De leraar moet de regie krijgen in passend onderwijs, benadrukt CNV Onderwijs in een 10-puntenplan. Passend onderwijs schiet namelijk tekort, blijkt vandaag uit de eindevaluatie van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek. CNV Onderwijsvoorzitter Jan de Vries: 'Het moet en kan beter! Met meer vertrouwen, meer ondersteuning en meer geld.'
Basis voor het 10-puntenplan van CNV Onderwijs is een serie uitgebreide gesprekken met leden. Daaruit blijkt dat leraren zich dagelijks te kort voelen schieten: ze kunnen niet alle leerlingen voldoende zorg en aandacht geven. Een oproep van een lid: ‘Houd de lijntjes kort en stop met die eindeloze administratieve rompslomp!’
Tien punten
Als de volgende punten gerealiseerd worden, heeft passend onderwijs kans van slagen, aldus CNV Onderwijs: de leraar als regisseur - meer ondersteuning - ruimte voor speciale scholen - meer inspraak voor leraren - minder administratie - bevordering deskundigheid - duidelijker regels - niet afrekenen op rendement - solidaire samenwerkingsverbanden - aparte ruimtes op school.
Meer ondersteuning
Heleen, juf van groep 4, zegt: ‘Het tweede punt, meer ondersteuning, spreekt mij het meeste aan. Nu we met halve klassen werken, merk ik dat ik tijd en aandacht voor elk kind kan hebben. Dat is ook het doel van passend onderwijs: elk kind écht te kunnen zien en als leerkracht aan te sluiten bij de specifieke onderwijsbehoeften van elke leerling. Als we straks weer teruggaan naar volle klassen, is meer ondersteuning zeker nodig.’
Pijnlijke conclusies
Het NRO constateert in de eindevaluatie dat scholen geld te kort komen, dat verwachtingen van ouders en leraren niet zijn waargemaakt, dat de bureaucratie is toegenomen en dat de toegevoegde waarde voor leerlingen niet is vast te stellen. CNV Onderwijsvoorzitter De Vries: 'Dat zijn pijnlijke conclusies na zo'n grote hervorming en bezuiniging. De leerling, leraar en ouders moeten centraal staan en alles daaromheen zou daaraan dienend moeten zijn.'