Voor wat voor winter staan we? Kunnen we voldoende ventileren als niet overal de ramen open kunnen? Als niet alle gemeenten meebetalen aan vervanging van het oude ventilatiesysteem? Hoe moeten we omgaan met al die piepende CO2-meters na een half uurtje les in de brugklas? Waar halen we vervangers vandaan als er een griepgolf uitbreekt of als collega’s langdurig uitvallen in verband met long covid? Overwegingen die bij alle schoolleiders wel eens door het hoofd spoken onder een koude douche, in een lege school of vlak voor een vergadering met de raad van toezicht. Deze uitdagingen het hoofd bieden vraagt om visie en zicht op toekomstgericht onderwijs.
Dat betekent focus, samenwerken daar waar mogelijk, maar ook ruimte bieden daar waar het kan. Dat betekent ook respect voor elkaars ziens- en werkwijze. Je verdiepen in wat de ander nodig heeft. Een vaardigheid die nog lang niet alle organisaties van nature onder de knie hebben. Er zullen samenwerkingsmodellen moeten ontstaan vanuit de praktijk en vanuit noodzaak. Dit vraagt om leidinggevenden die minder managen, maar meer inspirerend en onderwijskundig leider zijn. Leidinggevenden die zien wat de ander nodig heeft, die een goed werk- en leerklimaat voor alle medewerkers in het onderwijs realiseren. Schoolleiders moeten ook steeds beter weten wie hun partners zijn, zoals gemeenten, de kinderopvang, maar ook stagebedrijven waar hun leerlingen in de praktijk leren.