De onderhandelingen over een nieuwe cao liepen al niet soepel. De virtuele noodknop, waartoe CNV, FNV en CMHF vanaf december gemeenteambtenaren de gelegenheid gaven hun onvrede over het gebrek aan voortgang in de onderhandelingen kenbaar te maken, werd maar liefst 40.000 keer ingedrukt. Dorst: ‘We hebben daarmee toch een duidelijk signaal afgegeven aan VNG dat de achterban ontevreden is. Ik kan niet anders dan concluderen dat VNG bewust op de ijsberg heeft aangestuurd. Ze hebben tijdens de onderhandelingen nauwelijks bewogen, hun laatste bod voor twee jaar ligt maar 0,5 procent af van hun eerste bod. Wij vinden het onverantwoord om de financiële problemen van gemeenten af te wentelen op het personeel.’
Geen Valentijns-akkoord
Dorst: ‘Het lijkt erop dat we, net als twee jaar geleden, weer actie moeten voeren. We waren er deze keer graag aan de onderhandelingstafel uitgekomen, ook omdat we graag secundaire arbeidsvoorwaarden goed willen regelen. Een Valentijns-akkoord was zo mooi geweest, maar van prille liefde blijkt geen sprake. We gaan met onze achterban in overleg en komen zo snel mogelijk terug met een actieplan. Wie niet horen wil moet maar voelen.’
Bandbreedte
‘CNV stelt jaarlijks een bandbreedte vast waarbinnen de cao-resultaten moeten vallen. Die ligt voor 2025 op 3,5 tot 6 procent. De basis daarvoor is een optelsom tussen de verwachte inflatie en de stijging van de arbeidsproductiviteit’, legt Dorst uit. ‘Voor 2025 rekenen we met 3,2 procent inflatie en 1,3 procent stijging arbeidsproductiviteit, waarbij er ruimte is om per cao rekening te houden met specifieke omstandigheden. Denk daarbij aan financiële draagkracht en arbeidsmarkt.’
6,1 procent niet acceptabel
‘Bovendien is het uitgangspunt van CNV om geen langjarige cao’s, dus met een looptijd langer dan een jaar in de toekomst, te sluiten’, benadrukt Dorst. ‘We waren in dit geval bereid om daar van af te wijken en wèl een cao voor 2 jaar af te sluiten, maar dan met de loonvraag van 2025 ook als uitgangspunt voor 2026. Een loonbod van 6,1 procent voor 2 jaar betekent dat er, rekening houdend met de ondergrens voor 2025 van 3,5 procent, voor volgend jaar 2,6 procent loonstijging overblijft. Dat kunnen we echt niet accepteren. Het laat ons geen andere keus dan ons te beraden op acties.’
