenanten met het ministerie in het leven geroepen om het lerarentekort te lijf te gaan. In de hoofdstad kennen ze bijvoorbeeld sinds januari 2020 het Noodplan lerarentekort Amsterdam waarbij schoolbesturen en de gemeente samenwerken.

‘Vacatures laten de zichtbare tekorten zien, grote groepen tonen de verborgen vacatures.’

Harry Dobbelaar, bestuurder stichting Zonova, Amsterdam-Zuidoost

Daarbij wordt fors ingezet op zij-instromers. Het plan voorziet ook in een imagocampagne die voor meer pabostudenten moet zorgen. En onderwijsassistenten kunnen zich dankzij het noodplan makkelijker verder ontwikkelen op de pabo waar zij worden opgeleid tot leraarondersteuner of leerkracht. Bovendien heeft het Amsterdamse stadsbestuur afspraken gemaakt met woningcorporaties over lerarenhuisvesting. Corporaties spelen daarvoor vijftig tot honderd sociale huurwoningen en vijftig tot honderd middeldure huurwoningen vrij. Verder bestaat er sinds drie jaar een toeslag voor leraren die daar les gaan geven. Desondanks kampt de stad nog altijd met een lerarentekort.

Toeslag

Het tekort is ongelijk verdeeld over de stad. In het niet zo rijke Zuidoost bijvoorbeeld is het lerarentekort nog altijd groter dan in het welgestelde Zuid of het Centrum. ‘Amsterdam kent stedelijk een lerarentekort van 15 procent. Dat percentage varieert per stadsdeel. In Amsterdam-Zuidoost gaat het om 20 procent’, zegt Harry Dobbelaar. Hij is bestuurder van de stichting Zonova met negentien basisscholen in Amsterdam-Zuidoost. Ruim zeshonderd medewerkers verzorgen onderwijs aan vijfduizend leerlingen. Amsterdam telt in totaal zestigduizend basisschoolleerlingen. Zonova heeft extra maatregelen getroffen om het lerarentekort aan te pakken. De toeslag, die wordt gepresenteerd als transferbonus voor wie bij de stichting les gaat geven, is er een van. Zonova heeft daarnaast apart afspraken gemaakt met Rochdale, de grootste woningcorporatie in Zuidoost. Voor leraren die lang moeten reizen om op school te komen, wordt bemiddeld zodat zij met voorrang woonruimte krijgen. De pilot liep vorig jaar en is structureel gemaakt. Tussen februari en juli zijn zes woningen bemiddeld. Vier bemiddelingen zitten in de pijplijn, laat Dobbelaar weten.

Wennen

Ondanks alle inspanningen had Zonova op de laatste dag voor de zomervakantie vijftien openstaande vacatures. ‘De directeuren zijn minder in paniek dan voorheen’, merkt Dobbelaar. ‘Ze wennen aan het tekort. Maar het is vreselijk.’ En dan wijst hij op het verborgen tekort. ‘Vacatures laten de zichtbare tekorten zien. Verborgen vacatures zitten in de grote groepen. Liever heb je bijvoorbeeld drie in plaats van twee groepen. Door het lerarentekort kan dat niet.’ Consequentie? ‘Soms krijgt een bevoegde leraar een grotere groep of neemt een ervaren leraar zij-instromers onder supervisie.’ De spreiding van het tekort is dankzij het noodplan wat gelijkmatiger dan voorheen, blijkt uit monitoring. ‘Maar het lerarentekort is een hardnekkig probleem.’ Naast de bestaande maatregelen zijn de veertig schoolbesturen begonnen met de inspanning een opleiding voor zij-instromers te creëren. ‘Wij hebben alles wat je maar kunt verzinnen om het tekort op te lossen uit de kast gehaald. Weet jij er nog meer? We doen wat we kunnen.’