Waarom heb jij voor dit vak gekozen?
“De keuze om het onderwijs in te gaan was niet bewust. Ik wilde Engels en Frans studeren en dat kon alleen tegelijkertijd op de opleidingen Tolkvertaler én de lerarenopleiding. Het werd die laatste, in Leeuwarden. Na de snuffelstage in het eerste jaar was ik om. Ik vond het heerlijk om me tussen de pubers te bevinden en mijn kennis van het vak over te brengen. Na wat invalwerk kreeg ik mijn eerste vaste baan in Lelystad, in de tijd dat er nog niet veel banen waren in het onderwijs. Op deze school begon ik ook in het middenmanagement in de techniekafdeling. De maakindustrie heeft me altijd gefascineerd. Het is belangrijk werk met vrij directe resultaten, maar met een slecht imago. Toen ik daar teamleider was, besloten we om ook voor deze afdeling kerstdiners te organiseren en om het jaar een survivalkamp in de Ardennen. Sommigen verklaarden ons voor gek: met zeventig jongeren, voornamelijk jongens, tussen de vijftien en achttien erop uit… Maar het was een groot succes!
Daarna werd ik afdelingsleider op een hele leuke school in Friesland. Veel kleiner, in een krimpregio, op een locatie aan de vooravond van een traject naar een nauwere samenwerking met de locatie van een school met een andere denominatie. Nadat ik daar ruim drie jaar had gewerkt, werd ik gebeld of ik niet wilde solliciteren in het primair onderwijs als directeur. Nooit had ik eraan gedacht om die switch te maken, maar ik wilde daarover wel in gesprek. Nu werk ik alweer bijna 6,5 jaar met veel plezier op een basisschool.”
Waarom ben je in het onderwijs gebleven?
“Ik wil graag een verschil maken. In de techniekafdeling vond ik het vreselijk dat de stigmatisering zo’n ding werd. Waar leerlingen voorheen samen les hadden door het hele gebouw heen, werd ervoor gekozen om zogenoemde thuisbases te creëren. Vmbo en HV kwamen elkaar nauwelijks meer tegen. En we weten allemaal: onbekend maakt onbemind. Als ik leerlingen vroeg om woordenboeken uit de HV-afdeling te halen, durfden ze niet. Ik ben er geen voorstander van dat we leerlingen van verschillende niveaus in dezelfde groepen op dezelfde tijd hetzelfde lesaanbod moeten doen.