Wet flexibel werken
Jan neemt contact op met CNV en krijgt van de jurist te horen dat een tijdelijke benoeming van rechtswege vervalt en hij daar dus geen rechten aan kan ontlenen. De jurist informeert hem dat hij een beroep kan doen op de Wet flexibel werken. Omdat Jan meer dan 26 weken in dienst is bij deze werkgever kan hij verzoeken om meer uren te mogen werken. Hij moet daarvoor twee maanden voor de gewenste ingangsdatum zijn werkgever schriftelijk vragen om meer uren te mogen werken. In het verzoek moet Jan laten weten hoeveel uur hij wil gaan werken en op welke dagen per week hij ingezet wenst te worden. Om zeker te zijn dat zijn verzoek bij de werkgever bekend wordt, krijgt hij het advies om zijn verzoek per aangetekende post aan zijn werkgever te versturen.
Spannend
Omdat Jan het lastig vindt om zijn verzoek te formuleren vraagt hij de CNV-jurist hem daarbij te helpen. Die stelt in overleg met Jan het verzoek op en stuurt het per aangetekende post aan de werkgever. Voor Jan is het spannend om te horen of zijn verzoek wordt toegekend. De jurist informeert Jan dat de werkgever uiterlijk een maand voor de gewenste ingangsdatum moet reageren op zijn verzoek. Als de werkgever dit niet doet, dan betekent dit dat zijn verzoek als toegekend moet worden gezien.
Niet goed gemotiveerd
De werkgever reageert op tijd, maar wijst het verzoek af. In de schriftelijke reactie wordt niet goed gemotiveerd waarom Jan geen urenuitbreiding krijgt. De jurist laat Jan weten dat hij zich niet bij deze beslissing hoeft neer te leggen. De werkgever is namelijk in beginsel verplicht om bij een verzoek om meer uren te mogen werken, dit toe te kennen. Alleen in het geval er sprake is van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelang, mag de werkgever het verzoek om urenuitbreiding weigeren.