‘Dit is een mooi akkoord, met een goede loonstijging. Voor OOP’ers is er extra goed nieuws: de aanpassing van de salarisschalen 1 tot en met 8 pakt voor hen goed uit’, zegt CNV-onderhandelaar Gerlinde Michels. ‘En door de oktobertoelage van €1.640 wordt voor iedereen vanaf schaal 9 (laatste trede) een belangrijk onderscheid tussen onderwijsondersteuners en het overig personeel weggenomen. Leraren en directeuren kregen in hun laatste trede al zo’n toelage.’
Extra aandacht OOP’ers
Ook de loopbaanbegeleiding voor OOP’ers krijgt extra aandacht. Er bestaan veel trajecten voor hen om door te stromen naar leraar, maar ook om te professionaliseren op andere vlakken. Dit uitgebreide aanbod wordt in kaart gebracht, waardoor de leidinggevende de werknemer beter kan ondersteunen. Michels vervolgt: ‘Met name OOP’ers geven aan zich niet altijd veilig te voelen in school. Er komt een onderzoek naar de effectiviteit en werking van maatregelen die scholen nemen om de sociale veiligheid te vergroten. Het onderzoek richt zich ook op leerpunten uit andere sectoren.’
Verdere afspraken: loonkloof blijft dicht
De loonstijging in dit PO-akkoord is ook belangrijk voor het voortgezet onderwijs waar de cao-onderhandelingen eerder deze week stukliepen. Alle sociale partners in het funderend onderwijs willen vasthouden aan de afspraken uit het loonkloofakkoord van 2022, zodat er geen nieuwe kloof tussen PO en VO ontstaat. Michels: ‘We hebben ons best gedaan om tegelijkertijd voor beide sectoren een akkoord te sluiten. De PO-Raad en de VO-raad hebben de (door de overheid bepaalde) gezamenlijke loonruimte voor het funderend onderwijs op tafel gelegd. Die hebben we vertaald in een loonstijging voor het primair onderwijs die voor beide sectoren moet gaan gelden. Voor de sociale partners in de PO-sector staat als een paal boven water dat de loonkloof niet terugkeert. Ongeacht wat er later aan de VO-tafel gebeurt en ongeacht hoe de nu aangekondigde periode van acties in het VO zal verlopen.’