‘Ik wil het verschil maken voor mijn team’

CNV Schoolleiders heeft er een nieuw bestuurslid bij: Rob Aspers (49). Deze Limburger zit ruim 25 jaar in het onderwijs en is sinds kort schoolleider. Welke ambities heeft hij bij de bond? En hoe staat hij in zijn vak? “Ik wil de schoolleider zijn die ik zelf niet had.”

Eerder gepubliceerd in SchoolLeidend NL #1 2023

Op de foto: Gedeputeerde Maarten van Gaans-Gijbels overhandigt aan Rob Aspers (r) het schoolbordje voor 400ste Verkeersactieve school in Limburg.

Hij is getrouwd en vader van vier kinderen, antwoordt Rob Aspers als hem gevraagd wordt naar zijn persoonlijke leven. “Verder misschien relevant om te vertellen, is dat ik vaak in mijn leven te horen heb gekregen dat dingen niet konden of niet voor mij waren weggelegd.” Neem de basisschool, legt hij uit. “Daar kreeg ik een mavo-advies, met hooguit havo. Meer zat er niet in, zeiden ze. Maar ik wilde naar het vwo en dat is ook gelukt. Net als de universiteit. Dat ik uiteindelijk ben overgestapt naar de pabo, was puur omdat ik leerkracht wilde worden.”

Hij deelt het, omdat het hem iets belangrijks en wezenlijks heeft geleerd, zegt Aspers. “Namelijk dat je altijd vertrouwen moet hebben in jezelf en je eigen kunnen. Je weet zelf het beste wat je in je mars hebt. Loop dat pad. Dat is mijn diepe overtuiging en het mensbeeld waar ik voor sta.”

Persoonlijke ontwikkeling

Aspers is ruim 25 jaar werkzaam in het onderwijs. In 1997 kreeg hij zijn eerste aanstelling op een basisschool als leerkracht. “Daar ben ik zo’n zes tot acht jaar gebleven. Daarna ben ik gewisseld van baan, zoals ik steeds heb gedaan na een bepaalde periode. Ik heb mijn persoonlijke ontwikkeling altijd heel belangrijk gevonden. Ik wil graag groeien en heb uitdaging nodig.”

Vroeg in zijn carrière solliciteerde hij al een keer naar de functie van schoolleider op een basisschool waar hij werkte. “Ik ben het toen niet geworden, en dat was prima. Mijn baan als leerkracht gaf me genoeg voldoening. Dat komt ook door de taken die ik ernaast deed. Ik heb altijd veel met onderwijsvernieuwing gehad: wat is goed onderwijs en wat is er allemaal mogelijk? Ik ben me daardoor steeds meer op ICT gaan richten en heb me uiteindelijk ontwikkeld tot intern begeleider. Althans de voorloper daarvan, want die functie bestond toen nog niet.”

Ik zag zóveel kansen, maar vond geen gehoor en liep voor mijn gevoel steeds tegen een muur aan

Rob Aspers, bestuurslid CNV Schoolleiders

Heilige vuur

Vijf jaar geleden was het ‘heilige vuur’ even verdwenen bij Aspers. Hij verliet het onderwijs en ging in het bedrijfsleven werken. “Het onderwijs is heel traditioneel. Veranderingen gaan langzaam en stroef, terwijl ik graag nieuwe mogelijkheden wilde verkennen, die de onderwijskwaliteit ten goede kwamen: innovatieve leermethoden, maar ook andere leerlingvolgsystemen, zoals een digitaal portfolio. Ik zag zóveel kansen, maar vond geen gehoor en liep voor mijn gevoel steeds tegen een muur aan.”

Hij ging aan de slag als onderwijsadviseur bij een ICT-bedrijf. “Daar heb ik een digitaal portfolio ontworpen en gebouwd. Heel gaaf om te doen. Maar na twee jaar wist ik: ik ben nog niet klaar in het onderwijs. Ik moet terug, maar nu als schoolleider. Ik kan daar meer toevoegen dan in het bedrijfsleven.” De baan als schoolleider was snel gevonden. “Door de tekorten was het niet de vraag waar ik zou beginnen, maar eerder wanneer. Ik heb eerst een kweekvijvertraject gevolgd bij een grote scholenstichting in Limburg, waar ik woon. Dat was tijdens de pandemie; een heel bijzondere ervaring, omdat het toen vooral draaide om crisismanagement.” Nadat het traject klaar was, ging hij aan de slag bij Triade, een kleiner schoolbestuur met zeven scholen. “Daar ben ik sinds vorig jaar schoolleider van basisschool De Lemborgh in Limbricht.”

Het verschil maken

Mede door zijn eigen ervaringen van ‘niet voldoende gezien en gehoord worden’, zoals destijds met het schooladvies, weet Aspers waar hij voor staat in zijn functie. “Bij mij is het glas altijd halfvol, ik denk in kansen en mogelijkheden. Dat wil ik ook uitstralen naar mijn team. Iedereen mag zich uitspreken over de behoeften in het werk en nieuwe ideeën aandragen. Kortom; ik wil de schoolleider zijn die ik zelf niet had. Het verschil maken voor mijn mensen, zodat zij hun werk zo goed mogelijk kunnen doen. Er ligt veel op het bordje van leerkrachten, ook opgelegd vanuit de maatschappij. Maar wat is passend? Ofwel, wat verstaan we onder goed onderwijs? En wat betekent dat voor wat we wel en niet meer doen? Ik zie het als een belangrijke taak daar duidelijkheid in te krijgen met elkaar.”

Hoe vul je je rol als schoolleider zo goed mogelijk in binnen al die hectiek?

Rob Aspers

Ontschotting

De nieuwe bestuurdersrol bij CNV Schoolleiders sluit goed aan bij zijn ambities. “Ik heb al in diverse besturen gezeten, zoals dat van een politieke partij. Dat smaakte naar meer, maar dan wel binnen mijn werkveld. CNV was altijd al ‘mijn vakbond’. Als leerkracht was ik lang lid, vandaar dat ik gesolliciteerd heb, toen ik hoorde dat er plek was binnen het bestuur van Schoolleiders.”

Een van de zaken waarvoor Aspers zich wil inzetten bij CNVS is de ontschotting. “Zowel het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en als de voorschoolse periode zijn nu nog vrijwel op zichzelf staande eilanden. Met allemaal eigen denkkaders en eigen koersen. Terwijl er onderling veel van elkaar valt te leren. Ook wat betreft de afstemming is er nog genoeg te winnen: wat is er nodig om zo goed mogelijk aan te sluiten op elkaar, zodat de overgang van de ene schoolfase naar de andere soepeler verloopt voor het kind? Ik ben een verbinder. Voor die vloeiende lijn wil ik me graag inzetten.”

Eenzaam vak

Ook wil hij zich hard maken voor een betere begeleiding van de startende schoolleider en de professionalisering van het vak. “Het beroep van schoolleider kan best eenzaam zijn. Alle verschillende taken en 1001 dingen die dagelijks spelen maken het sowieso een complex beroep. Hoe vul je je rol als schoolleider zo goed mogelijk in binnen al die hectiek? Ik denk dat veel collega’s in het vak daarmee worstelen. Daarom lijkt het me goed die struggle bloot te leggen. Vanuit het ‘samen sta je sterk’-gevoel kan de bond daarin een rol spelen, ook via de regionetwerken. We hebben een prachtig en belangrijk vak; laten we dat met elkaar centraal stellen!”