Wat verstaan we onder privacy? Het recht op privacy is een belangrijk grondrecht. In artikel 10 van de Grondwet is opgenomen dat iedereen recht heeft op eerbiediging van zijn of haar persoonlijke levenssfeer. Dit betekent dat iemands persoonlijke vrijheid niet mag worden gehinderd en/of beïnvloed door externe factoren. Iemand moet zelf kunnen bepalen wie welke informatie over hem of haar verkrijgt. Dat is een uitdaging in de huidige maatschappij, waarbij mobiele camera’s bijna overal aanwezig zijn en iedereen dagelijks op heel veel manieren informatie uitwisselt.
Persoonsgegevens
Wat zijn persoonsgegevens? In de AVG staat als definitie voor persoonsgegevens: “alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.” Dat houdt in dat het gaat om informatie die ofwel direct over een persoon gaat (directe persoonsgegevens) ofwel dat de informatie naar deze persoon te herleiden is (indirecte persoonsgegevens). Voorbeelden van directe persoonsgegevens zijn iemands naam, adres, telefoonnummer en pasfoto. Maar informatie over wat iemand op het internet koopt, of iemand allergieën heeft of beelden van een bewakingscamera waarop iemand herkenbaar staat, zijn ook aangemerkt als persoonsgegevens. Persoonsgegevens beschrijven bijvoorbeeld de fysieke, genetische, psychische, economische, culturele en/of sociale identiteit van een persoon.
Wat houdt verwerken van persoonsgegevens in? Onder het verwerken van persoonsgegevens vallen alle handelingen die gedaan worden met betrekking tot de persoonsgegevens. Denk aan het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, bijwerken, opvragen, raadplegen, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden, combineren, afschermen en vernietigen van gegevens.
Zorgvuldigheid
Scholen moeten zorgvuldig omgaan met gegevens van leerlingen, ouders en medewerkers. Zo mag een school alleen gegevens verzamelen met een specifiek doel. Het moet vooraf duidelijk zijn waarvoor de gegevens worden gebruikt en de school mag alleen gegevens opvragen die belangrijk zijn voor dat doel. Bijvoorbeeld: als de school een schoolreisje organiseert, mag wel worden gevraagd naar de allergieën van een leerling in verband met de lunch, maar niet naar het opleidingsniveau van de ouders.