In een column vertel je over een jongen met Iraanse roots, die ondanks een Citoscore voor vwo, vmbo-advies kreeg omdat hij een taalachterstand zou hebben. Na protest van zijn moeder, werd het een brugklas havo/vwo en al snel het gymnasium. Inmiddels geeft hij les op jouw oude middelbare school. Volgens jou sneuvelt er te veel talent onderweg.
‘Ik wil zeker niet generaliseren, maar zoals de situatie nu is, ben je mede afhankelijk van de nukken en grillen van de man of vrouw voor de klas en van hun niveau. Ik ben door vooringenomenheid van mijn juf in groep 8 op een mavo beland, terwijl ik een atheneum-advies had. Mijn ouders waren analfabeet, ik zou de enige in de buurt zijn en mijn broers zaten ook al op een mavo. Dat was blijkbaar geen goede basis. Zolang dit de realiteit is, kunnen we niet spreken van een eerlijk systeem met kansengelijkheid voor iedereen. Ja, er was één uitzondering: een leraar geschiedenis op de mavo. Die zei een keer tegen mij dat ik historisch besef heb. Dat maakte veel indruk, omdat hij mij daarmee de bevestiging gaf dat ik bepaalde zaken wel goed zag. Verder gaf geen enkele leraar mij erkenning. Misschien had ik pech, maar ik heb niet bepaald van die periode genoten.’
Je hebt een omweg gemaakt. Maar die heeft jou toch ook gemaakt tot wie je nu bent?
‘Ik heb zelf ontdekt wat ik wilde, het is niet dat ik door iemand ben gegidst. Pas in het hbo, bij de opleiding journalistiek, zagen ze wat ik kon en gingen er deuren open. Maar het is helemaal niet wenselijk dat het op die manier gaat. Door dat stapelen zat ik na de universiteit met een forse studieschuld.’
Eigenlijk begon je door de gezinssituatie al met een achterstand. Er wordt veel gesproken over kansengelijkheid, ook een van de speerpunten van CNV Onderwijs. Jouw oudste dochter gaat nu naar dezelfde basisschool als jij, vergelijk haar situatie eens met die van jou.
‘Toen ik er op zat, was het een zwarte school. Veel jongens en meisjes met een Turkse achtergrond en kinderen met een oorspronkelijk Nederlandse achtergrond, maar wel uit een vergelijkbaar sociaal-economisch milieu. Nu is het een witte school, die weliswaar nog steeds op dezelfde plek in de binnenstad staat, maar de wijk eromheen is totaal veranderd. De segregatie is gebleven, maar is nu alleen wit. En anders is er nog wel een postcodebeleid of een andere drempel die wordt opgeworpen. Ik snap niet waarom we dat niet kunnen veranderen. Als je al op jonge leeftijd mensen van elkaar gaat scheiden, is dat op latere leeftijd heel moeilijk te doorbreken. De ene groep bouwt een enorm netwerk op, de andere niet en dat maakt het lastiger om hogerop te komen in de maatschappij.’