Werkgevers wijzen voorstel loonstijging 5,5 procent cao AOJ af

Twee structurele loonsverhogingen doorvoeren, met een totale loonstijging van 5,5 procent tegen het einde van 2025. Dat voorstel van de bonden werd vlak voor de kerst afgewezen door de Adviesorganisaties voor Onderwijs en Jeugd. Zij geven voor de nieuwe cao AOJ de voorkeur aan een combinatie van een bescheiden structurele loonsverhoging en een incidentele uitkering.

De bonden zijn tegen dit scenario, omdat dit betekent dat het reguliere loon grotendeels afhankelijk wordt van omstandigheden. Dit achten zij onwenselijk. Een structurele loonstijging biedt werknemers zekerheid, terwijl een incidentele beloning dat niet doet.

Onzekerheid

Waarom dan toch geen akkoord? Eerst gaven de werkgevers aan geen belemmering te zien in een structurele loonstijging van 5,5 procent. Het zou in 2026 ook niet ten koste gaan van de continuïteit van hun organisaties. Toch is er nu onzekerheid over de situatie volgend jaar en is er de vrees dat er mogelijk minder ruimte zal zijn voor verdere loonkostenstijgingen. Daarnaast wijzen de werkgevers op de bezuinigingen in het onderwijs, de afloop van tijdelijke middelen en het zogenaamde ‘ravijnjaar’ van gemeenten in 2026, waarin minder geld beschikbaar zal zijn voor bijvoorbeeld jeugdzorg.

Loonstijging principiële zaak

Reden waarom de werkgevers dit jaar een deel van de loonontwikkeling incidenteel willen en, als de omstandigheden dat toelaten, volgend jaar opnieuw een structurele verhoging doorvoeren. De bonden zijn daar tegen en kiezen principieel voor structurele loonstijgingen, omdat iedereen baat heeft bij zekerheid over het loon. Aan de leden daarom vandaag de vraag hoe zij tegen de situatie aankijken en wat hun wensen zijn.