Andere belangrijke motieven zijn de mogelijkheid om ondersteuning te bieden aan zorgleerlingen (78 procent) en om meer individuele begeleiding en maatwerk te bieden aan alle leerlingen (70 procent). De uitkomsten van het onderzoek bewijzen maar weer eens hoe belangrijk het werk is van oop-ers. Winst valt nog te behalen als meer scholen een visie ontwikkelen op de inzet van onderwijsassistenten en lerarenondersteuners, die verder gaat dan het ontlasten van leraren. De dialoog mét het onderwijspersoneel is hierbij essentieel.
Uit het onderzoek blijkt verder dat de overgrote meerderheid van de onderwijsassistenten en lerarenondersteuners (zeer) tevreden is over hun takenpakket, de samenwerking met collega’s en de verdeling van taken met de leraren. Er is wel onvrede over de waardering die onderwijsassistenten en lerarenondersteuners krijgen voor de extra taken die zij uitvoeren, vooral als het gaat om hun financiële compensatie.
Verwachtingen
Door de coronapandemie en de daarmee gepaard gaande uitval van collega’s, staan de oop-ers nu vaker voor de klas. Dit beeld wordt herkend door de werkgevers. Door de coronacrisis en krapte op de arbeidsmarkt is er vaker spanning op de scheidslijn tussen de behoeftes van scholen en wat formeel mag worden verwacht van onderwijsassistenten en lerarenondersteuners.
In de cao-po was afgesproken dat de oop-functies op de scholen herzien moesten worden. Een op de vijf is (zeer) ontevreden over de mate waarin de nieuwe functiebeschrijving uit het herziene functiebouwwerk aansluit bij hun dagelijkse werkzaamheden, en eenzelfde deel is niet blij met de onderbouwing van de (nieuwe) functiebeschrijving door de werkgever. Die onvrede is er ook over de waardering in de organisatie voor onderwijsassistenten en lerarenondersteuners. Onder meer wat betreft hun salariëring.
Subsidie
Wat wel als positief wordt ervaren, zijn de ontwikkelingsmogelijkheden binnen de school: bijna 55 procent is hier (zeer) tevreden over. Een deel van de onderwijsassistenten en lerarenondersteuners heeft de ambitie om door te stromen naar een andere functie, met name de pabo is populair: circa 13 procent wil de komende jaren daarmee starten. Overigens is recent een subsidie beschikbaar gekomen voor onderwijsassistenten en lerarenondersteuners die een lerarenopleiding willen gaan volgen.