Uit gesprekken met de leerlingen weet ze hoe diep de pijn soms zit over het zich dom voelen. “De impact van wat ze hebben meegemaakt, moet je niet onderschatten. We hebben hen bijvoorbeeld gevraagd: wat verwacht je van ons onderwijs? Kinderen antwoorden daarop ‘dat jullie niet boos worden als ik het niet begrijp en ook niet tegen me gaan schreeuwen’.” Die ervaring hebben sommigen van hen dus opgedaan op een vorige school, zegt ze. “Zij werden niet begrepen. Je ziet hier veel jongeren die een muurtje om zich heen hebben gebouwd. Dat uit zich in bijvoorbeeld stoer gedrag of luidruchtig en erg aanwezig zijn. Ze overschreeuwen zichzelf soms.”
Negatieve zelfbeeld
Misschien wel het wezenlijkste onderdeel van het onderwijs op de PRO-school is het negatieve zelfbeeld van leerlingen keren en hun zelfredzaamheid vergroten, zegt de directeur. Vakken als sociale vaardigheden en de mentorlessen spelen daarin een grote rol. “De kern is dat ze ontdekken wat hun kwaliteiten zijn, wat ze te brengen hebben in de wereld en hoe ze zich tot anderen verhouden. Zodat ze beseffen dat ze er wel degelijk mogen zijn en van waarde zijn. Sterker nog, ze zijn heel belangrijk in onze maatschappij. Ze doen werk waaraan een schreeuwend tekort is. Ze worden bijvoorbeeld fietsenmaker, winkelmedewerker of hovenier. Beroepen om trots op te zijn. Behalve dat ze goed met hun handen zijn, hebben ze ook skills ontwikkeld als doorzettingsvermogen, flexibiliteit en omgaan met tegenslag.”
Beste docenten
Goed onderwijs is voor deze jongeren van doorslaggevend belang, stelt Van Welie. “Deze leerlingen verdienen de beste docenten die er zijn. Dit zijn de cruciale, vormende jaren. Als we de juiste snaar weten te raken bij hen, kan dat lifechanging zijn. Daar zijn we ons heel erg van bewust. Wij kunnen als team echt een verschil maken.” Heel belangrijk is dat school als veilige plek voelt voor de leerlingen. “Zodat ze tot rust komen en niet meer steeds bezig zijn met overleven. Pas dan komt er ruimte om te leren. We doen daar veel voor. Bijvoorbeeld door hen consequent positief en stimulerend te benaderen. We maken duidelijk dat ze verwachtingen van school mogen hebben en dat wij als team die omgekeerd ook van hen hebben. Omdat we in hen geloven en omdat ze veel te bieden hebben. Dat kunnen we niet vaak genoeg benadrukken.”
Cognitieve vaardigheden
Docenten besteden veel tijd aan de cognitieve vaardigheden van leerlingen, waarbij gewerkt wordt met een persoonlijk leerplan en een portfolio. Van Welie: “We willen gedrag aanleren waar ze wat aan hebben in het verdere leven. Dat gaat om heel basale dingen als zorg dat je op tijd komt, dat je lekker ruikt, je spullen bij je hebt. In een nagebouwd woonhuis oefenen we vaardigheden als koken, klussen in huis, rekeningen betalen en formulieren invullen. We zien het aanleren van gedrag als een leerlijn door de hele opleiding, waarbij het belangrijk is succeservaringen te creëren. Daarom doen we het stapje voor stapje, zodat het steeds behapbaar blijft. Heeft iemand bijvoorbeeld moeite met op tijd komen? Dan pellen we dat helemaal af. Heeft die leerling wel een wekker? Weet hij dat hij die moet zetten? Heeft hij eraan gedacht zijn tas ’s avonds al in te pakken? We betrekken de ouders ook bij de mentorgesprekken. Die willen net als wij het beste voor hun kind, maar weten niet altijd hoe. Ze zijn dan blij als we aangeven wat zij concreet kunnen doen, zoals hun kind stimuleren.”
Coachen en moederen
In de praktijk betekent het dat docenten naast lesgeven stevig inzetten op de relatie en veel bezig zijn met coachen. Docente Bos: “Ik zeg wel eens dat ik moeder ben van mijn eigen kind plus de veertien in mijn klas.” Of het gaat om een luisterend oor bieden bij liefdesverdriet, tafelmanieren bijbrengen als met mes en vork eten, even een knuffel geven of een duwtje in de goede richting; ze is nauw bij haar leerlingen betrokken. Dat geldt ook voor Volman. Ook na schooltijd stopt het werkt niet, vertelt zij. “Leerlingen mogen ons ook benaderen via WhatsApp. Het komt regelmatig voor dat ik ’s avonds ook nog berichtjes beantwoord.” Dat doet ze “met liefde”, zegt ze. “We kunnen zoveel voor deze kinderen betekenen, zo het verschil voor hen maken. Daar zet ik graag een stapje harder voor.” Bos, die bijna met zwangerschapsverlof gaat: “We gaan u missen, zeggen leerlingen nu al tegen me. Ik vind het best moeilijk hen straks los te laten. Het voelt toch een beetje alsof ik ze in de steek laat. De vertrouwensband die er is, vervang je niet zomaar.”
Lifeline
Het verantwoordelijkheidsgevoel voor leerlingen gaat soms ver. Zo werd Volman laatst een keer middenin de nacht wakker gebeld door een leerling die haar hulp nodig had. “Hij was thuis in een zeer onveilige situatie beland en had zich opgesloten in de badkamer. Ik was bijna letterlijk zijn lifeline.” Ze belde de hulpdiensten en stelde even later ook het managementteam op de hoogte. Afdelingshoofd De Bas: “We hebben in totaal 56 telefoontjes gepleegd om instanties te betrekken en de crisissituatie te beslechten.” “Ik was blij dat de leerling mij belde en dat ik er voor hem kon zijn,” vervolgt Volman, “maar zoiets gaat je niet in de koude kleren zitten. Ik heb er niet van kunnen slapen. Het bleef maar door mijn hoofd spoken: had ik niet eerder moeten signaleren dat het thuis niet goed ging? Had ik het kunnen voorkomen? Gelukkig hebben we een heel hecht team. De collega’s en het management waren er echt voor me en ik kreeg ook nog een bloemenbon van hen.”
Altijd ‘aan’ staan
Werken in het praktijkonderwijs is “a different kind of thing”, stelt Van Welie. “Het onderwijs is altijd onvoorspelbaar en bestaat voor een groot deel uit improviseren, maar op een PROschool is dat nog veel meer. Leraren moeten hier altijd ‘aan’ staan, en kunnen niet even verslappen.” De Bas: “Het zijn vaak emotionele mensen, en ook nog eens pubers, waarbij de vlam zomaar in de pan kan slaan. We hebben daarom de afspraak dat als er iets gebeurt, we meteen de-escaleren. Als we snel ingrijpen, is het namelijk ook zo weer voorbij.”
“Ik voel me daardoor altijd gesteund als docent”, vult Volman aan. “En voor leerlingen is het ook veilig op deze manier.” De Bas: “Als managementteam vinden we het belangrijk docenten zoveel mogelijk te ontzorgen, zodat ze hun vak zo goed mogelijk kunnen uitoefenen en leerlingen kunnen geven wat ze verdienen. Daarom staan we heel dichtbij het team.”
Cultuur
“Je team is zo sterk als de zwakste schakel, zeg ik altijd. Dat betekent dat we een collectief met elkaar vormen, en voor en achter elkaar staan”, vervolgt Van Welie. “Stel een docent loopt ergens tegenaan in een klas, en de anderen her- of erkennen die ervaring niet. Dan gaan we er toch dieper op in. Wat speelt er precies en hoe kunnen we die collega helpen?” Daarmee wil ze een cultuur creëren van openheid, in ontwikkeling blijven en fouten mogen maken. Wat hier ook onder valt, is het reflecteren op gedrag van docenten, zegt ze. “Hoe praat je over leerlingen, ook als ze er niet bij zijn? Hoe denk je over hen? Wat zegt dat over jou? Ik schroom niet om daarover het gesprek aan te gaan.” Dat betekent soms ook grenzen stellen, aldus de directeur. Zo was er een docent, die vaak leerlingen eruit stuurde. “Waarom gebeurt dat steeds? We gaan daarover dan in gesprek en zoeken samen naar andere manieren.”
Commitment
Verder kenmerkend aan de cultuur op De Goudse Waarden is dat er veel commitment is. Van Welie: “Als we afspraken maken, houden we ons daaraan.” Ze noemt als voorbeeld de telefoonvrije school. “We hebben dit beleid afgesproken vanuit een hoger doel: als leerlingen niet de hele tijd afgeleid worden door een schermpje, nemen ze de lesstof beter op, het is veiliger – want ze kunnen er niet de hele tijd mee filmen en fotograferen – én ze worden er socialer van. Dat betekent dat we niks door de vingers zien en honderd procent van de tijd leerlingen aanspreken als die toch naar hun telefoon grijpen.”
Intensieve begeleiding
Het lesgeven op een PRO-school moet bij je passen, meent Volman. “Iemand die het strak in de hand wil houden, zal zich hier niet thuis voelen. Die vindt het te heftig.” Bos vult aan: “Als docent geef je hier niet alleen les, maar je geeft ook je hart. Je moet je kwetsbaar durven opstellen, dingen van jezelf durven delen en ook fouten toegeven. Leerlingen prikken er namelijk doorheen als je een houding aanneemt.”