De Oase is een grote basisschool met 650 leerlingen en zeventig medewerkers. Saskia van Berkel begon hier twee jaar geleden als interim-directeur van de basisschool. Nadat ze in vaste dienst bleef op haar functie, liep ze steeds vaker tegen een communicatieprobleem aan tussen de directie en de MR. Van Berkel trok aan de bel bij haar bestuurder, die CNV aanbeval. “Iedere school creëert een eigen cultuur en elke schoolleider doet dingen anders. Dit was voor het eerst in mijn schoolleiderschap dat ik vastliep in de communicatie met de medezeggenschapsraad. Ik kreeg niet het gevoel dat we samenwerkten.”
Communicatieprobleem
Achteraf kunnen ze benoemen waar de problemen lagen; verschillende manieren van communicatie, aannames en het anders gewend zijn. De gesprekken liepen vast en een interventie van buitenaf was nodig. “We waren op zoek naar een onafhankelijk iemand die ons vertelt waar de MR wel en niet over gaat. We moesten een vorm vinden, waarin we duidelijk kregen wat we van elkaar mogen verwachten en op welk tijdspad we werken. We hadden een structuur nodig”, aldus Van Berkel.
Nienke Horst kwam door een vertrekkende voorzitter in haar positie. “Toen was het nog zo dat je vooral de vergaderingen alleen moest voorzitten. Ik dacht: ‘Dat kan ik wel, dat doe ik voor mijn werk ook’. Later kwam ik erachter, dat er wel meer bij kwam kijken. Bijvoorbeeld de voorbereidingen en de afwikkeling van vergaderingen. Ook logisch, maar daardoor werd de rol groter. In het traject met Matthijs Stemmer, trainer en adviseur Medezeggenschap van CNV Academie, hebben we daarom ook gekeken hoe we de taken kunnen verdelen, want je hoeft het niet allemaal zelf te doen. Denk bijvoorbeeld aan wat praktische zaken.”
"Enerzijds liep de samenwerking met de MR en directie moeilijk en daarnaast was er behoefte aan professionalisering”, vertelt Horst. “Vanuit de MR waren er vragen over wat we doen en hoe je dat ook goed doet. Matthijs had daarvoor een traject die deze zaken aanstipte. In de eerste bijeenkomst hadden we het echt over samenwerking en vertrouwen. Al gauw zijn we de professionalisering ingegaan en daarbij hebben we naar mijn idee zeker handvatten gekregen waarmee we verder kunnen.”
Met elkaar aan tafel
Het eerste gesprek was het moment om alles op tafel te gooien en oud zeer naar boven te halen. Daarna gingen ze kijken hoe ze verder wilde. Van Berkel: “Matthijs heeft ons een aantal handvatten gegeven,” vertelt Van Berkel, “zoals het invoeren van aanbiedingsbrieven en duidelijk overzicht creëren over de rol van de MR. Hij heeft ons een structuur gegeven, waarmee we aan de slag konden gaan. Sinds dat we dat doen loopt het vele malen beter.”
“We hebben hele goede stappen gezet in professionalisering en vertrouwen”, vult Horst aan. “Er zijn altijd dingen die beter kunnen, maar we hebben ook een beter beeld nu waar we de informatie kunnen halen mocht dat nodig zijn.”