Het is iets na achten. De potten jam en pindakaas staan op tafel. De eerste kinderen smeren hun boterhammen, eventueel met hulp van papa, mama of een ontbijtvrijwilliger. Iedereen mag mee-eten. Niemand vraagt of er thuis geen geld is voor ontbijt. Thuis ontbijten gaat soms ook niet, als ouders vroeg naar werk moeten. De school is zo ook voorschoolse opvang geworden. Directeur Anna Vreugdenhil: ‘Voor- en naschoolse opvang is knetterduur. Ouders in Meerzicht hebben daar geen geld voor. Van onze 360 kinderen gaan er maar vijf naar de naschoolse opvang.’
Politieafzetlinten
Voor een duidelijk beeld: de vijftig jaar oude flatgebouwenwijk in Zoetermeer heeft het niet gemakkelijk. 45 procent van de bewoners is immigrant, 90 procent van de huishoudens heeft een laag inkomen (met 9 procent rond de armoedegrens), 66 procent heeft geldzorgen, en probleemjongeren, criminaliteit en geweldsincidenten maken Meerzicht de onveiligste wijk van de stad.
Afzetlinten na een schietpartij nabij de school, politie aan de deur: kinderen krijgen dat mee.
Onvoldoende rust
Het is half negen. Vreugdenhil voegt zich bij de leerkrachten die de laatste kinderen bij de deur verwelkomen. ‘Dat wijkproblemen de school binnenkomen is niet te voorkomen. Maar ze mogen niet de klas in! Daarom vangen we ze op bij de deur: kinderen die overstuur binnenkomen, ouders die een privésituatie willen bespreken. Incidenten, ellende en armoede geven kinderen enorm veel stress. Daardoor is er onvoldoende tijd en rust voor ze om te ontdekken wat hun identiteit is of kan worden en verschijnen ze met te weinig sociaal kapitaal aan de start.’
Wij zeggen nee!
In het overlegzaaltje hangt een tekening van kinderen die over een lat proberen te springen. De lat, de minimale eisen waaraan basisschoolleerlingen moeten voldoen, ligt hoog en alleen kinderen met voldoende opgestapelde pakketjes sociaal kapitaal komen eroverheen. Vreugdenhil: ‘Van de onderwijsinspectie mag de lat voor achterstandswijken lager. Maar wij zeggen nee! We zorgen liever dat het sociaal kapitaal van onze leerlingen wordt aangevuld.’
Ook hulp aan ouders
De school is daar in twee jaar tijd flink op aangepast. Ten eerste kunnen de leraren zich weer richten op lesgeven. Voor thuisproblemen en hongerige magen zijn er vrijwilligers en professionals zoals een schoolmaatschappelijk werker, een opvoedkundige en een brugfunctionaris voor het wijkcontact. Ten tweede kunnen kinderen, als ze dat willen, van acht tot vijf veilig terecht op school, met dagelijks ontbijt, fruit, melk en lunch. Dankzij het Jeugdeducatiefonds en Stichting Laptop Opvang zijn er gratis opgeknapte (ambtenaren)laptops. En voor ouders is er sollicitatietraining en een schuldhulpconsulent. ‘Het heeft twee jaar gekost om het vertrouwen van ouders te winnen. Het is ook nogal wat om schuldhulp te vragen of met brieven van instanties te komen waar je niets van snapt’, zegt Vreugdenhil begripvol.
Zelf ‘dromen’
Een derde principe van De Regenboog is dat kinderen zelf mogen ‘dromen’ wat hen ligt. Ze kunnen op schaken, op zwemles of muziekles bij docenten van de muziekacademie. ‘En als ze na twee weken ontdekken dat piano spelen niets voor ze is, is dat helemaal niet erg.’ Ook is er, omdat volgens leerlingen de grote vakantie te lang duurde, een zomerschool met leuke activiteiten in samenwerking met Talenten voor Morgen. Met hulp van vrijwilligers, sponsors en subsidiepotjes is er veel mogelijk: een bezoek aan een dierentuin, het theater, een museum of de musical Aladdin. ‘Maar dat heeft uitzoekwerk gevergd. Googlen, bellen: “Hoi, dit is mijn plan, hoe kan ik subsidie krijgen?”’
Hoge verwachtingen
Het Regenboogconcept spreekt aan. Er werken nog geen leerkrachten uit Meerzicht zelf, maar die uit bijvoorbeeld Leiden, Hoofddorp en Amsterdam hebben er de reistijd voor over. Het is ook deze aanpak waarmee de school een hoofdstuk kreeg in het boek van Benali. Hij bezocht samen met Hans Spekman (oud-wethouder van Utrecht en ex-PvdA-Tweede Kamerlid) van het Jeugdeducatiefonds vijftien ‘eigenwijze scholen’. De schrijver, onder de indruk, citeert de schooldirecteur: ‘Deze kinderen verdienen dat we hoge verwachtingen van hen koesteren. Ik ga ervoor zorgen dat er zoveel mogelijk barrières weggenomen worden. En we geven ze extra ondersteuning zodat ze verder kunnen reiken.’
Dé plek
Een jaar na Benali’s bezoek is Vreugdenhils bevlogenheid onveranderd: ‘Het maakt uit waar je geboren wordt. Maar het gaat er ook om of je een kans krijgt. Die krijgen veel kinderen niet. Onze school faciliteert dat wél. Ook al krijg je soms iedereen over je heen als je dit doet. Maar al deze kinderen: dat is wel de samenleving van de toekomst. Als je nu investeert in hoop, ziet Nederland er over tien jaar anders uit. Onderwijs is dé plek om de samenleving te veranderen!’’
Dromenmakers: mijn reis langs eigenwijze basisscholen; Abdelkader Benali; Uitgever Lemniscaat; prijs €24,99; ISBN 9789047716884. De opbrengsten van het boek zijn voor het Jeugdeducatiefonds, dat scholen helpt kinderen maximale ontwikkelingskansen te bieden. Kijk op www.jeugdeducatiefonds.nl