Het studiejaar is nog maar net begonnen en nu al vallen er bij ons studenten uit, omdat ze aan het werk moeten. Hun ouders of zijzelf kunnen de inflatie niet meer opvangen en dat betekent: in de spaarstand of in de overlevingsstand. ‘Geef ze geen vis, maar een hengel.’ Het was een gevleugelde uitspraak vroeger als het over onze hulp aan de derdewereldlanden ging. Ik zie het onderwijs als hengel. Iets dat je op de langere termijn in staat stelt om je kostje zelf te vangen en het ook nog op een gezonde manier te bereiden. Maar mensen in de spaarstand kunnen niets met een hengel. Ze hebben vis nodig en wel nu.
Een paar maanden geleden las ik een artikel over waarom mensen die te weinig geld hebben domme keuzes maken in hun leven. Mijn vrij vertaalde conclusie: ze willen geen domme keuzes maken, ze kunnen niet anders. Ze kunnen niet op de lange termijn denken (hengel, onderwijs), ze moeten op de korte termijn denken (vis). Er zijn studenten die zonder ontbijt naar school komen en er zijn studenten die naast hun mbo-studie moeten werken om het gezin waarin ze wonen of zichzelf te kunnen voeden of hun energierekening te kunnen betalen. Je bent pas tot leren (hengel) in staat als je je geen zorgen hoeft te maken over de meest basale levensomstandigheden.