Waarom hebben jullie voor dit vak gekozen?
Marjolein heeft voor het onderwijs gekozen, omdat ze wil bijdragen aan de groei van alle kinderen. “Niet alleen de cognitieve ontwikkeling, maar juist ook bij wie ze zijn als mens, wat ze kunnen en wat ze nodig hebben. Samen optrekken, een hand bieden en dan ook weer mogen loslaten, omdat ze het zelf kunnen. Als schoolleider doe je dat eigenlijk ook met volwassenen.” Ze hoeft niet zo nodig op de voorgrond te staan als schoolleider, maar voelt het als haar roeping om haar visie te delen.
Serena sluit zich daarbij grotendeels aan. Zij was leerkracht en later intern begeleider. “Ik genoot altijd van de mooie dingen die je in de klas doet. Het kind staat voor mij altijd centraal. Het is mooi om mijn visie en tact breder in te zetten en collega’s te inspireren. Als schoolleider is je bereik groter, vanuit je functie op school, maar ook in contact met andere schoolleiders.” Ze heeft veel bureaucratie gezien, sturing op de resultaten en een bepaalde hardheid in het leiderschap. Dat wil ze anders doen.
Waarom het duo-directieschap?
“Mensen zeggen nog wel eens dat ze me gunnen dat ik dit nog eens alleen mag doen, omdat ik het goed kan,” vertelt Marjolein, “maar samen kunnen we meer bereiken dan alleen. Je kunt sparren, reflecteren, talenten bundelen, vermenigvuldigen en uitdragen. Dat kost meer tijd in overleg, maar die vertraging en reflectie kan juist voor kwaliteitsverbetering zorgen.” Serena vult aan dat het een bewuste keuze is en zeker niet vanuit verlegenheid. Samen voelen ze dat ze een voorbeeldfunctie hebben als het gaat om samenwerken en teamleren.
Hoe zorg je ervoor dat je elk jaar beter wordt in je werk?
Als startende schoolleiders hebben ze dit jaar coaching en intervisie. Reflectief ingesteld als ze zijn, maken ze regelmatig tijd vrij om samen te wandelen en te reflecteren. Deze waardevolle momenten bieden ruimte om te leren van elkaar. Marjolein is bijvoorbeeld al meer in het personele stuk gedoken en vanuit haar IB-werk is Serena juist vaardig in oudergesprekken. Door samen op te trekken leren ze in de praktijk door naar elkaar te kijken, te luisteren en daarover door te praten. “Het werkt vertragend en dat draagt bij aan reflectie- en leermomenten.”
Formeel leren doen ze nu minder, aangezien ze dit jaar geen studie volgen. De gedachtegang vanuit het boek De Corporate Tribe (Jitske Kramer) en het gedachtegoed van Biesta zorgen voor inspiratie. Ze zien het als een kunst om dit lezen de komende tijd vast te houden, maar zijn hoopvol dat het directieteam daarin wellicht ook iets kan betekenen. “We vinden het belangrijk om mede door de literatuur onze onderwijsvisie te blijven vormgeven.”
Waar werken jullie met het team naartoe en hoe doen jullie dat?
“Wij staan voor goed onderwijs voor onze kinderen. Het Startblok heeft als slogan ‘Een vliegende start’. Voor ons betekent dat de start van hoe je als mens in de maatschappij mag staan.” Daarin komt ook hun voorliefde voor Biesta terug. Ze vragen zich af of kinderen leren dankzij of ondanks hen. Zijn ze als team wendbaar genoeg om alle kinderen te geven wat ze nodig hebben? Durven ze daarin ook te leren als collega’s? Een oplossing zien ze in wat lector Ingrid Paalman “de stem van de lerende” noemt. “Zie je de kinderen echt, hoor je ze echt?