Stapeling effecten en maatregelen fnuikend voor onderwijsaanbod

Kwalitatieve ondergrens moet instellingen in krimpregio’s behouden

De combinatie van dalende studentenaantallen, bezuinigingen en de Wet internationalisering in balans hebben vooral negatieve gevolgen voor opleidingen en instellingen in krimp- en grensregio’s. Daaronder vallen vrijwel alle universiteiten die buiten de Randstad zijn gevestigd. Dat blijkt uit recent onderzoek van de Onderwijsraad die pleit voor een kwalitatieve ondergrens. De uitkomst bevestigt de vrees die ook bij CNV leeft over verlies van banen, stijgende werkdruk en het verdwijnen van de opgebouwde (kennis)infrastructuur.

Beslissingen over opleidingen moeten niet alleen arbeidsmarktgericht zijn, maar ook studentenbelangen en maatschappelijke waarde meewegen. Dit moet gebeuren op instellingsniveau, regionaal en op stelselniveau. Dat advies geeft de Onderwijsraad aan het kabinet op de vraag wat er gegeven deze daling nodig is om middelbaar beroepsonderwijs (mbo), hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo) toegankelijk te houden en te zorgen voor onderwijs van voldoende kwaliteit en studiekeuzevrijheid. De raad acht eenzijdige focus op de arbeidsmarktvraag onwenselijk en pleit voor behoud van vrije studiekeuze. Bovendien moet de overheid het totale opleidingsaanbod monitoren en zorgen voor maatwerk waar nodig, bijvoorbeeld bij unieke opleidingen of regio’s met krimp.

Dragende kracht

CNV heeft zich in het kader van de Wet internationalisering in balans (WIB) al eerder bezorgd uitgesproken over het voortbestaan van kleine instellingen in krimpregio’s. Dat heeft volgens de bond direct gevolgen voor personeel (werkdruk), werkgelegenheid, leefbaarheid en lokale (kennis)infrastructuur. Volgens de Onderwijsraad zijn bij sommige onderwijsinstellingen internationale studenten de dragende kracht voor een breed opleidingsaanbod. Vooral in krimp- en grensregio’s zijn de gevolgen groot als deze instroom wegvalt. Daaronder vallen vrijwel alle universiteiten, die buiten de Randstad zijn gevestigd.

Gevarieerd aanbod cruciaal

Volgens CNV houdt het kabinet in deze regio’s onvoldoende rekening met een stapeling van effecten door bezuinigingen, de gevolgen van de WIB en het dalend aantal aanmeldingen van studenten. De vrees bestaat voor continuïteit, voortbestaan en opleidingsaanbod van onderwijsinstellingen. De raad wil daarom naar een kwalitatieve ondergrens.

Om gelijke onderwijskansen te waarborgen, is een voldoende gevarieerd en nabij opleidingsaanbod cruciaal, vooral voor mbo-studenten die doorgaans thuis blijven wonen tijdens hun studie, maar dit geldt ook voor hbo en wo. Voldoende opleidingsaanbod en bekostiging vergt samenwerking tussen onderwijsinstellingen onderling en met het bedrijfsleven.

Vrijheid van meningsuiting

Er zijn afspraken te maken over opleidings- en onderzoekscapaciteit in ruil voor bekostiging. Dit wordt capaciteitsbekostiging genoemd. Het nadeel hiervan is, dat voorbij wordt gegaan aan de keuzevrijheid van studenten. CNV vindt dat de academische vrijheid gegarandeerd moet blijven. Vrijheid van meningsuiting is daarbij een belangrijke vereiste en grondbeginsel, waarbij aan de vereiste grenzen en principes moet worden voldaan. Verschaling van het opleidingsaanbod kan volgens de Onderwijsraad voorkomen worden door het maken van afspraken over een minimumniveau van onderwijsvoorzieningen in elke regio. Dit vergt maatwerk in sommige streken om een uniek opleidingsaanbod te behouden.

In gesprek met veld

Volgens het subsidiariteitbeginsel moeten besluiten over het opleidingsaanbod primair bij de onderwijsinstellingen liggen.

CNV heeft minister Bruins van Onderwijs al meerdere malen verzocht om hierover vooral met het veld in gesprek te gaan. Dit omdat niet alleen arbeidsmarktbelangen, maar ook studentenbelangen en maatschappelijke belangen een rol spelen. Het gesprek over het opleidingsaanbod zal in de lijn van deze drie belangen gevoerd moeten worden. De Onderwijsraad acht vanwege de tekorten op de arbeidsmarkt het sec sturen op studiekeuze onwenselijk, ineffectief en weinig zinvol. De arbeidsmarkt verandert voortdurend. Daar is CNV het grondig mee eens en benadrukt de keuzevrijheid van de student om te kiezen wat bij hen past.

Voldoende overheidsfinanciering

De Onderwijsraad stelt in dit advies dat er geen generieke overheidsingrepen op stelselniveau nodig zijn. De oplossingen liggen primair bij de onderwijsinstellingen zelf. Het is de taak van de overheid om, gezien de onderlinge samenhang van deze ontwikkelingen, te zorgen voor voldoende financiering op de Rijksbegroting. Dit is essentieel, vooral in tijden van krimp, om de gevolgen van dalende studentenaantallen, bezuinigingen en internationaliseringsbeleid adequaat op te vangen. De overheid kan in haar rol als stelselverantwoordelijke zorg dragen voor een gezamenlijke reflectie op het aanbod en afwegingen daaromtrent met een mogelijk afwegingskader tot gevolg. Het draait om maatwerk voor de onderwijsinstellingen en het in samenhang bezien van de heersende problematiek.