Zou het de i-factor zijn?

Als mijn dochter thuiskomt en moppert over de ene leraar en lyrisch is over de ander, herken ik dat van mijn eigen schooltijd. En ik vraag me opnieuw af wat het nu is; waarom kan de ene leraar wel wat de ander niet kan? Ze hebben allebei dezelfde opleiding genoten. Gelijke bevoegdheid is niet per definitie gelijke bekwaamheid.

Al enige tijd hoor ik dat er evidence based gewerkt moet worden in het onderwijs. Want als wetenschap bewezen heeft wat werkt, dan zou het bij iedereen moeten werken. Maar als inspecteur zie ik dat de wetenschappelijk bewezen ‘EDI-les’ bij de ene leraar beter werkt dan bij de ander. Inmiddels is evidence informed meer het modewoord; niet alleen de wetenschappelijke kennis, maar ook de ervaringskennis: de praktische wijsheid vult de theoretische wijsheid aan. Hier word ik blijer van, maar wat is nu die praktische kennis?

Het zet me aan het denken. Kennen is niet per definitie kunnen. Ik denk dat dit het vakmanschap is van de leraar. Een vakkundig leraar heeft naast vakkennis ook de ‘i-factor’. De i van de i-factor heeft mijns inziens twee betekenissen. Ten eerste staat die voor ‘ik zie je’, of zoals een basisschool hier in de buurt zich noemt, ixieje. Wanneer je door je leraar gezien wordt, voel je je prettiger en functioneer en leer je beter. Het is niet nieuw, want ver voor ik bij de inspectie ging werken, hadden we het in het onderwijs al over ‘relatie, autonomie en competentie’. Ik ben ervan overtuigd dat die ‘relatie’, oftewel ‘ik zie je’, enorm belangrijk is, zowel voor leraar<->leerling als voor inspecteur<->school. Ik weet nog dat ik ooit bijna Frans in mijn vakkenpakket wilde behouden in plaats van Wiskunde, terwijl mijn competentie niet bij talen lag, maar bij de bètavakken. Alles had toen te maken met de leraren die ik voor beide vakken had. Gelukkig had ik een mentor die mij zag en mij de juiste keuze liet maken.

Een vakkundig leraar heeft naast vakkennis ook de ‘i-factor

Inspecteur M@rk

Ten tweede staat de i voor inspiratie. Een leraar die geïnspireerd weet uit te leggen of te vertellen, laat leerlingen op het puntje van de stoel zitten. Die weet leerlingen ‘aan’ te zetten. Hoe goed een verhaal ook is, de geïnspireerde spreker weet de luisteraar meer te boeien, waarmee het verhaal beter blijft hangen.

Wat ik belangrijk vind, is dat de puntjes op de i van de i-factor gezet worden. Een leraar die zijn leerlingen daadwerkelijk ziet, ziet ook wat die moet doen om zijn leerling een stapje verder te helpen. Als directeur vroeg ik ooit mijn leerkrachten hoe zij later herinnerd willen worden door hun leerlingen. Met het terugdenken aan hun eigen favoriete leraar, ging het altijd over ‘gezien worden’ en maar zelden over die reken- of taalles. En als wel zo’n les genoemd werd, dan was het omdat die leraar het wél lukte iets uit te leggen.

Ik hoop dat wij als inspectie van het onderwijs de i-factor ook hebben. We noemen dat stimulerend toezicht. Ik mag nieuwe collega’s enkele kneepjes van het vak leren. En wat ik ze vooral wil leren, is hoe ze verder kunnen kijken dan wat ze zien. En zoals ik het zelf leerde, ‘op de hand kunnen wegen’ wat hetgeen je gezien, gehoord en gelezen hebt, betekent voor een oordeel. En wat het oordeel uiteindelijk is, het effect ervan is het belangrijkst, wordt er iets in beweging gezet? Met je juiste i-factor stimuleer je de beweging de goede kant op.