Leeropbrengsten weer op niveau
Het is positief nieuws dat de leeropbrengsten in het funderend onderwijs weer op het niveau van vóór de coronaperiode liggen. Ondanks personeelstekorten en de impact van de coronajaren op leerlingen, zijn door de onverminderd grote inzet van het onderwijspersoneel deze resultaten bereikt. Dat is een prestatie van formaat en een compliment waard aan alle betrokkenen in het onderwijs: leraren, schoolleiders en ondersteunend personeel.
Breder beeld met mbo meegenomen
Nieuw dit jaar is dat ook het mbo is meegenomen in de beoordeling. Dat geeft een completer beeld van de staat van het onderwijs, maar laat ook zorgpunten zien. Zo stroomt nog steeds een te grote groep mbo-2-studenten uit zonder Nederlands op 2F-niveau. In het mbo-4 is de daling van het uitstroomniveau 3F zelfs significant en alarmerend. Deze cijfers zeggen iets over de kwaliteit van het taalonderwijs in het mbo. We weten van onze leden dat de aandacht voor de AVO-vakken op het mbo onder druk staat. Bevoegdheid is niet verplicht, wij denken, zeker voor vakken zoals Nederlands en rekenen wel gewenst. Deze resultaten vragen om gerichte actie, ook bijvoorbeeld door aandacht voor taal meer beroepsspecifiek te integreren.
Positieve framing nodig
Een terugkerende reactie uit het onderwijsveld, is de negatieve toon in de rapportages en berichtgeving. Leraren en schoolleiders ervaren dat er te vaak wordt gefocust op wat niet goed gaat, terwijl het grootste deel van de scholen goed functioneert. De invloed van uitdagingen in continuïteit, zorg- en gedragsvraagstukken zijn ook van invloed op wat scholen kunnen leveren. CNV pleit daarom voor een meer gebalanceerde benadering: laat zien dat 80% van de scholen het goed doet en geef concrete positieve voorbeelden. Niet alle maatschappelijke problemen kunnen in het onderwijs opgelost worden. Erkenning en waardering zijn essentieel voor motivatie en behoud van professionals in het onderwijs.
Tekorten en kwaliteitszorg blijven aandacht vragen
Het rapport onderstreept opnieuw de aanhoudende tekorten in het onderwijs, met name in het voortgezet onderwijs. De instroom bij de lerarenopleidingen voor het vo daalt, en dat is zorgwekkend. Daarnaast blijft de kwaliteitszorg op scholen in het vo soms ook achter. Beide ontwikkelingen vragen om een langetermijnvisie én structurele aandacht.
Burgerschapsonderwijs: onduidelijkheid over doelen
Meer dan de helft van de scholen heeft een herstelopdracht gekregen op het gebied van burgerschapsonderwijs. Volgens CNV komt dit vooral doordat scholen worstelen met het ontbreken van concrete en hanteerbare doelen. Zeker omdat veel scholen veel aan burgerschap doen. De doorlopende leerlijn wordt nu geleidelijk steeds meer versterkt. De inspectie stelt dat de doelen er wel zijn, maar ingewikkeld zijn geformuleerd. Dit verschil in perceptie vraagt om helderheid, ondersteuning en realistische verwachtingen richting scholen.
Veerkracht van leerlingen
Tot slot een onderwerp dat misschien wel het meest urgent is: de veerkracht van leerlingen in een steeds sneller veranderende samenleving. Het onderwijs speelt een cruciale rol in de vorming van jonge mensen. Het gaat om zoveel meer dan alleen lezen, schrijven en rekenen. Dat vraagt wel ook om rust en lerend gedrag in de klas. Als CNV pleiten we ervoor dat het onderwijs zich kan blijven richten op zijn kerntaak: onderwijzen in de brede zin, en dat opvoeding primair de verantwoordelijkheid van ouders blijft en zorg of opvang wordt verleend door zorg- en opvangprofessionals.
CNV blijft zich inzetten voor een realistische, langere termijnvisie en waarderende blik op het onderwijs. Want goed onderwijs begint bij de mensen die het maken — en zij verdienen steun, vertrouwen en structurele investeringen.