Wat is goed onderwijs?
Janine: ”In goed onderwijs staat voor mij de ontwikkeling van een leerling of student centraal. De ontwikkeling ergens naartoe. In het hbo ben je op weg naar een beroep. In het voortgezet onderwijs ben je op weg naar een vervolgopleiding en een enkele keer op weg naar werk. Bij die ontwikkeling gaat het niet alleen om de vakinhoud en de kwalificerende kant, maar is ook de persoon en de roeping van de leerling binnen de samenleving of binnen de beroepsgroep belangrijk. Dan gaat het over leren leven, samen.”
Leo: “Ik herken dit. De samenleving heeft mensen nodig die goed hun werk doen en dienstbaar zijn aan de samenleving. Het vertrekpunt voor het nadenken over goed onderwijs ligt in de bijdrage aan goed leven in die samenleving. Om het goede leven te leven, is iemand aangewezen op anderen die hem terzijde staan. Bijvoorbeeld een vraag aan een dokter als hij ziek is, aan een journalist als hij een krant wil lezen of aan onderwijs als hij zich wil oriënteren op zijn toekomst. Om dokter, journalist of docent te worden, is onderwijs en een opleiding nodig. Het doel in een opleiding is dan om vakmensen op te leiden, maar het doel van dat onderwijs is om bij te dragen aan het goede leven en samenleven. Dat definieert wat er in het onderwijs moet gebeuren.”
Arjan: “Inderdaad, het is van belang dat we bij het ontwikkelen en uitvoeren van onderwijs in het oog blijven houden dat het uiteindelijk gaat om het goede samen leven. Goed onderwijs wil heel bewust dienstbaar zijn aan de samenleving. De Britse opperrabbijn Jonathan Sacks bracht het mooi onder woorden in het Britse Hogerhuis toen hij zei: “Om een land te verdedigen, heb je een leger nodig. Om een beschaving te verdedigen, heb je scholen nodig“. Natuurlijk is onderwijs nodig om een vak te leren. En vanuit de samenleving is daar vaak ook expliciet vraag naar. Maar meer impliciet vraagt de samenleving ook van het onderwijs dat mensen leren om met anderen om te gaan, dat ze een moreel kompas ontwikkelen, leren om verantwoordelijkheid te nemen, enzovoorts.”
Zijn er voorbeelden van onderwijs waarin de samenleving zo centraal staat?
Leo: “Zeker. Denk aan voortgezet onderwijsscholen en de betekenis die zij kunnen hebben in de leefomgeving van de school. Ik ben bijvoorbeeld betrokken bij een groene vmbo-school in Ottoland. Die school is al generaties lang goed ingebed in de lokale samenleving, wat zorgt voor veel contacten en relaties. Het is eigenlijk een school van de gemeenschap. De school, de docenten en leerlingen worden betrokken als moestuincoach, in de keuken van het lokale recreatiepark, bij het keuren en scheren van koeien, het gebiedsonderhoud en bijvoorbeeld het gemeentelijke slotenakkoord. Er wordt gewerkt aan contextrijk en betekenisvol leren; dat is het onderwijsconcept en is zichtbaar in de wijze van begeleiden van de individuele leerling en de inrichting van het onderwijs.
Janine: “Er zijn talloze voorbeelden te noemen. Op de school in Arnhem waaraan ik leidinggaf, hebben de leerlingen de ruimte om op dinsdag en donderdag een keuzeprogramma te doen. Ze kunnen kiezen uit onder andere sporten en koken, maar ze kunnen ook een maatschappelijke diensttijd doen. Dat betekent dat leerlingen meedoen met een maatschappelijk project in de stad. Denk aan een zorgboerderij, een bejaardenhuis, de voedselbank of een wijkcentrum. Daaraan besteden leerlingen tachtig uur. Dat is echt substantieel.”