Deze zomer begon minder zorgeloos dan anders. In de week voor mijn vakantie waren er allerlei grote dingen aan de hand; Peter R. de Vries werd vermoord, er waren overstromingen en de besmettingscijfers liepen gigantisch op. En dan waren er ook nog de kleine zorgen; Hoe komen mijn zorgleerlingen deze vakantie door? Is de badkamer die ik heb besteld niet boven mijn budget? Blijft het droog als ik op fietsvakantie ga?
Ik wist al gauw hoe het met een van mijn zorgleerlingen ging. Toen we op de laatste schooldag ‘de testen van Slob’ uitdeelden, deed hij meteen een test. POSITIEF. Net als de tweede. Hij is naar huis gestuurd en heeft zich laten testen door de GGD. Ook positief natuurlijk. Hierdoor veranderde er voor ons ook weer heel wat. De klas moest in quarantaine, de vergaderingen werden weer digitaal en de afsluitende barbecue werd geannuleerd. Een kenmerkende afsluiter voor een jaar waarin we regelmatig over moesten op een plan B.
'Tot mijn grote schrik stond de positief geteste jongen daar ook bij. Hij leek het prima naar zijn zin te hebben'
Op de tweede dag van mijn vakantie ging ik een stuk fietsen. Langs het kanaal zag ik een aantal jongens in zwembroeken op scooters zitten. Zo te zien waren ze net van de brug gesprongen. Tot mijn grote schrik stond de positief geteste jongen daar ook bij. Hij leek het prima naar zijn zin te hebben. Als hij al in quarantaine was geweest, dan was het zeer kort. Ik ben er met een grote boog omheen gefietst om de rest van mijn fietstocht te overwegen of ik er iets mee moest.
Na een jaar waarin ik me soms meer politieagente voelde dan zorgcoördinator heb ik besloten er vrijwel niets mee te doen. Het was immers vakantie en ik had niet het gevoel dat ik iets in de situatie zou kunnen veranderen. Het enige wat ik wel heb gedaan is de mentor informeren. En waar ik het los liet, pakte zij het op. Hierdoor voelde ik me toch wel ineens heel erg vrij.