Werkgeversorganisaties PO-Raad en VO-raad en vakbonden CNV Onderwijs, AOb, FvOv en AVS vinden de inzet van een arbeidsmarkttoelage een te kortzichtige maatregel. Alleen met structurele salarisverbeteringen en vermindering van werkdruk kan het onderwijs een aantrekkelijker werkveld worden en kan het lerarentekort worden aangepakt. Net als het kabinet zien de Raden en de bonden dat leerlingen op achterstandsscholen tijdens de coronapandemie nog meer dan op andere plekken leervertragingen hebben opgelopen. Deze scholen kunnen heel moeilijk aan goede leraren komen.
Een toelage voor de schooljaren 2021-2022 en 2022-2023 gaat de problemen van deze scholen niet oplossen, zo vinden de sociale partners. Het risico bestaat dat de kwetsbare kinderen op deze scholen straks alsnog weer de dupe worden als de toelage na twee jaar stopt. Bovendien speelt het lerarentekort niet alleen op achterstandsscholen, maar hebben bijna alle scholen moeite om goed personeel te vinden.
‘Wij vragen minister Slob al vier jaar om structurele oplossingen voor het lerarentekort. Maar we constateren dat de minister steeds kiest voor kortetermijnlapmiddelen. Het onderwijs op achterstandsscholen is er niet bij gebaat als leraren weer vertrekken zodra de toelage stopt en de werkelijke oorzaken van het tekort zoals hoge werkdruk en onvoldoende salaris niet zijn opgelost. Ook overheidsgeld kun je maar één keer uitgeven. Kies dan oplossingen die wel werken in plaats van pleisters plakken.’ zegt Daniëlle Woestenberg, voorzitter CNV Onderwijs. ‘Deze tijdelijke toeslag gaat voorbij aan het feit dat werkdruk en lerarentekorten niet op basis van postcode en andere ruwe data zijn vast te stellen. Voor het onderwijs is het belangrijk dat we tot een afgewogen arbeidsvoorwaardenpakket komen waardoor in cao’s sectorbreed maatregelen kunnen worden genomen die werken in het onderwijs aantrekkelijker maken. Wij wachten dus met interesse af waar de minister mee gaat komen.”