‘Deze week moeten scholen zich kunnen voorbereiden op de periode na de kerstvakantie, nu leerlingen vanaf woensdag niet meer naar school komen’, zegt Daniëlle Woestenberg voorzitter van CNV Onderwijs in een eerste reactie op de toespraak van premier Rutte vanavond.
‘Niet voor niets hebben wij ons de afgelopen dagen hard gemaakt voor voorbereidingstijd. Hierdoor kan de vakantie voor iedereen een vakantie zijn. Ook stelt het iedereen in staat om het online onderwijs voor te bereiden vóórdat de kerstvakantie begint’, zegt Woestenberg. ‘Leraren, onderwijsassistenten en schoolleiders kunnen dan écht even bijkomen en opladen tijdens de kerstvakantie. En dat is hard nodig.’ Uit recent onderzoek van CNV Onderwijs blijkt dat de toch al hoge werkdruk in het onderwijs verder is opgelopen door corona.
Kwetsbare kinderen
Basisscholen en kinderopvang moeten, net als eerder dit jaar, kwetsbare kinderen en kinderen van ouders met cruciale beroepen opvangen. Woestenberg: ‘Natuurlijk moet dit in goed overleg en is ook hier tijd nodig om dit te organiseren. Het is verstandig als schoolleiders en onderwijsprofessionals een sturende rol bij de opvang van kwetsbare kinderen krijgen. School weet het beste om wie dit gaat. Het dagelijkse ritme van naar school gaan is voor deze kinderen extra belangrijk. Hoe zorgen we ervoor dat zij geen grote achterstand oplopen, dat ze lessen blijven volgen en veilig zijn?’
Praktijkonderwijs mbo
Woestenberg vindt het goed om te horen dat praktijkonderwijs in het mbo mogelijk blijft: ‘Deze studenten hebben al veel moeten missen, veel stages gaan niet door. Maar ook hier moet veiligheid voor docenten en leerlingen altijd voorop staan. We zullen hierover met onze leden en het ministerie in gesprek blijven.’
Eindexamenleerlingen
Voor eindexamenleerlingen wordt een uitzondering gemaakt. Zij mogen wel naar school in de genoemde periode (16 december tot 18 januari). CNV Onderwijs heeft daar begrip voor. ‘Het zal wel een uitdaging worden om dat goed te organiseren. Invulling van de examenbegeleiding moet in goed overleg met docenten gebeuren’, benadrukt Woestenberg.