Ja, Fleur van de Sande (20) leest de kranten en kijkt tv. Dat het al enige tijd rommelt in het basisonderwijs is voor haar geen verrassing. De strijd is bekend. Duizenden juffen en meesters staken al ruim een jaar voor een beter loon en minder werkdruk. Op het Journaal zag zij de joelende menigtes voorbij komen. Niet de beste reclame voor het vak zou je zeggen. Maar Van de Sande, vierdejaars voltijdstudent aan De Kempel in Helmond, onlangs voor het vierde jaar op rij uitgeroepen tot beste pedagogische hogeschool van Nederland, ziet het anders. Juist doordat leerkrachten zich nu zo massaal uitspreken - tot hier en niet verder - is de kans groot dat er ook écht iets verandert. Zij effenen de weg voor toekomstige generaties, klinkt het. ‘Dat ze staken voor een hoger salaris snap ik ook best. Maar voor mij is dat nu nog niet echt een issue. Als starter krijg je best goed betaald. Maar misschien dat ik na een paar jaar ook wel begin te morren wanneer ik wel allerlei verdiepende cursussen of opleidingen heb gevolgd, maar nog geen salarisverhoging heb gekregen.’
Passie
Dat gezegd hebbende, geld is niet Van de Sandes drijfveer. ‘Ik ben zo’n type dat als kind al wist dat zij juf wilde worden. Een gevoel dat op de middelbare school alleen maar versterkt werd toen ik in mijn vrije tijd hockeytrainingen ging geven aan de pupillen. Mijn docent Engels in havo 5 was echter minder enthousiast. Een paar jaar geleden leek er nog geen sprake van een lerarentekort. Hij maakte zich zorgen dat ik zou worden opgeleid tot ‘werkloosheid’. Desondanks besloot ik mijn passie te volgen, onzekere toekomst of niet.’ Een beslissing die goed uit blijkt te pakken. Dat het imago van de leraar flink is opgekrikt, ziet Van de Sande dagelijks om haar heen. Met haar lichting had het schoolbestuur aan nieuwe aanwas al weinig te klagen, maar op De Kempel wordt het ieder jaar een beetje drukker. Hoe lager het leerjaar, des te meer klassen.
Reikhalzend
Inmiddels loopt het storm: 161 voltijd- en 6 deeltijdstudenten in 2015 tegen 229 voltijd- en 33 deeltijdstudenten. Dertien procent aanmeldingen meer dan vorig jaar. Flink hoger dus dan toen Van de Sande zich inschreef. Maar zij moeten nog even blokken, terwijl de Oirschotse, die momenteel tot volle tevredenheid stage loopt op de Antoniusschool in haar geboortedorp, al bijna afzwaait. Een moment waarnaar haar begeleiders reikhalzend uitkijken. ‘Meermaals ben ik gevraagd om bij ziekte in te vallen, terwijl ik officieel nog niet lesbevoegd ben. Dat doe ik graag, maar liefst alleen bij de school waarop ik stage loop. De kans daarop is bepaald aanwezig. Voor een andere school voelt zij zich nog niet zeker genoeg. ‘En ik wil niemand, de kinderen zeker niet, teleurstellen.’
Goed inschrijfnieuws ook vanuit de Vereniging Hogescholen. Het aantal inschrijvingen bij de pabo’s steeg dit jaar opnieuw ten opzichte van het jaar daarvoor. Het gaat om 8 procent meer voltijdstudenten en 12 procent meer deeltijders. Ook het aantal zij-instromers nam toe: van 160 naar ruim 400. Het aantal inschrijvingen bij de tweedegraads erarenopleidingen is daarentegen met 6,5 procent gedaald ten opzichte van vorig jaar, waarbij overigens de verschillen tussen opleidingen groot zijn. Het aantal inschrijvingen bij de tekortvakken Duits, Scheikunde en Techniek is nagenoeg hetzelfde gebleven.
Ademruimte
Wie net als Van de Sande ook een goede toekomst lijkt beschoren, is de eveneens 20-jarige Bram van Beurden. Een eerstejaars pabo-student die na nog geen twee weken theorie direct in het diepe is geworpen. Hij loopt momenteel stage op basisschool ’t Baken in Helmond, in een combinatiegroep 6/7 met zo’n 26 kinderen. Ook daar is de werkdruk zo fors dat hij er zomaar zijn nieuwe werkgever kan hebben gevonden. Zittende docenten zijn maar wat blij met de stagiaire. Of liever: met álle stagiaires die ze kunnen krijgen. Van Beurden: ‘Om “gewone” leerlingen en leerlingen die extra hulp nodig hebben beide de aandacht te geven die zij verdienen, zijn een paar extra handen en ogen in de klas meer dan welkom. Een stagiaire kan een leerkracht dan net dat beetje ademruimte geven die hij anders niet had gehad.’ Dat Van Beurden hiervoor de opleiding tot onderwijsassistent heeft afgerond, en bijna drie jaar als zodanig heeft gewerkt alvorens met de pabo te starten, komt daarbij goed van pas. Helemaal nieuw is het voor hem niet om voor de klas te staan. Al merkt hij nu al dat de rollen wezenlijk van elkaar verschillen.
Uitdaging
‘Als leraar is de werkdruk aanzienlijk hoger. Veel mensen, onder wie ook vrienden van mij, denken nog steeds dat je dan lekker veel vakantie hebt. Maar ze hebben geen idee dat een fulltime leraar vaak meer dan 40 uur per week constant bezig is. En dat vakanties voor veel collega’s juist het moment zijn om achterstallig werk weg te werken.’ Voor Van Beurden is dat vooralsnog echter geen bezwaar. Ook hij droomt al jaren van een baan als leraar. Al vindt hij het nog te vroeg om te speculeren of die baan ook daadwerkelijk bij ’t Baken zal zijn. Hij is immers ‘nog maar’ eerstejaars. Eén ding weet hij echter wel: als leerkracht heeft hij nu al de uitdaging gevonden die hij als onderwijsassistent mistte. ‘Aan verantwoordelijkheid en eigen inbreng geen gebrek.’
Destijds afgeraden
Ook zijinstromer Judith Borst, die via De Kempel een verkort traject volgt om haar lesbevoegdheid te halen, kijkt er naar uit om voor de klas te staan. Ze loopt momenteel stage op basisschool. Dierdonk in Helmond. ‘Eigenlijk wilde ik twintig jaar geleden al aan de pabo beginnen’, zegt Borst die stage loopt op basisschool Dierdonk inhaar woonplaats Helmond. ‘Maar destijds werd mij dat afgeraden. Als vwo’er zou het “zonde” zijn om voor de pabo te kiezen. In plaats daarvan koos ik voor de meer beleidsmatige studie Pedagogiek. Daarna werkte ik enige tijd als jongerenwerker alvorens mij te storten op de zorg voor de eerste van in totaal vier kinderen.’ Desondanks bleef het onderwijs kriebelen. Inmiddels alweer enige tijd uit de luiers besloot de 42-jarige Gouwenaar in 2016 te informeren naar een zij-instroomtraject. ‘Ook toen schreven de kranten over een dreigend lerarentekort’, blikt Borst terug. ‘Maar op de informatiebijeenkomst die ik bezocht, gaven ze vanuit De Kempel eerlijk aan zich daar niet in te herkennen. Wellicht omdat de nood in Noord-Brabant zich minder snel aftekende dan in de Randstad. Een baangarantie konden ze in ieder geval niet afgeven.’
Kunnen managen
Nu, twee jaar later, is het een heel ander verhaal. Ook op scholen in de regio Helmond dreigen tekorten. Zodra er een vacature wordt uitgeschreven, is het altijd weer spannend of die vervuld wordt. Goed nieuws voor Borst, die wanneer ze in februari haar diploma haalt waarschijnlijk moeiteloos kan doorstromen. Maar ze maakt zich ergens ook zorgen. ‘Ik hoop dat scholen, ondanks dat de nood hoog is, niet de kwaliteit van het onderwijs uit het oog verliezen. Onbevoegde leerkrachten voor de klas zetten, zoals onderwijsassistenten of pabo-stagiaires, lijkt misschien een goede noodoplossing. Maar je kunt niet zomaar iedereen zelfstandig laten lesgeven. Je moet zo’n klas wel kunnen managen, en dat lukt de ene student nu eenmaal sneller dan de ander. En sommigen blijken misschien helemaal niet geschikt voor het onderwijs. Ook onze deeltijdklas is in twee jaar gehalveerd. Want ja, je moet nog al wat kunnen en willen investeren om uit te groeien tot een topleraar. Die tijd moet je wel gegeven worden.’