Leerkrachten wilden haar naar het speciaal onderwijs sturen, wisten zich geen raad met het speelse kind dat de les verstoorde door achterstevoren in de bank met klasgenootjes te kletsen: ‘Ik moest stilzitten’, blikt Herrings terug, ‘ze wilden niet zien waarom ik lastig was, luisterden niet naar waar ik mee bezig was, wat ik wilde leren. Ik wilde zelf dingen ontdekken, niet wat de school bepaalt. Daarin werd ik niet uitgedaagd. Het onderwijs houdt te weinig rekening met de fases waarin kinderen verkeren. Mijn dochter kwam moeilijk tot leren, gelukkig zit zij nu op een vwo-school waar zij als puber wordt erkend.’
Te vroeg kiezen
Nog te vaak bepaalt volgens haar de leerkracht wanneer kinderen iets moeten leren. ‘Maar die kiezen hun eigen momenten. Leerkrachten houden daar te weinig rekening mee, terwijl leerlingen te vroeg een richting moeten kiezen. Dat roepen we al jaren, maar het systeem blijft hetzelfde.’ Daar had Herrings zelf veel last van: ‘Omdat ze te veel afmeten aan Citoscores, werd veel te vroeg voor mij beslist dat ik naar de mavo moest. Ik was niet rijp voor de havo.’ Toch kon zij doorstromen naar de havo, waarna zij voor de pabo koos. Zelf voor de klas wilde zij anders met kinderen omgaan dan haar vroegere leerkrachten, maar leerde dat niet op de lerarenopleiding. ‘Ook op de pabo moet je door hoepeltjes springen. Pabo-docenten zijn theoretisch gefocuste vakidioten, die zich niet verdiepen in de leefwereld van studenten.’
Het verschil maken
Na haar afstuderen aan de pabo in 1995, werkte Herrings een jaar op een basisschool in Nieuw-Zeeland. Een voorbeeld voor het Nederlandse onderwijs, vindt zij: ‘Elke leerkracht heeft een onderwijsondersteuner en de schoolgebouwen zijn even groot als gebouwen van Booking.com.’
Terug in Nederland geeft Herrings les aan verschillende basisscholen. Aan de Universiteit Utrecht gaat zij onderwijskunde en pedagogiek studeren, om zich te verdiepen in onderwijsvormen en manieren om het verschil in onderwijs te maken. Om de bestaande onderwijsstructuur te doorbreken door studenten te leren om van leerlingen uit te gaan, werkte zij als docent en leidinggevende op verschillende pabo’s. ‘Als leerkrachten op scholen dit niet doen, verandert er nooit iets.’
De praktijk blijkt weerbarstig. Herrings loopt tegen dezelfde patronen aan als tijdens haar pabo-opleiding: ‘Evenals op de basisschool en de middelbare school springen studenten voor docenten door hoepeltjes. Ze doen slaafs wat hen wordt gevraagd, willen vooral goede cijfers halen. Maar daarmee word je nog geen goede leerkracht. Pedagogiek en leren om kinderen te coachen in eigen verantwoordelijkheid, leren ze niet.’ (foto: Hester Dijkstra)