Vorig jaar begon psycholoog Saisha Partiman met het Bel-me-wel-register, voor iedereen die in de coronacrisis een luisterend oor kon gebruiken. Mensen kunnen een bericht achterlaten op de website en worden dan teruggebeld door een van de elf vrijwilligers, allemaal werkzaam in de psychologie. Zo’n 350 mensen hebben daar afgelopen jaar gebruik van gemaakt. Partiman: ‘De gesprekken gaan vooral over stress en eenzaamheid. Stress over de corona-maatregelen, angst voor het virus, financiële onzekerheid, disbalans tussen werk en privé, relatieproblemen. Of eenzaamheid doordat mensen zich geïsoleerd voelen en niet weten bij wie ze om hulp moeten vragen.’
Op elkaars lip
Een van de vrijwilligers bij het Bel-me-wel-register is Maud Nooitgedagt, psycholoog en systeemtherapeut en werkzaam bij Care-express voor specialistische jeugd GGZ en jeugdhulp in Amsterdam. ‘Daar werd ik ook gebeld door jongeren. Net samenwonenden wilden bijvoorbeeld praten over relatieproblemen nu ze hele dagen op elkaars lip zitten. Ook waren er jongeren die zich verveelden, omdat ze eerst altijd naar hun opleiding toe gingen en nu vooral thuiszitten. Of kinderen met kwetsbare ouders, waardoor ze helemaal niet meer de deur uit konden en niemand konden zien.’ Ze lacht: ‘Ik weet mijn eigen puberteit nog wel; dan wil je juist veel bij je ouders vandaan. Maar nu zitten ze al maanden opgehokt mét hun ouders.’
Geen perspectief
Nooitgedagt merkt het ook in haar reguliere werk als psycholoog: ‘Oude kwetsbaarheden worden uitvergroot door corona. Veel cliënten waren al voor de crisis bij mij onder behandeling, maar nu steken hun problemen éxtra de kop op. Dat kan angst zijn, depressieve of sombere gevoelens, eenzaamheid, problemen met ouders, je overspoeld voelen, de controle kwijt zijn, meer ruzie in het gezin. Jongeren hebben behoefte aan houvast, aan perspectief, en beiden ontbreken nu een beetje. Ik luister en leg uit dat het normaal is dat ze zich zo voelen in deze tijd. Dat normaliseren is belangrijk. We moeten allemaal onze weg vinden in deze rare tijd, hebben er allemaal moeite mee, in meer of mindere mate.’ Daarnaast probeert ze de jongeren weer structuur en perspectief te geven. ‘Vooral jongeren in hun eindexamenjaar worstelen daar mee: ze wilden een tussenjaar gaan doen door bijvoorbeeld te gaan reizen of in de horeca te gaan werken, maar beiden kunnen waarschijnlijk niet. Ik stimuleer ze om te gaan sporten, een structuur in hun dag aan te brengen.’
Uitzondering voelen
De ene dag die jongeren nu naar het voortgezet onderwijs mogen, zet volgens Nooitgedagt weinig zoden aan de dijk qua structuur. ‘Veel van mijn cliënten zijn kwetsbaar en mogen dus wel naar school, maar daar voelen ze zich dan weer een uitzondering. En eindexamenkandidaten mogen ook, maar die vinden het ook niet alles mét mondkapje en zónder drukte in de school.’ Als alle scholen op termijn weer helemaal open mogen, voorziet Nooitgedagt een hausse van verwijzingen van schoolpsychologen. ‘Want dan zien ze de leerlingen weer en ontdekken ze moeilijkheden.’ Ze is blij dat het onderwijs €8,5 miljard krijgt om achterstanden in te lopen. ‘Ik hoop dat er ook aandacht is voor de psychische gevolgen, dat scholen goed met ons samenwerken en ons inschakelen waar nodig. Scholen kunnen niet alles zelf en dat hóeft ook niet. We moeten sámen kijken of het wel goed gaat met deze generatie en of ze niet jarenlang in de knel blijven zitten.’