Onderwijs speelt een rol als leden hun keuze gaan maken, zo blijkt uit de enquête. Ja, een doorslaggevende rol, zegt 7 procent. Ja, een grote rol, zegt 43 procent. Ja, een beetje, zegt 40 procent. CNV Onderwijs-voorzitter Daniëlle Woestenberg reageert: ‘Voor negentig procent van onze leden is onderwijs een relevant thema. En terecht! Ik zou verrast zijn als dat niet zo was. En er valt wat te kiezen!’
Niet genoeg gedaan
Van de respondenten vindt ruim vier op de vijf dat het kabinet de afgelopen vier jaar niet genoeg heeft gedaan voor onderwijs. Woestenberg begrijpt deze uitkomst: ‘Er zijn deze kabinetsperiode wel stappen gezet in de goede richting, zoals in de cao PO. Maar de hoge werkdruk, de klassengrootte en de autonomie blijven echt knelpunten waar hoognodig iets aan gedaan moet worden.’ CNV Onderwijs wil dat het nieuwe kabinet oog heeft voor de arbeidsmarkt. ‘Er is een tekort aan bevoegde docenten, bekwame vakleerkrachten en goede schoolleiders. Kwaliteit van onderwijs hangt samen met de positie die het onderwijs in de arbeidsmarkt heeft. Goede mensen stromen te snel en te vaak uit, omdat het salaris, de arbeidsvoorwaarden en de eigen regie op de professionele ontwikkeling elders als beter worden gezien.’
Wensenlijstje
Met stip op 1 in het wensenlijstje (zie illustratie) van de respondenten staat: kleinere klassen. Dit speelt vooral in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs, op de voet gevolgd door speciaal (basis- en voortgezet) onderwijs en mbo. Deze wens wordt vooral geuit door leerkrachten/docenten en schoolleiders. Op 2 staat: meer salaris. Ook hier voert het basisonderwijs de boventoon, gevolgd door voortgezet onderwijs en speciaal (basis- en voortgezet) onderwijs. Vooral leraren willen meer salaris, met enige afstand gevolgd door OOP’ers en schoolleiders. Op 3 staat: meer autonomie voor de onderwijsprofessional. Vooral in het mbo en speciaal (basis- of voortgezet) onderwijs leeft deze wens, en met name onder onderwijsgevend en leidinggevend personeel. Opvallend is verder dat de prioriteiten ‘meer carrièremogelijkheden’ en ‘geld en tijd voor een herstelplan na corona’ vooral van het OOP komen.
Wat de politiek nog meer moet doen …
‘Stoppen met praten over achterstanden; maak die klassen kleiner en zorg voor goed personeel voor de klas en ondersteunend!’
‘Ons ons werk laten doen, minder bemoeienis.’
‘Een LC-functie.’
‘Minder lessen in VO, dus meer tijd voor voorbereiding en begeleiding.’
‘Geen verschil in beloning PO en VO.’
‘Pensioenleeftijd terug naar 65 jaar.’
‘Salaris OOP omhoog, is vooroorlogs!’
‘Behoud van vrijheid en identiteit van bijzonder onderwijs.’
‘Minder administratie en bureaucratie.’
‘Hogere beloning op achterstandsscholen.’
‘Beter opgeleide leerkrachten, niveau moet omhoog.’
‘Afsluiten eindexamens op verschillende niveaus.’
Uit categorie ‘anders’ op de vraag wat een politieke partij zeker moet doen willen de leden er op stemmen.
Stemgedrag
Van de respondenten weet 37 procent nog niet op welke partij ze gaan stemmen en 3 procent houdt het liever voor zichzelf. Eén persoon gaat niet stemmen. De anderen weten het al wel en laten de volgende top 10 zien: 1. CDA 2. ChristenUnie 3. PvdA 4. GroenLinks 5. VVD 6. D66 7. SP 8. PVV 9/10. SGP/Forum voor Democratie.
Samenstelling ledenpanel
Het ledenpanel van CNV Onderwijs bestaat uit 624 leden, verspreid over de verschillende onderwijssectoren. Aan de verkiezingsenquête deden 352 mensen mee, dat is een respons van 57 procent. Van hen is 66 procent leerkracht/docent, 15 procent onderwijsondersteunend en 10 procent schoolleider (de rest zijn overige functies). Ruim een derde werkt in het basisonderwijs, een kwart in het voortgezet onderwijs, 10 procent in het mbo, 9 procent in het speciaal (basis- of voortgezet) onderwijs en 6 procent in het hbo.