Er blijkt meer behoefte aan structurele bekostiging en structureel beleid vanuit een langetermijnvisie op onderwijs. Met name over de noodzaak tot samenwerking tussen leraren, schoolleiders, besturen en overheid. Ieder vanuit zijn eigen rol. Inhakend daarop wil staatssecretaris Paul alle voorstellen die zijn opgehaald in het veld opnemen in het Herstelplan en daar vervolgens op sturen. De genoemde scenario’s waren voor haar slechts een middel om via dialoog na te gaan waar het naar toe moet met het onderwijs. De overheid pakt straks vanuit haar publieke verantwoordelijkheid de regie voor een goede invulling daarvan.
Meer zeggenschap
De focus komt nu te liggen op het lerarentekort, leren lezen, schrijven en rekenen en de lerarentoets. De teruggevallen PISA-scores (internationaal vergelijkend onderzoek dat de vaardigheden en kennis in natuurwetenschappen, lezen en wiskunde van 15-jarigen test) moeten aanmerkelijk verbeteren dit jaar. Meer zeggenschap van schoolleiders en leraren wordt in nieuwe wetgeving verankerd. CNV en de andere bonden worden daar nadrukkelijk bij betrokken.
Kansengelijkheid
In het rondetafelgesprek voorafgaand aan het debat waarschuwt, Daniëlle Woestenberg, CNV-bestuurslid onderwijs, het onderwijs niet te verengen tot alleen basisvaardigheden. ‘De school blijft ook een plek voor persoonsvorming, socialisatie en ontwikkeling. De bezuinigingen binnen het funderend onderwijs raken vooral kansengelijkheid. De politiek gelooft er niet meer in, maar wij gaan voor het beste onderwijs voor ieder kind.’
Eigen rol
De staatsecretaris wil dat iedereen de eigen rol pakt. Rolneming, zoals Alida Oppers, Inspecteur-generaal van het Onderwijs, dat noemt. Dat moet via deze 5 paden:
- De overheid moet komen met een visie en doelstellingen voor de langere termijn. Doel is duidelijkheid creëren, overladenheid in het veld intomen en focus aanbrengen.
- Incidentele middelen (subsidies) terugdringen door gerichte bekostiging. Wetgeving is in voorbereiding en start met bekostiging van het masterplan basisvaardigheden. Geld moet zoveel mogelijk in de klas komen. Met een norm moeten schoolbesturen daar invulling aan geven.
- Samenwerking tussen scholen, besturen, schoolleiders en leraren moet verbeteren. Veel wordt nog besloten voor de leraar in plaats van met hen. In het Herstelplan komen voorbeelden hoe dit aan te pakken.
- Samenwerking tussen onderwijsinstellingen moet beter. Stop met elkaar beconcurreren. Doelstelling om samen goed onderwijs te realiseren voor ieder kind. Streven is het verhogen van kwaliteit met meetbare resultaten.
- Paul gaat zich inzetten op delen van informatie aan de cao-tafel, maar invulling van lumpsum en goede arbeidsvoorwaarden blijven een zaak van werkgevers en werknemers. Wel komt er een wetsvoorstel gericht op strategisch personeelsbeleid, waarbij de grondwettelijke opdracht en de vrijheid van onderwijs worden gerespecteerd.
Bekostiging
Uiteindelijke bedoeling is dat het geld meer in de klas komt. De norm die Paul aan besturen wil opleggen is 80 procent overheidsfinanciering naar het onderwijs en 20 procent naar overhead (bestedingsnorm). Het verzoek van de Tweede Kamer om het geld direct bij de scholen af te leveren, werd afgewezen. Daarvoor is een stelselwijziging nodig, die de staatsecretaris nu niet nodig acht.
De Kamerleden vrezen dat gerichte bekostiging (masterplan basisvaardigheden) kan leiden tot het wegvallen van de subsidies zonder dat daar iets voor terugkomt. Of, wat de vrees is van CNV, net zoveel situaties van gerichte bekostiging als er subsidies zijn. Het gaat uiteindelijk om structureel beleid dat structureel en toereikend gefinancierd wordt. Daarbij dient een langetermijnvisie (consistentie) als uitgangspunt.
Geen overload
De Kamer waarschuwde ook om pluriformiteit (artikel 23) de ruimte te geven en de toekomst van het onderwijs niet te versmallen tot een sturingsvraag. De leraar is de spil en heeft professionele ruimte nodig, geen overload aan (nieuwe) regels. In een wet moet uit voorzorg worden vastgelegd waarop besturen moeten sturen.