'Samen het veld van onderwijs aan hoogbegaafde kinderen verder brengen'

Katalin de Kleuver nieuwe voorzitter NTCN

Sinds 1 januari 2023 is Katalin de Kleuver de nieuwe voorzitter van het National Talent Centre of the Netherlands (NTCN). “Door mijn inzet voor het NTCN hoop ik bij te dragen aan een toekomst waarin meer kinderen en volwassenen de begeleiding krijgen die zij nodig hebben om naast begaafd, talentvol en creatief vooral ook gelukkige mensen te zijn”, vertelt zij. Een belangrijk aspect van NTCN is het verder ontwikkelen van het Landelijke Kenniscentrum (Hoog) begaafdheid.

In 2004 begon ik als leerkracht op een basisschool in de Betuwe. Ik heb onder andere bijgedragen aan een meer vloeiende overgang van groep 2 naar groep 3, door bijvoorbeeld thematisch werken en spel in groep 3. Vanaf het begin van mijn loopbaan ben ik geboeid geraakt door de verschillende (on)mogelijkheden van de kinderen in de klas. Dat werd versterkt toen ik de master Special and Inclusive Education deed aan de Universiteit van Roehampton (UK). In die periode werd de wet Passend Onderwijs ingevoerd. Ik werkte op dat moment als intern begeleider en was dus nauw betrokken bij de invoering hiervan. Ook was ik voorzitter van de stuurgroep Passend onderwijs van CNV Onderwijs. Vanaf 2019 ben ik hoofd onderwijs & kwaliteit van Stichting VCO Harderwijk-Hierden, een stichting met twaalf basisscholen.”

Inclusief onderwijs

“Als ik denk aan inclusief onderwijs, dan denk ik aan de Verklaring van Salamanca van 1994. Hierin staat dat ieder kind een fundamenteel recht heeft op onderwijs, dat opleidingen en onderwijsprogramma’s rekening moeten houden met de unieke eigenschappen, de interesses en onderwijsbehoeften van ieder kind, en dat allen – ook met speciale onderwijsbehoeften – toegang moeten hebben tot reguliere scholen.”

Overigens betekent dat niet dat je als school of leraar alles moet kunnen, stelt De Kleuver. “Het is belangrijk te weten waar je grenzen liggen. Ik baal soms van het woord handelingsverlegen, want daarmee zet je kinderen tegen de muur, je sluit hen uit. Natuurlijk kan het zijn dat je bepaalde ondersteuning als school niet kunt bieden, maar wacht niet met dit bespreekbaar maken tot het echt niet meer gaat. Je kunt beter al eerder aangeven dat je als school het onderwijs niet kunt bieden wat het kind nodig heeft. Dan komt echt anders over bij de ouders en het kind. Daarmee houd je de deur open naar een zoektocht met de ouders en het kind naar wat passend onderwijs zou kunnen zijn. Ik zal dus ook nooit zeggen dat alle kinderen met kenmerken van hoogbegaafdheid zonder meer naar een reguliere school moeten, hoezeer ik het hen ook gun. We moeten met elkaar toegeven dat dit vandaag de dag nog niet overal lukt of kan.”

(Hoog)begaafdheid

“Onderwijs aan kinderen met kenmerken van (hoog)begaafdheid is een van de uitdagingen bij inclusief onderwijs. Het is belangrijk dat we ervoor zorgen dat deze groep kinderen de aandacht en ondersteuning krijgt die nodig is, net zoals dat voor andere kinderen geldt,” vindt De Kleuver, “en dat begint met de kennis en sensitiviteit van de leerkracht. Ken je de onderwijsbehoeften van de kinderen in jouw klas? Weet je wie in jouw klas begaafd zijn? Wat kun jij daarin betekenen? Dat doet niet alleen een beroep op het vakmanschap van de docent, maar ook op moed. Durft de leraar het onderwijs zo te maken dat het voor iedereen passend en uitdagend is?”

“Het is belangrijk dat we ervoor zorgen dat deze groep kinderen de aandacht en ondersteuning krijgt die nodig is, net zoals dat voor andere kinderen geldt.” Dat doe je natuurlijk niet alleen, je doet het met je team, de ouders, het kind en andere betrokkenen. “Hoe kun je de context in de school zo aanpassen dat ook het begaafde, creatieve en talentvolle kind zich kan ontwikkelen? Welke ondersteuning is er mogelijk voor de leraar? En wat is er mogelijk voor het kind? Dan zien we net als bij kinderen met andere onderwijsbehoeften dat we hier nog wel eens handen, tijd, kennis en methodieken nodig hebben die niet direct te vinden zijn.” Voor De Kleuver is het belangrijk om kinderen met kenmerken van (hoog) begaafdheid te zien (net als alle andere kinderen) met hun unieke onderwijsbehoeftes. “In onze maatschappij wordt toch nog te vaak gedacht dat slimme kinderen er wel zullen komen, terwijl de cijfers en verhalen toch echt anders uitwijzen.”

In onze maatschappij wordt toch nog te vaak gedacht dat slimme kinderen er wel zullen komen, terwijl de cijfers en verhalen toch echt anders uitwijzen

Katalin de Kleuver, voorzitter NTCN

NTCN

“De vacature voor voorzitter kwam voorbij op mijn LinkedIn-tijdlijn.” De missie van NTCN trok De Kleuver heel erg, de brede opvatting van de doelgroep: begaafd, talentvol en creatief en de ook de leeftijd-range. “En dat je niet kijkt naar het label, maar juist naar de mens erachter. Ook de samenwerking tussen wetenschap en praktijk sprak me erg aan: die twee gebieden kunnen elkaar versterken en samen meer tot stand brengen. In de eerste maanden is me de enorme bevlogenheid opgevallen van de mensen die bij en met NTCN werken. Net als bij mij ligt de doelgroep hen na aan het hart. Ik zie ook wel verschillende inzichten, bijvoorbeeld over wat ‘(hoog)begaafd’ is en hoe je daarmee omgaat op school. Dat maak ik ook mee in mijn werk: we willen allemaal het beste voor de kinderen. Als je daarna gaat naar de precieze uitwerking, dan zijn er vele meningen. En dat kan verrijkend zijn.”

Landelijk Kenniscentrum (Hoog)begaafdheid

“Dat is een mooie taak van het Kenniscentrum, niet om een mening te verkondigen, maar om de bestaande kennis en inzichten (uit de wetenschap, beleid en praktijk) te laten zien, bij elkaar te brengen en te zorgen dat mensen in en om de school hiermee aan de slag kunnen gaan. Daarnaast werken we met onderzoekers samen om nieuwe, relevante kennis op te doen. Een ander aandachtspunt is om bestaande – landelijke en regionale – netwerken op het gebied van (hoog)begaafdheid te versterken en vooral te verbinden.”

“De komende maanden publiceren we op verschillende manieren,” vertelt De Kleuver, “zoals digitale brochures waarin we bestaande kennis en ervaringen bundelen. De eerste publicaties gaan over versnellen en peergroup onderwijs. Daarnaast organiseren we thematafels – gesprekken met verschillende experts over onderwerpen waar de meningen over verschillen – en webinars. Ook organiseren we bijeenkomsten om kennis te verzamelen en uit te wisselen, zowel online als op locatie in het land.”

“We merken nu al dat deze publicaties gesprekken op gang brengen. Wij gaan graag het constructieve gesprek aan met onze achterban en hebben dan ook vele organisaties met diverse perspectieven in onze klankbordgroep verenigd. Algemeen is wel de oproep: zie of lees je iets waar je vragen over hebt, schroom dan niet om contact op te nemen. Zo divers als de meningen zijn, nog grotere diversiteit zien we bij de kinderen en jongeren, waarvoor we het doen. Bevindingen in de wetenschap en de praktijk lijken elkaar nog wel eens tegen te spreken. Komende tijd gaan we daarom op zoek naar succesvoorbeelden, zodat we met elkaar meer zicht krijgen op wat werkt voor welke kinderen en jongeren.”

Durft de leraar het onderwijs zo te maken dat het voor iedereen passend en uitdagend is?

Katalin de Kleuver, voorzitter NTCN

Verwarring

“Ik hoor af en toe dat er enige verwarring is over onze rol: het NTCN richt in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het Kenniscentrum (Hoog)begaafdheid in. Vervolgens zullen we dat de komende vier jaar verder ontwikkelen met organisaties en mensen uit het veld. De opdracht die we ons als NTCN hebben gesteld, is breder. Het Kenniscentrum is er bijvoorbeeld voor het primair en het voortgezet onderwijs. Het NTCN kijkt ook naar voorschoolse voorzieningen, het middelbaar en hoger onderwijs en het bedrijfsleven. Daarnaast werken we internationaal: we zijn onderdeel van het European Talent Support Netwerk en hebben connecties met de rest van de wereld, via onder andere het WCGTC.”

Een belangrijk onderdeel van het NTCN is de Klankbordgroep, dit zijn verenigingen, stichtingen, netwerken, gespecialiseerde opleidingen en instanties op het gebied van (hoog)begaafdheid en talentontwikkeling in Nederland, vertelt De Kleuver. “Zij zijn voor ons een belangrijk platform om ideeën op te halen en ontwikkelingen te bespreken en te delen. Hen betrekken we natuurlijk ook bij de ontwikkeling van het Kenniscentrum. Daarnaast beheren we ook het platform www.talentstimuleren.nl en wordt voor de zomer de nieuwe website van het kenniscentrum gelanceerd: www.kenniscentrumhb.nl.”

Oproep

“Mijn oproep is: verbind je aan het Kenniscentrum, laat je stem horen en informeer je, zodat we samen kunnen optrekken. Laten we samen het veld van onderwijs aan kinderen met kenmerken van (hoog)begaafdheid verder brengen. En dichterbij elkaar. Nederlands onderzoek is bijvoorbeeld een van de meest toonaangevende in de wereld, het zou mooi zijn als volwassenen en kinderen in de praktijk daar meer van merken. En dat scholen die kennis binnen hun eigen visie en organisatie een plek kunnen geven. Daar profiteren de kinderen uiteindelijk het meeste van.”